search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Het dorsen van veldbonen.


Prestaties Legpercentage, eigewicht en eimassa wa- ren niet significant verschillend tussen de verschillende voederbehandelingen. Dit was ook het geval voor de voederopname en de voederconversie. De voederopname lag wel bij alle groepen hoger dan wat be- schreven staat in de managementgids van Dekalb White-leghennen die in verrijkte kooisystemen gehuisvest zijn. Dit kan ver- klaard worden door het te lage gehalte aan verteerbaar methionine + cysteïne in alle proefvoeders: de leghennen hebben geprobeerd dit te compenseren door meer voeder op te nemen.


Eikwaliteit De schaaldikte en de breuksterkte vari- eerden soms tussen de verschillende voederbehandelingen op de meetpun- ten, maar deze (soms kleine significante) verschillen waren niet consistent tot op het einde en dus kon geen algemeen sig- nificant verschil tussen de voederbehan- delingen genoteerd worden. De breuk- sterkte van alle groepen lag hoger dan wat theoretisch verwacht werd, wat wijst


op stevige eieren en dus positief is. Bij zowel dooierkleur als Haugh Unit (maat voor eiwitdikte in het ei) werden significante verschillen tussen de ver- schillende behandelingen opgemerkt op een aantal tijdstippen, maar ook hier wa- ren deze niet consistent in de tijd en dus kon ook hier geen algemeen significant verschil gedetecteerd worden voor deze parameters.


Verteringsproef Naast een prestatieproef werd ook een verteringsproef uitgevoerd aan het Ilvo. Dezelfde vijf voederbehandelingen wer- den uitgevoerd bij telkens negen Dekalb White-leghennen die individueel werden gehuisvest in verteringskooien. Zowel voor de verteringscoëfficiënt van ruw ei- wit als voor de opneembare energie scoorde het voeder met de droge (niet-in- gekuilde) veldbonen het slechtst. Ook het voeder met de ingekuilde veldbonen scoorde slecht voor opneembare energie, maar had dan weer de beste verteringsco- efficiënt voor ruweiwit (samen met de wintermengteelt Axel).


Besluit Kuileg In de prestatieproef werden geen signifi- cante verschillen gevonden tussen de voederbehandelingen voor wat betreft prestaties en eikwaliteit. Bij de laatste waren wel kleine significante verschillen per meetpunt, maar deze waren niet con- sistent. Wat de verteerbaarheid betreft, lijkt dit in het voordeel te spelen van de ingekuilde mengteelten in vergelijking met de dro- ge veldbonen. Mogelijk zorgt het inkuil- proces voor een verbeterde eiwitbeschik- baarheid. Gezien er geen verschillen werden ge- vonden tussen de voeders met de inge- kuilde mengteelten ten opzichte van een commercieel bioleghennenvoer (met 5% sojaschroot), kan besloten worden dat het mogelijk moet zijn om sojaschroot in een bioleghennenvoeder te vervangen door een ingekuilde mengteelt van veld- bonen met granen. Daarom is er een ver- volgproject gestart. Hierin wordt gezocht naar de meest optimale teelt van vlinder- bloemige gewassen voor pluimveevoe- ding.


▶ PLUIMVEEHOUDERIJ | 29 april 2021 27


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40