den stukgetrokken. Daardoor is jaarlijks sprake van een enor- me kostenpost. Jutte: ”Dat maakt No-Dig technieken alleen daarom al extra aantrekkelijk. Omdat daarmee meestal on- der bestaande kabel- en leidingconcentraties wordt geboord en schade dus tot een minimum kan worden teruggebracht. Met gestuurde boringen moet je ergens het maaiveld in en treedt de boor verderop via een boog het maaiveld weer uit. Dat wil zeggen dat je vooral bij het intredepunt en daar waar de boring omhoog komt, goed moet weten wat er aan kabels en leidingen ligt. Daarom is een hele nieuw ‘tak van sport’ in ontwikkeling gekomen waarbij met allerhande detectieappara- tuur getracht wordt de aanwezigheid van kabels en leidingen vast te stellen, zodat eventuele schade nog meer kan worden voorkomen.”
Spoedwet en No-Dig
Jutte vertelt dat Rijkswaterstaat en provincies al veel langer sleufloze technieken toepassen bij werkzaamheden aan we- gen. “Het verkeer op Rijks- en provinciale wegen moet zo veel mogelijk blijven doorstromen om het fileleed en dus eco- nomische schade zo veel mogelijk te beperken. Als voor de aanleg of vervanging van nieuwe kabels en leidingen de weg elke keer moet worden opengebroken, zou Nederland hele- maal vastlopen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat vooral de laatste jaren door de Spoedwet waarmee het wegenstelsel aanmerkelijk wordt verbreed, No-Dig technieken aan de orde van de dag zijn.”
‘HET IS ONBEGRIJPELIJK DAT DE
VOORDELEN VAN NO-DIG NOG ZO WEINIG BIJ STADSBESTUURDERS BEKEND ZIJN’
Een voorbeeld is de A12, tussen Bunnik en Veenendaal waar BAM - het bedrijf waar Nelis Infra onderdeel van is - op dit moment druk bezig is met de reconstructie van de weg, waar- bij de snelweg ook verbreed wordt. Op zo’n honderd locaties langs het tracé worden sleufloze technieken toegepast. De weg wordt doorkruist door bijna alle denkbare soorten leidin- gen en kabels die onder het bestaande wegdek moeten wor- den vernieuwd, verlengd of uitgebreid. “Maar we hanteren er ook No-Dig technieken om bijvoorbeeld wildtunnels onder de weg door te realiseren”, aldus Jutte.
Enorm marktpotentieel
Er ligt voor leidingbouwers een enorm marktpotentieel in het verschiet, omdat door het hele land vele honderden kilome- ters aan buizen en leidingen moeten worden gerenoveerd, vervangen of nieuw aangelegd. Denk aan waterleidingen, gasleidingen en andere ondergrondse transportsystemen van bijvoorbeeld gevaarlijke, industriële stoffen. Ook op indus- trieplants zullen steeds vaker leidingen moeten worden ver- vangen en No-Dig lijkt daarbij hoge ogen te gooien. Maar een heel specifieke markt waar No-Dig een uitkomst bij uitstek kan zijn, is het stedelijke gebied waar een hoge dichtheid is aan kabels en leidingen, die vaak kriskras en geconcentreerd door elkaar lopen. Vooral de miljardenoperatie die al gaande is in het kader van rioolrenovatie, schreeuwt in feite om No- Dig en koustechnieken.
Stedelijk gebied Jutte: “Tot op heden wordt in stedelijk gebied nog maar heel weinig gebruik gemaakt van No-Dig technieken. De meeste lezers weten wel wat dat betekent: hele straten liggen open, Nr.8 - 2011 OTAR