This page contains a Flash digital edition of a book.
OUD-MARINIER SIETZE CLOO VETERAAN DOOR INZET BIJ MOLUKSE GIJZELINGSACTIE


‘Het was vergelijkbaar


met een oorlogssituatie’


Voor deelname aan missies in het buitenland zat hij telkens net ‘op de verkeerde plek’, maar door zijn inzet in 1977 bij de bevrijding van de gegijzelde school in Bovensmilde kreeg hij alsnog de veteranenstatus. Een erkenning ‘om trots op te zijn’, vindt oud-marinier Sietze Cloo, maar echt veteraan voelt hij zich nog steeds niet. Toch zet hij zich als vrijwilliger in voor het Veteraneninstituut.


Door: Fred Lardenoye Foto: archief Veteraneninstituut


E 14


igenlijk was het de bedoe- ling dat hij het aanne- mersbedrijf van zijn vader zou overnemen, maar


Sietze Cloo (60) wilde een avon- tuurlijker bestaan leiden. “Via de bekende advertentie in een tv-blad, zonder dat mijn ouders het wisten, meldde ik me op mijn 17e voor de marine. Ik ging naar Hilversum voor de keuring en van de circa hon- derd man werd ik samen met nog een andere jongen goedgekeurd.” Nog sterker, met zijn puntenaantal kon hij marinier worden. “Ik zei: marinier? Daar heb ik nog nooit van


Oud-marinier Sietze Cloo: “Ik draag mijn veteranenspeld met trots.”


gehoord! Maar laten we het maar doen.” Bijna een jaar later, in augustus 1973, meldde hij zich ‘vanuit het hoge noorden’ in Rotterdam. Een zware opleiding van – toen nog – elf maanden volgde. “Mijn baksmeester had een leuke verrassing toen we gingen marsen: ik mocht de hele route om het peloton heen speed- marsen. Dan leer je: opgeven is geen optie.” Cloo werkte zijn takenboek af, werd marinier eerste klas en kwam daarna al snel bij de Bijzon- dere Bijstands Eenheid (BBE) in Doorn terecht.


‘Ik zei: marinier? Daar heb ik nog nooit van gehoord! Maar laten we het maar doen’


NOVEMBER 2015


Franse ambassade In september 1974 was het gelijk raak met de gijzeling van de Franse ambassadeur in Den Haag door leden van de terreurorganisatie het Japanse Rode Leger. Cloo en zijn collega’s moesten paraat zijn nabij de ambas- sade om eventueel in te grijpen. “We sliepen eerst in tenten en – naar- mate we dichter bij de ambassade kwamen – in de overvalbusjes van de Rijkspolitie. Vlakbij het Lange Voorhout mochten we gebruikmaken van faciliteiten van Hotel Des Indes.” Tot daadwerkelijke inzet kwam het niet, want de gijzeling kwam ten einde toen de Nederlandse regering de gijzelaars met een vliegtuig naar Syrië liet vertrekken. De ambassa- deur kwam met de schrik vrij. “We waren goed voorbereid en klaar voor onze taak. Maar toen het voorbij was, mochten we weer naar Doorn. Echte nazorg was er destijds niet, het was ‘praatje pot’ na.”


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65