search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
975 | WEEK 44-45 03 NOVEMBER 2021


Emissielabel binnenvaart is vanaf 15 november beschikbaar


7 MARK VAN DIJK Minister Barbara Visser.


ROTTERDAM Schippers kunnen vanaf 15 november een emissielabel aanvragen voor hun binnenvaartschepen en drijven- de werktuigen. Stichting Afvalstoffen en Vaardocumenten Binnenvaart (SAB) zal dit label gaan verstrekken namens het minis- terie van Infrastructuur en Waterstaat, dat daarmee een afspraak uit de Green Deal in de praktijk brengt.


Het label is het afgelopen jaar ontwikkeld door het Expertise- en Innovatiecentrum Binnenvaart (EICB) en het ministerie in sa- menspraak met diverse belanghebbenden uit de maritieme sector. Een van de voornaamste doelen is om de schipper een middel te geven, waarmee hij of zij kan aantonen hoe schoon het schip is op basis van de daadwerkelijke uitstoot.


Veel schepen beschikken niet over een CCR II-, laat staan een Stage V-motor, maar kunnen door nabehandelingstechnieken wel verge- lijkbare emissiewaarden halen. Daarnaast zijn er schepen die varen met grote concentraties HVO of andere biobrandstoffen, maar de bij- drage aan CO2-reductie wordt niet erkend. Het label brengt daarin verandering.


Cijfer en letter Het label bestaat uit twee onderdelen: een let- ter en een cijfer. De toegekende letter geeſt de gesteldheid aan met betrekking tot de kli- maatemissies. Het cijfer geeſt aan hoe goed het schip presteert op het gebied van lucht- kwaliteit in verhouding tot CCR II en Stage V. Een schip met label A0 kan als klimaatneu- traal en emissieloos worden beschouwd. Een schip met label E5 zit juist weer aan de an- dere kant van het spectrum. Het emissielabel kan worden aangevraagd voor vrachtschepen, passagiersschepen en drijvende werktuigen. Historische schepen behoren niet tot de doel- groep, maar mogen in principe wel een label aanvragen. Door het lagere aantal vaaruren, zal de impact voor deze groep minder groot zijn.


Laagdrempelig “Het label biedt de schipper een laagdrem- pelige manier om te laten zien hoe goed zijn of haar schip presteert als het gaat om uit- stoot van CO2, stikstof en fijnstof”, vertelt Barbara Visser, demissionair minister van Infrastructuur en Waterstaat. “De bedoeling is dat het label helpt om de verduurzaming in de binnenvaart te bevorderen. We zullen binnen twee jaar een evaluatie doen naar de resulta- ten van het label.’’


Schippers zijn overigens niet verplicht een la- bel aan te vragen. Aanvragen van het label is vrijwillig. De schipper kan vervolgens zelf be- palen of hij of zij wil investeren in vergroe- ning, om daarna alsnog een beter label te ver- krijgen. Marktpartijen als havens, verladers en banken kunnen met het label vergroening daadwerkelijk belonen.


Snel en soepel Volgens Cees Kleiberg, directeur van uitvoer- der SAB, is de procedure voor de aanvraag van het label eenvoudig en laagdrempelig. “Via een speciaal portaal op internet kan de aan- vraag voor het label snel en soepel online ge- daan worden. Gegevens over het aantal draai- uren van de motor, het brandstofverbruik etc. kunnen gemakkelijk ge-upload worden. Aan de aanvraag en de uitgiſte van het label zelf zijn geen kosten verbonden. Wel zijn in be- paalde gevallen emissiemetingen nodig. Daar moet de aanvrager zelf voor zorgen.” Het label is bedoeld voor motoren vanaf 19 kW op vrachtschepen van minimaal 20 meter, passagiersschepen en drijvende werktuigen. Wanneer een motor bij aanvraag van het la- bel meer dan 10.000 of 20.000 draaiuren heeſt (afhankelijk van aanwezigheid van een nabe- handelingssysteem), dan zullen bij de aan- vraag de emissiemetingen moeten worden overgelegd.


Er wordt uitgegaan van het gewogen gemid- delde van de aan boord aanwezige motoren. Om het label te behouden moet na iedere 10.000 draaiuren vervolgens opnieuw worden gemeten. Op die manier wordt gewaarborgd dat het label echt de daadwerkelijke uitstoot weergeeſt. Het portaal is beschikbaar in de ta- len Nederlands, Duits en Engels. Na het aan- vragen van een eigen account door de schip- per, kan het schip worden toegevoegd en de aanvraag worden geplaatst. Wanneer het tijd is om de gegevens te vernieuwen kunnen deze via hetzelfde account worden ingevoerd. Het portaal slaat de gegevens op, zodat eenvoudig nieuwe schepen kunnen worden toegevoegd of bij een verlenging nieuw bewijsmateriaal kan worden aangeboden.


Vlag Het toegewezen label wordt uitgereikt via een digitaal en papieren certificaat. Kleiberg: “Indien gewenst kunt u een vlag verkrijgen met daarop het verkregen type label, waar- door ‘de investering in duurzaamheid’ goed zichtbaar is”. Het label is dus vanaf 15 novem- ber aan te vragen via de website: www.binnenvaartemissielabel.nl.


Mat Zeer voorzichtig en vooral heel omzichtig wordt momenteel het uiterst gevoelige laat- ste stukje van het fusieproces doorlopen tussen binnenvaart-brancheverenigingen Koninklijke BLN-Schuttevaer en het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaaart (CBRB). Zes jaar na het mislukken van een eerder, vrijwel identiek proces, wordt er dit- maal geen enkel risico genomen met deze herhaalde poging. Want het is van het groot- ste belang dat de hele binnenvaartsector met één mond gaat praten, om meer invloed uit te oefenen op de soms vijandige mark- tomgeving. Voor de derde keer dit jaar is daarom de beoogde fusiedatum uitgesteld. Zorgvuldigheid voor alles. Het wachten is nu op het definitieve groene licht van de vele verschillende partners, vaak zelfstandige ver- enigingen die als ledengroepen een soortge- lijke plaats gaan krijgen in de nieuwe struc- tuur. Zo zal de fusie hét grote onderwerp van de dertien regionale afdelingen worden op de aanstaande eindejaarsvergaderingen van BLN-ledengroep Koninklijke Schuttevaer.


Met het oog op dat allesoverheersende puz- zelproces profileert met name koepelorga- nisatie BLN-Schuttevaer zich intussen merk- baar minder op nautisch-technisch vlak. De onmisbare rol van actievoerder is deels overgenomen door schippersbond ASV, die zelf niets met de fusie te maken wil heb- ben. Uiterst diplomatiek is BLN ongeschon- den door de coronacrisis gekomen, maar de brancheorganisatie lijkt daardoor wel een stille, matte club te zijn geworden. Terwijl soms juist een assertieve, praktische hou- ding van op de tafel slaan-aanpak richting marktpartijen en overheden een vereiste is. Af en toe moet er direct en misschien wel ver over de grens kunnen worden ingegrepen of gelobbyd, zoals bij langdurige stremmingen van belangrijke vaarroutes. Hopelijk zal deze schijnbaar wat afwachtende houding van tij- delijke aard blijken te zijn, zodat er na de fu- sie weer snel een sterke, brede en bij tijd en wijle felle branchevertegenwoordiging op- staat. In geen geval mag er een stoffig, tande- loos soort ‘ministerie van binnenvaartzaken’ ontstaan.


Kolossale vijzelschroeven voor waterkrachtcentrale Albertkanaal


DIEPENBEEK De Vlaamse Waterweg nv heeſt donderdag 28 oktober kolossale Archimedesschroeven laten plaatsen in de nieuwe pompinstallatie annex water- krachtcentrale langs het Albertkanaal in Diepenbeek. Bij de sluis komen drie van zul- ke enorme schroeven. Met een diameter van 4,30 meter en een lengte van 28 meter zijn dit wellicht de grootste vijzels ter wereld voor een dergelijke toepassing.


De vijzelpompen - die in een normale situ- atie energie leveren aan het elektriciteitsnet


- zijn gebouwd door de firma Vandezande uit Diksmuide. Deze zijn zo groot dat een trans- port over de weg heel wat overlast zou veroor- zaken. Daarom zijn de vijzels van bij de con- structeur eerst naar de haven van Roeselare gebracht, op een binnenschip geladen en over het water naar Diepenbeek gebracht. Daar werden ze op donderdag 28 oktober en vrij- dag 29 oktober in de bouwkundige constructie geplaatst. De waterkrachtinstallatie die in tijden van droogte als enorme pomp kan dienen, wordt gebouwd door THV Hye-Fabricom.


Krachtenbundeling voor economisch


herstel in Oost-Vlaanderen GENT Het Oost-Vlaamse provinciebestuur bundelt de krachten met onderzoeks- en kennisinstellingen, bedrijven en lagere over- heden in een nieuw samenwerkingsver- band: het Oost-Vlaams Economisch Platform (OVEP). Samen maken de partners werk van een herstelplan voor de regionale economie.


Het provinciebestuur wil er alles aan doen om de stevige economische positie na corona te behouden en te versterken. Het platform kwam in mei 2021 al een eerste maal digitaal samen. Door de versoepelingen van de coro- namaatregelen werd sinds september een fy- sieke doorstart gemaakt, waarbij ook het en- gagement werd getekend. Het OVEP schiet meteen uit de startblokken met een plan voor


economische ‘relance’. Dat draagt naam ‘Oost- Vlaanderen: de koers vooruit’.


Allianties Om de Oost-Vlaamse economie weerbaar te maken tegen onder meer de gestegen energie- prijzen, maakt de provincie in eerste instantie 950.000 euro vrij. Het OVEP komt om de drie maanden samen om strategisch te overleg- gen, vooruitgang te monitoren en nieuwe sa- menwerkingsmogelijkheden te zoeken. Waar nuttig, zullen concrete allianties opgestart worden tussen de overheid, kennisinstellin- gen en bedrijven. De partners zullen ook sa- menwerken om Europese en Vlaamse midde- len optimaal binnen te halen en in te zetten voor regionale economische ontwikkeling.


De nieuwe platformpartners bijeen.


Foto Provincie Oost-Vlaanderen


AVERECHTS


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40