This page contains a Flash digital edition of a book.
van vraag en aanbod, en het delen van eisen tussen verschil- lende partijen. Deze toepassingen komen samen in het ge- bruik van (data)modellen. In de GWW doorgaans aangeduid met de term BIM: Building Information Modelling of Bouw- werk Informatie Model.


Een BIM is een verzameling informatie die onderling samen- hangend en consistent moet zijn en idealiter uitwisselbaar is tussen computers. De gebruikers van een BIM beheren daar- mee gezamenlijk (en gelijktijdig) informatie over een project zonder dat daarbij fouten in de informatie ontstaan, zoals dubbelingen of tegenstrijdigheden. Omdat we met veel ver- schillende software werken, is het streven dat deze verzame- ling data softwareonafhankelijk is. Afzonderlijke softwareap- plicaties kunnen vervolgens gebruik maken van een BIM en deze data uitbreiden of aanpassen.


Een eistekst staat deze ontwikkelingen in de weg, omdat eis- teksten niet begrijpelijk zijn voor computers. Voor de compu- ter is het niet meer dan een verzameling letters of cijfers. De computer kan niet nagaan of een eistekst informatie bevat die wel degelijk tegenstrijdig of dubbel is met andere informatie (zie afbeelding)


De vraag luidt: hoe maken we eisen geschikt voor het gebruik in modellen?


Eerste stap


De meeste bedrijven in de GWW hebben al een eerste stap gezet in het werken op een explicietere manier, dan het ge- bruik van traditionele tekstdocumenten. Bijvoorbeeld door eisteksten, in specifi eke software, expliciet te relateren aan fy- sieke objecten of activiteiten (de subjecten van de eis). Dat is op z’n minst nodig om eisen gestructureerd vast te leggen, maar ook om de eisen op een makkelijke manier te kunnen beheren in een database. Maar dan nog blijft de eis een stuk tekst die niet te interpreteren is door computers. Dat is nog niet slim genoeg voor automatisering.


Informatiemodellering


Om informatie te kunnen gebruiken in een BIM, moet de com- puter begrijpen dat we het in een eistekst bijvoorbeeld over een ‘praatpaal’ hebben. Alleen dan kan de computer nagaan of we ergens anders ook over een praatpaal spreken en of die informatie niet tegenstrijdig of dubbel is. Denk bijvoor- beeld aan een specifi eke praatpaal die op een tekening staat, maar ook in een planning of in een leveranciersspecifi catie. De computer moet dan weten dat exact dezelfde praatpaal wordt bedoeld. Als de computer dat weet, kunnen we infor- matie over die specifi eke praatpaal centraal beheren. De com- puter bewaakt dat er geen fouten ontstaan of kan ons op z’n minst op de hoogte stellen wanneer dat dreigt te gebeuren. Waneer we gebruik maken van internet, maakt het zelfs niet uit in welke database de praatpaal is opgeslagen en waar op de wereld die database zich bevindt. Iedereen kan erbij en ie- dereen bedoelt hetzelfde object.


OVER DE AUTEURS


Andries van Renssen is grondlegger van Gellish: een Open Source taal voor het softwareonafhankelijk opslaan en uitwisselen van data. Daan Oostinga is directeur van Semmtech: een specia list in semantiek en de toepassing van semantische modellen in techniek en engineering.


18


Nr.8 - 2011 OTAR


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48