betrokken zijn bij de besluitvorming, worden zaken makkelijker en in prin- cipe dus sneller geregeld. Ook de hele milieuwetgeving wordt aangepast aan snellere besluitvorming. Dat is niet het enige. Er wordt momenteel op milieuge- bied echt veel beter gelet op omwonen- den van infrastructuur. Dankzij de Wet Swung hebben we duidelijke regels over het geluidsniveau van wegen, zodat omwonenden van een weg zeker weten dat die norm nooit wordt overschreden. In het verleden was het zo dat wanneer je infrastructuur wilde maken, je een vergunning moest aanvragen. Er werd een inschatting gemaakt van de hoe- veelheid auto’s die naar alle waarschijn- lijkheid over zo’n weg zouden gaan rij- den. Als het dan vervolgens in de loop van de tijd toch drukker werd, er meer auto’s over zo’n weg gingen rijden, ging het geluidsniveau natuurlijk omhoog. Als je dan als wegbeheerder die weg wilde verbreden, of wellicht de vlucht- strook wilde gaan benutten als extra spitsstrook, dan kon dat niet omdat je dan eerst een nieuwe vergunning moest aanvragen. Dat duurde dan vaak jaren, dus dat schoot helemaal niet op. Dat hele systeem is nu omgedraaid, dankzij de Wet Swung. Er zijn nu helderder re- gels voor het gebruik. Een wegbeheer- der heeft meer mogelijkheden. Hij moet binnen een bepaalde geluidsruimte blij- ven, maar daarbinnen kan hij zijn gang gaan. Ik zie het als iets positiefs dat de overheid wel strenge normen stelt.
Wat betreft de luchtkwaliteit zet de VVD vooral in op bronbeleid. Als je de bron weghaalt, is de hinder weg. We heb- ben het dan dus niet over het neerzet-
ten van schermen, maar over het scho- ner maken van auto’s. We zetten er op in om de Euro6 - de emissienorm voor auto’s in Europa, die in 2014 ingesteld zou worden - eerder naar Nederland te halen, zo snel mogelijk dus.
Het feit dat de maximumnorm naar 130 kilometer is opgetrokken, is geen pro- bleem. Dat blijft binnen de normen. Je hoort dikwijls dat het symboolpolitiek zou zijn, maar als dat inderdaad het ge- val was, zouden er ook niet zoveel men- sen boos over zijn. Ik hoor toch van veel mensen dat ze er dikwijls profijt van hebben. Het kan natuurlijk niet overal, maar ik was laatst in Zeeland en daar bleek 130 rijden makkelijk te kunnen en op de Afsluitdijk is hard rijden ook geen enkel probleem. Ik vind het uitstekend dat het op bepaalde plekken gewoon kan.
Het is echt niet zo dat dit kabinet geen rekening met het milieu houdt. Uiteinde- lijk denk ik dat dit kabinet zelfs uiteinde- lijk wel eens een van de groenste ooit zal blijken, omdat er met echte oplos- singen gewerkt wordt. Geen goeie be- doeling, zoals het stimuleren van elek- trische auto’s. De regering moet dat soort dingen helemaal niet doen. Nee, de regering moet duidelijke normen op- stellen; vastleggen dat auto’s weinig CO2 moeten uitstoten, die grens heel duidelijk aangeven. De markt mag dan zelf uitzoeken of dat met elektrisch rij- den, LPG, aardgas, diesel of benzine, of misschien wel op nog een andere wijze moet worden opgelost. Een voorbeeld: Als de regering de opvolger van de pla- tenspeler had moeten bedenken, dan
hadden we op zijn best nu nog met cas- settebandjes gehannest. Als overheid moet je geen keuze voor een bepaalde techniek willen maken, daar zijn ande- ren voor, die daar verstand van hebben. De vrijstelling van de wegenbelasting vind ik bovendien een nogal vreemde keuze. Ook kleine, schone auto’s ge- bruiken de weg toch? Die mogen daar dus ook best voor betalen. Je moet aangeven wat het probleem is en ver- volgens de samenleving - de markt - uitdagen om oplossingen te vinden. Dat geldt zeker ook voor de weg- en water- bouw.
Kortom: de overheid moet niet sturen op techniek maar op normen, anders kost het je alleen maar bakken en bak- ken met geld, en je kiest altijd het ver- keerde. Als woordvoerder milieu van de VVD zal ik steeds op dit soort dingen hameren. Je vraagt je af hoe je wegen stiller maakt? Het antwoord: Geef een norm op en laat de marktpartijen zelf uitzoeken op welke manier ze dat wil- len doen.”