OMSLAGARTIKEL ▶▶▶


met vrije uitloop, enkele kooibedrijven, enkele BLK-bedrijven en veel scharrelbedrijven. De eierprijzen waren vanaf augustus 2017 tot en met maart 2018 fors hoger dan normaal door het ontstane eiertekort als gevolg van de fipronil-affaire. Ze bereikten daardoor eind 2017 recordhoogten. Een deel van de legbe- drijven is echter in het derde kwartaal van 2017 hard geraakt door blokkades en ver- vroegde afvoer of ruien van leghennen. Hier- door was de productie in het tweede halfjaar van 2017 flink lager dan gewoonlijk. Niet ge- troffen bedrijven profiteerden van de hoge eierprijzen, tenzij ze gebonden waren aan vas- te eierprijzen op contractbasis. Sinds maart 2018 zijn de eierprijzen flink ge- daald door het herstel van de eierproductie en de seizoensmatige daling in de zomer, wan- neer de eierprijzen 10-15% lager dan het jaar- gemiddelde door de zwakke vraag in de vakantieperiode. In september en oktober her- stelden de eierprijzen zich enigszins. Niet alleen de bedrijven die hun eieren afzet- ten tegen variabele eierpijzen behaalden vorig jaar een lager inkomen. Ook bedrijven met vaste eierprijzen behaalden een lager inko- men, vooral door de hogere voerkosten.


Vleeskuikenbedrijven In 2018 zal het inkomen van het gemiddelde vleeskuikenbedrijf nagenoeg gelijk blijven aan het inkomen in 2017, doordat hogere kosten en opbrengsten elkaar in evenwicht hielden. De betaalde kosten per bedrijf namen toe door duurder voer, hogere energieprijzen en hogere mestafzetkosten. De opbrengsten waren hoger door 4% hogere vleeskuikenprijzen. Het geraamde gemiddelde inkomen uit bedrijf van € 112.000 per oaje is € 1.000 minder dan in 2017. Hiermee komt het inkomen voor het vierde jaar op rij boven € 100.000. Dat is onge- veer 70% boven het 10-jaars gemiddelde (2008 t/m 2017) van € 66.500. De ramingen van de bedrijfsinkomens zijn ge- baseerd op bedrijven in het Bedrijvennet van WEcR. Hierin zitten 30 vleeskuikenbedrijven, zowel bedrijven met reguliere kuikens als be- drijven die produceren voor concepten. Naar schatting van WEcR is bijna de helft van de Nederlandse bedrijven overgestapt op con- cepten met langzaam groeiende kuikens die meer ruimte nodig hebben. De voerprijzen zijn 6% hoger dan in 2017 door


12 Technische en economische cijfers 2017 2018


Leghennen Eierprijs (€ /100 stuks) Voerprijs (€ /100 kg)


Eierproductie per hen (stuks) Voerverbruik per hen (kg)


Vleeskuikens Opbrengstprijs (€ /kg) Voerprijs (€ /100 kg)


Aflevergewicht (kg/m2) Aflevergewicht (kg/kuiken) Uitval (%) Bron: WEcR


hogere prijzen van mengvoer en bijgevoerde tarwe. Tarwe is sterker in prijs gestegen dan mengvoer door de droogte in de zomermaan- den. De afzetprijs van pluimveemest is in 2018 is aanzienlijk hoger geraamd dan in 2017. Pluim- veemest heeft weinig last van concurrentie op de mestmarkt, omdat de helft van productie wordt geëxporteerd, vooral Duitsland en Frankrijk, en circa 40% van de mest wordt ver- werkt door BMC in Moerdijk. De afzet naar Duitsland verliep vorig jaar moeizamer door de strengere mestregels, het natte weer in het voorjaar en de droogte in de zomermaanden. Daardoor zijn de afzetprijzen voor pluimvee- mest gestegen.


Spreiding tussen bedrijven Tussen leghennenbedrijven zijn elk jaar grote verschillen in inkomen per oaje. In de vijf jaren 2012 tot en met 2016 was de inkomens- range tussen de beste van de 20% slechtste


Inkomensleghennenbedrijven in euro's per onbetaalde aje Inkomen uit bedrijf Spreiding


100.000 200.000 300.000


-300.000 -200.000 -100.000 0


2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 2016 2018 R Bron: Wageningen Economic Research ▶PLUIMVEEHOUDERIJ | 24 januari 2019 7,84


25,97 311 44,3


0,90


31,17 293


2.401 3,5


7,50


26,80 314 44,7


0,94


33,00 296


2.420 3,4


2012-’16 6,69


27,78 314 43,6


0,90


34,45 351


2.313 3,3


bedrijven (P20) en de slechtste van de 20% beste bedrijven (P80) (het lichtgroene vlak in de grafiek, waar de inkomens van 60% van de bedrijven zit) € 140.000 per bedrijf. Voor de duidelijkheid: de 20% bedrijven met de laag- ste inkomens en de 20% bedrijven met de hoogste inkomens vallen buiten deze range. In 2017 waren de inkomensverschillen twee keer zo groot (€ 280.600) doordat bedrijven die door de fipronil-affaire zijn getroffen zeer gro- te economische schade hebben geleden. Vol- gens raming van WEcR was het inkomen van de P20-bedrijven in 2018 -€ 20.700 en van de P80-bedrijven +€ 235.300 per oaje, dus een verschil van € 256.000. Er waren in 2018 opnieuw grote verschillen in ontwikkeling tussen bedrijven met vrije markt- prijzen en contractprijzen. De prijzen van kooi-eieren daalden in 2018 fors, maar ook scharreleieren waren lager geprijsd vanaf het tweede kwartaal. Bedrijven die in 2017 geen last hadden van de fipronil-affaire en eieren


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40