This page contains a Flash digital edition of a book.
dere Bijstands Eenheid Mariniers (BBE-Mariniers) opgericht. De een- heid kwam verschillende keren in actie. Op het netvlies gebrand staan de bevrijdingacties die een einde maakten aan de gijzelingen door Molukse jongeren in respectievelijk de lagere school in Bovensmilde en de trein bij De Punt (1977).


Op 10 december 2014, de start van het jubileumjaar, herdacht het Korps Mariniers de omgekomen mariniers bij het mariniersmonument in Rotterdam. Burgemeester Ahmed Aboutaleb legde een krans bij het monument.


het korps hechtte. Koningin Wilhel- mina had dit vaandel in 1929 uitge- reikt. Het vaandel noemt in totaal veertien wapenfeiten uit de geschie- denis van het korps. Het verlies van Nieuw-Guinea in 1962 maakte een discussie los over het bestaansrecht van het Korps Mariniers. Nederland had immers geen wezenlijke koloniale belangen meer, behalve misschien in het Cari- bisch gebied. Het was trouwens niet de eerste keer dat dergelijke discus- sies loskwamen: de vraag of ophef- fing niet verstandiger zou zijn, loopt als een rode lijn door de historie van het Korps Mariniers. Enteroperaties verloren al snel grotendeels hun betekenis. Ze waren zeker vanaf de achttiende eeuw eerder uitzon- dering dan regel. Dit had alles te maken met het steeds krachtigere scheepsgeschut. De mariniers ver- dwenen dus langzamerhand van de schepen. Naarmate de twintigste eeuw vorderde, nam de technolo- gisering van de oorlog een steeds hogere vlucht. Computerisering, onbemande wapensystemen en long distance war waren de trefwoorden. Was er in deze veranderende con- text eigenlijk nog wel behoefte aan grootschalige amfibische operaties met lichtbewapende mariniers? Na 1962 moest het korps dus opnieuw op zoek naar geloofwaar- dige taken. Het antwoord werd deels gevonden in de zogenoemde standby forces van de Verenigde Naties. Minister Joseph Luns bood in de jaren zestig een ruim pakket


12 NOVEMBER 2015


van eenheden aan om dit reservoir voor VN-vredesoperaties te helpen vullen. Daaronder ook zeshon- derd mariniers. Hoe ambitieus het aanbod van Luns ook was, tot een hoofdtaak zou de standby-status nooit uitgroeien. De VN zat tot in elk geval 1979 (UNIFIL) niet echt te springen om Nederlandse blauw- helmen. Gelukkig echter voor het korps werkte de NAVO intussen hard aan nieuwe strategische plannen. Het bondgenootschap had onder meer behoefte aan snel inzetbare crisisbeheersingseenheden voor de noordflank van het NAVO-gebied. Het Korps Mariniers pakte deze taak gretig aan. Er ontstond zo een hechte samenwerking met de Britse Royal Marines. Deze kreeg met name (sinds 1972) vorm in de United Kingdom/Netherlands Amphibious Force (UK/NL AF). De Nederlandse component omvat ongeveer duizend mariniers. Langs een parallel spoor werd de mobiliteit aanzienlijk ver- sterkt met de amfibische transport- schepen Zr.Ms. Rotterdam (1998) en Zr.Ms. Johan de Witt (2007). Een andere taak vloeide voort uit het internationale terrorisme. In 1972 gij- zelden Palestijnse terroristen elf Isra- elische atleten en officials tijdens de Olympische Spelen in München. Een slecht uitgevoerde bevrijdingspoging liep rampzalig af: alle gegijzelde Isra- eliërs en een politieman vonden de dood. De behoefte aan speciale een- heden was overduidelijk. In Neder- land werd daarom in 1973 de Bijzon-


Terug naar Vlissingen Na het einde van de Koude Oorlog kwam de nadruk in de praktijk – zoals voor de hele krijgsmacht – toch vooral op internationale operaties te liggen: Cambodja, de Balkan, Haïti, de grens tussen Ethiopië en Eritrea, Afghanistan, Mali, enzovoorts. Niet alleen raakte zowat de hele krijgs- macht afgestemd op de expeditio- naire inzet, eenheden als de Lucht- mobiele Brigade bestreken hetzelfde speelveld van (relatief) lichtbewa- pende en snel inzetbare infanterie- eenheden. Tegelijk ontsnapte ook het korps niet aan opeenvolgende golven van bezuinigingen en herstructure- ringen. De verouderde Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn gaat verdwijnen. Daar komt wel de geheel nieuwe Michiel Adriaanszoon de Ruyterkazerne in de Buitenhaven bij Vlissingen voor in de plaats. “We zitten te springen om de mariniers”, benadrukte commissaris van de koningin Karla Peijs. “Ze kunnen hier oefenen op de grens van water en land. En we hebben veel leeg- staande sluiscomplexen, waar ze op en af kunnen.” Vlissingen is boven- dien de stad van Michiel de Ruyter. Ook geen onbelangrijk argument, aldus de Zeeuwen. Het blijft zaak voor het Korps Mari- niers om zich aan te passen en verse operationele nichemarkten aan te boren. De komende jaren zal de nadruk bijvoorbeeld meer komen te liggen op operaties op rivieren (deze blijven immers cruciale verbindings- wegen) en in steden. Niet om deze te veroveren, maar om op de juiste pun- ten ‘druk’ uit te oefenen en zo de totale situatie te beïnvloeden. Alle mariniers worden opgewerkt tot het niveau special operations capable. Gevechtsgroepen (Marine Combat Groups) komen voor de bestaande bataljons in de plaats. Maar hoe dan ook, het Korps Mariniers blijft nadrukkelijk inzetten op het amfibi- sche specialisme en de inzetbaarheid binnen 48 uur. Geheel conform de lijfspreuk Qua Patet Orbis.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65