VAKTECHNIEK ▶▶▶
aangepaste voeding zoals split-feeding en het verstrekken van specifieke additieven. In een recent experiment met ouderdie- ren door Trouw Nutrition bleek dat het toepassen van split-feeding een betere eischaalkwaliteit gaf. Dit resultaat werd niet gevonden in een pilot experiment uit- gevoerd door Wageningen Livestock Research.
Legpersistentie De legpersistentie van ouderdieren is de laatste vijftien jaar toegenomen. De die- ren kunnen na vijftig weken leeftijd het productiegetal goed vasthouden. Voor- heen daalde de productie na vijftig weken regelmatig te hard, waardoor het produc- tiegetal soms met 5 punten afnam. In het algemeen wordt het te snel dalen van de productie veroorzaakt door twee factoren: de legreeks (aantal dagen dat een hen een ei legt) eieren wordt korter of een aantal dieren gaat spontaan ruien en stopt met leggen. De indruk bestaat dat de huidige ouderdieren sowieso langere legreeksen eieren produceren. Mogelijk dat de dieren nu ook minder gevoelig zijn om spontaan te ruien. De combinatie van beide facto- ren zorgt mogelijk voor de verbeterde leg-
BITe-project
Het vleeskuikenouderdierenonderzoek wordt uitgevoerd met subsidie van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en de verschil- lende partners van het project Breeders In Technology (BITe). Dit onderzoek is tevens onderdeel van de Onderzoeksa- genda Nederlandse Pluimveesector uit- gevoerd door Avined. Het BITe-project bestaat uit de volgen- de partijen: Pluimned (Stuurgroep op- fok en vermeerdering LTO/NOP en NVP), Ministerie van LNV, ABZ Diervoe- ding, Aviagen-EPI, De Heus Voeders, De Hoop Mengvoeders, EW-Nutrition, For Farmers, Hubbard, Sommen, Trouw Nutrition, Veterinair Centrum Someren, HAS Den Bosch en Wageningen Live- stock Research.
30
Om ouderdieren langer aan te houden, moeten echter eerst nog een aantal uitda- gingen getackeld worden, waaronder wat betreft specifiek de broedeieren ver- minderde eischaalkwaliteit, dalende productie en een te hoog eigewicht.
persistentie, waar een verlengde legperio- de goed bij zou passen.
Eigewicht Broedeieren dienen idealiter lichter te zijn dan 70 gram. Voor zwaardere eieren heb- ben de hennen meer nutriënten nodig en bovendien kunnen zwaardere eieren pro- blemen geven tijdens het broedproces (hogere warmteproductie en gasuitwisse- ling). Door het hogere eigewicht is er ook meer kans op haarscheur tijdens transport en handelingen doordat eieren dichter bij elkaar staan. Het sturen op een lager eige- wicht moet al op jonge leeftijd beginnen.
Uitval De economische rendabiliteit van een lan- ger producerend koppel ouderdieren is sterk afhankelijk van de uitval. Een koppel met een lagere uitval is sneller rendabel omdat de bezetting van de stal op niveau blijft. Verder is een lagere uitval meestal een indicatie van een goede gezondheid die meestal gepaard gaat met een hoge productie en goede legpersistentie. De factoren die van invloed zijn op de uitval bij ouderdieren zijn divers en niet altijd eenvoudig te managen. Het is een samen- spel van onder andere een goed entsche- ma, optimale hygiëne, optimaal klimaat en goede voeding (voer en water).
Economisch rendement Om het effect van langer aanhouden op het economisch rendement te bepalen, zijn berekeningen uitgevoerd met pro- grammatuur die ook gebruikt wordt om de cijfers voor KWIN door te rekenen. Voor
▶ PLUIMVEEHOUDERIJ | 29 april 2021
de economische berekeningen zijn we uit- gegaan van een aantal aannames voor productie (aantal b.e./consumptie-eieren), uitval en aflevergewicht (Tabel 1). Een aantal zaken is voor de verschillende leef- tijden hetzelfde, zoals bezetting aanvang (7,6 dieren/m2
), percentage hanen aan-
vang (9%), prijs per broedei (18,7 cent), prijs 22-weekse hen (€ 12,74), prijs bijplaatshanen (€ 12,00), slachtprijs (45 cent/kg) en gemiddelde voergift (163 gram/hen/dag). Berekeningen zijn uitge- voerd voor een productieperiode tot 65 en 70 weken leeftijd. Uit de berekeningen blijkt het saldo/m2
ouderdieren tot 65 en 70 weken leeftijd respectievelijk 8,5 en 12% hoger te zijn (Tabel 2) in vergelijking met ouderdieren die 60 weken worden aangehouden (gangbare praktijk). Dit komt door de ho- gere opbrengsten aan broedeieren die ruim hoger zijn dan de voer- en overige kosten.
Conclusies
Uit de deskstudie blijkt dat het langer aan- houden van reguliere ouderdieren een interessante optie kan zijn om de ouder- dierensector efficiënter te maken. Uit be- rekeningen blijkt dat door ouderdieren langer aan te houden het saldo per vier- kante meter per jaar met 8,5 tot 12% kan stijgen. Er zijn echter wel een aantal uitda- gingen na zestig weken leeftijd die opge- lost moeten worden, zoals: bevruchting/ uitkomst broedeieren, bevedering, eige- wicht, eischaalkwaliteit en kuikenkwali- teit. In de komende jaren zal hier binnen BITe aandacht aan worden besteed.
/jaar bij aanhouden van
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40
