Ondergrondse boortechnieken bij kabeltunnel Zwolle
Voor de herinrichting van het stationsgebied van Zwolle heeft ProRail besloten een kabeltunnel aan te leggen onder het emplacement. Zo kunnen alle huidige en toekomstige kabels van noord naar zuid onder het spoor worden aangebracht zonder impact op het treinverkeer.
De vraag was een 51 meter lange kabeltunnel onder het spoorempla- cement te realiseren, die uiteindelijk ruimte moet bieden aan ruim 800 ka- bels en leidingen. Strukton Infratech- nieken heeft het ontwerp en de reali- satie van dit werk aangenomen en in eigen beheer uitgevoerd. Op basis van de gesloten frontboor- techniek is een betonnen buis met een inwendige diameter van 2000 mm en een uitwendige diameter van 2400 mm aangebracht onder de acht sporen en wissels. Het bo- ren vond plaats op een diepte van circa drie meter onder bovenkant spoorstaaf en gebeurde tijdens de reguliere treinenloop. De boring is uitgevoerd tussen twee stalen dam- wandkuipen, voorzien van een wa- terafsluitende betonvloer. De passa- ge van deze damwandconstructies gebeurt middels een zogenaamd waterslot (grond- en waterdichte doorvoerconstructie).
Gesloten frontboortechniek Bij de gesloten frontboortechniek heeft Strukton gebruik gemaakt van een microtunnelingmachine met vloeistofschild. De lokale bodemop-
bouw in Zwolle was erg wisselend en er werd door klei, veen en zand geboord. De onderzijde van de buis bevond zich in een stabiele zand- laag. Bij een vloeistofschild wordt door een leidingsysteem in de boring een boorvloeistof, in dit geval water met bentoniet, naar de boormachine gepompt. De voorzijde van de boor- machine is voorzien van een freesrad dat ronddraait en door de persvijzels in de grond wordt gedrukt. Zo wordt de grond gesteund en los- gewoeld en komt het in de kamer achter het rad, de spoelkamer, waar het wordt vermengd met de boor- vloeistof. De substantie wordt via de afvoerleiding afgevoerd richting de perskuip waarna het terecht komt bij de scheidingsinstallatie. Deze haalt de grovere delen uit het water, waar- door het water weer bruikbaar is om naar de boormachine te pompen. Vanuit de perskuip wordt de boring steeds verlengd met standaard buis- secties van drie meter lang totdat de ontvangstzijde wordt bereikt.
Betonnen kelders Na het gereedkomen van de boring, is door Strukton in beide kuipen een
betonnen kelder (weefvak) met een inwendige diameter van circa 6,5 x 7 meter en een diepte van circa 53 meter gerealiseerd. Iedere kelder is afgedekt met een betonnen afdek- plaat die is voorzien van twee RVS toegangsluiken met doorvalrooster. Onder een van deze luiken is een vaste trap en het andere luik dient als materieelluik en heeft een vaste vluchtladder.
Bovenin de wanden van de weefvak- ken zitten kabeldoorvoeren, waar- door nu en in de toekomst kabels komen naar het omliggende maai- veld. Deze deelbare doorvoeren zijn water- en gasdicht en geschikt voor verschillende diameter kabels. De boring zelf heeft een tiental kabel- schappen, verdeeld over de buis- wand. Onder in de boring is een looprooster aangebracht waaronder ruimte is gereserveerd voor hoog- spanningskabels. De weefvakken zullen nog voorzien worden van ka- belschappen en -ladders zodat de kabels en leidingen vanuit de diepe boring richting het maaiveld kunnen worden gebracht.