OMSLAGARTIKEL ▶▶▶
ken, die worden toegepast tussen dag 8 en dag 14 van het broedproces, voldoen nu aan de Duitse wetgeving. Maar als die wet per 1-1-2024 wordt aangescherpt niet meer; embryo’s mogen dan niet meer na de zesde incubatiedag gedood worden. Dé grote uitdaging wordt om het in-ovo- seksen te vervroegen.
Haantjes opfokken De variant ‘leghaantjes opfokken’ blijft ook na de aanscherping aan de Duitse wet vol- doen. In Duitsland is voor deze variant ge- kozen voor de biologische en ecologische houderij. Van naar schatting een derde van de ongeveer 2,4 miljoen bioleghen- nen in Duitsland in 2020 zijn de broertjes opgefokt, zo vertelde de directeur van Bio-Initiative, een vereniging van bioboe- ren, tijdens de digitale beurs EuroTier in februari. Bio-Initiative verwacht dat er vol- gend jaar in Duitsland 4,5 miljoen biohen- nen zijn, waarvan 64% broederhaantjes wordt opgefokt. De biologische pluimveesector in Neder- land is niet uitgesproken vóór het afmes- ten van de leghaantjes, laat Hans Fuchs, projectleider kennis & innovatie bij Bio- next, weten. De hoofdreden is dat het af- mesten van de haantjes nog niet altijd vlekkeloos verloopt (doordat er nog wei-
‘Partijen hebben
weinig behoefte om er in de pers over te communiceren’
nig kennis en ervaring mee is). Daarnaast scoren de haantjes slecht qua footprint: er is veel voer nodig voor een kilo vlees.
Twee broederhaanvarianten Bij het opfokken van de leghaantjes wor- den in Duitsland twee broederhaanvarian- ten onderscheiden: de broed-equivalent en de kop-equivalent. Bij de broed-equivalent worden de haan- kuikens opgefokt van dezelfde uitkomst in dezelfde broederij als de henkuikens. Het zijn dus ‘echte’ broederhaantjes, de broer- tjes van een bepaald koppel (op)leghen- nen.
Bij de kop-equivalent worden haankui- kens opgefokt van een uitkomst in een broederij. Die haantjes mogen maximaal twaalf maanden voor de henkuikens ge- boren zijn en moeten geslacht zijn voor- dat de jonge hennen in de legstal komen.
NOP adviseert: hap niet te snel toe
LTO/NOP drukt pluimveehouders op het hart vooral goed na te denken voor ze besluiten de kosten van de haantjesopfok te gaan betalen. En niet in te gaan op de eerste de beste aanbieding voor een eier- prijs van een OKT-koppel. “Bereken alles eerst goed en leg het daarna een nacht onder je kussen”, zegt LTO/NOP-voorzitter Kees de Jong. “Er zitten namelijk ook na- delen en risico’s aan voorfinanciering.” Het voorfinancieren van het opfokken van de haantjes gaat om forse bedragen en is niet zonder risico’s. Als een koppel leghennen onverhoopt geruimd moet worden wegens AI, of met salmonella be- smet raakt, vallen eierinkomsten weg. En worden de uitgaven van de haantjesop-
12
fok niet meer (volledig) gecompenseerd door eierkomsten. Is dat risico verzeker- baar? “Pluimveehouders moeten zich goed afvragen of zij dat extra financiële risico kunnen dragen.” LTO/NOP adviseert pluimveehouders dit goed door te spreken met hun bedrijfs- adviseur, accountant of bank. En heel goede afspraken over de eierprijs te ma- ken. “Zorg dat er geen losse eindjes in het contract zitten, waar je op enig moment over zou kunnen struikelen. Geldt de toe- slag voor alle eieren of vanaf 53 gram, voor alleen de sorteerbare eieren of ook de tweede soort. Maak geen afspraak waarbij je risico wel, maar je opbrengt niet toeneemt.”
▶ PLUIMVEEHOUDERIJ | 29 april 2021
Een koppel leghennen kan aan meerdere hanenkoppels toegewezen worden. Beide herkomstvarianten van de haantjes staan in de KAT-handleiding voor de (bio- logische) opfok. Met de opmerking erbij dat die handleiding uiterlijk in de eerste helft van 2022 wordt aangepast op het punt van de herkomst van de haantjes. De kop-variant gaat namelijk vanaf 1-1-2022 vervallen. Vanaf dan zullen haantjes alleen nog worden opgefokt volgens de broed- variant. Door het wegvallen van de kop-variant wordt het mesten van haantjes minder flexibel. Opzetten van nieuwe koppels hennen zijn niet gelijkmatig over het jaar verdeeld, maar verlopen met pieken en dalen. Hierdoor wordt opfokcapaciteit niet altijd maximaal benut. Soms is juist alle capaciteit nodig is. Dan is er geen ruimte over voor de haantjesopfok.
Omvang Een vraag is hoe OKT te realiseren en te organiseren. Broeiers hebben calculaties gemaakt over wat OKT gaat betekenen voor de Nederlandse eiersector als ge- heel, maar die zijn voor intern gebruik. Uitgaande van 70% vervanging van de Nederlandse leghennenstapel, zou per jaar voor zo’n 24 miljoen opfokhennen een OKT-oplossing moeten worden ge- vonden. In Duitsland zou het gaan om zo’n 37 miljoen opfokhennen. Maximaal, want niet alle hennen hoeven OKT-eieren te produceren. Het is/wordt een hele zoektocht naar op- fokcapaciteit voor de haantjes. In Neder- land is die er onvoldoende. Momenteel zijn er, door de slechte marktsituatie in de vleeskuikensector, wat vleeskuikenstallen beschikbaar. Maar als de kuikenmarkt weer aantrekt, zal die capaciteit wegval- len. En als de (welzijns)eisen aan de haan- tjesopfok worden aangescherpt (zitstok- ken, e.d.), dan zijn vleeskuikenstallen daarvoor niet langer geschikt. Sommige opfokorganisaties hebben ca- paciteit buiten Nederland gevonden. Naar verluidt biedt Agromix opfokcapaci- teit aan in Polen, dichtbij de slachterijen (gunstig, want in Nederland is ook te wei- nig slachtcapaciteit voor de haantjes). In
FOTO: IN OVO
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40