ven- en een onderbouw. De bovenbouw bestaat uit het dek en de hoofddraagconstructie. Deze onderdelen bestaan weer uit kleinere elementen zoals kokers en liggers. Na de decom- posititie wordt per onderdeel bekeken welke faalmechanis- men relevant zijn: bijvoorbeeld stabiliteitsverlies, vermoeiïng of degradatie door ASR-corrosie. Dassen: “Vervolgens wordt in een risicosessie met deskundigen de kans op ontdekking en het gevolg op mogelijk falen ingeschat.” Voordat de FMECA risicomatrix helemaal ingevuld kan wor- den, vindt er nog een inspectie en een constructieve analyse van het kunstwerk plaats. De onderdelen die eerder zijn be- noemd, worden onder meer geïnspecteerd op schades zoals
Risico prioriteitsgetal (RPG)
Met de uitkomsten van de risicosessie, de constructieve ana- lyse en de inspecties worden scores toegekend voor het ge- volg van falen (G), de kans van optreden (R) en de kans op detectie (D). Kans van optreden (R): 1 is laag en 10 is hoog; Kans op detectie (D): 10 is laag en 1 is hoog; Gevolg van falen (G): 1 is laag, 10 is hoog.
De vermenigvuldiging van R x D x G levert het RisicoPriori- teitsGetal (RPG) op. Dassen: “Welke waarde acceptabel is, verschilt per product. Bij bruggen en viaducten hanteren we de grens van honderd punten. Op basis van dit getal kun je besluiten om beheersmaatregelen te nemen die het risico- profi el van een brug omlaag kunnen brengen. Het risico van scheurvorming in de hoofddraagconstructie door exceptio- nele transporten kun je bijvoorbeeld verminderen door een constructieve berekening te doen voordat je toestemming verleent aan een exceptioneel transport. Of door dit kunst- werk uit de transportroute te schrappen. Deze maatregel heeft positieve gevolgen voor het totale risicoprofi el van het hele kunstwerk, je hoeft in dit geval niet een constructie helemaal te laten herberekenen.”
Voorbeeld van ingevulde risicomatrix.
corrosievorming, scheuren en zichtbare ASR-schade. Dassen: “Daarnaast brengen we de constructie in beeld met een con- structieve analyse aan de hand van bestekken, vergunningen, opdrachten, tekeningen, berekeningen en gegevens van eer- dere inspecties en onderhoudswerken.”
De provincie Limburg beoordeelde de FMECA-methode als een geavanceerde en transparante onderzoeks- en kwalifi ca- tiemethode. Brune: “We hebben zelfs aan de hand van FME- CA een second opinion laten uitvoeren voor enkele kunstwer- ken die al eerder waren beschouwd. Ook hieruit kwam een genuanceerder beeld naar voren dan tevoren was gesteld. Voor ons een nuttige investering omdat we hiermee het aantal herberekeningen konden reduceren. Tegelijkertijd konden we het risicoprofi el van een aantal van onze kunstwerken verklei- nen door gerichte acties te nemen.”