22 IN MEMORIAM MARTIN SEINE (1951 - 2021) Altijd oog voor de toekomst van de binnenvaart
Met het overlijden van Martin Seine op 6 juli jl. verliest de binnenvaart een ambassadeur en initiatiefnemer. Martin nam steeds weer zijn verantwoordelijkheid voor de belangen van de binnenvaart als collectief. Mede door zijn inzet heeſt de binnenvaart de huidige marktpositie weten te realiseren. Martin was een echte binnenvaartondernemer die naar de toekomst nog de nodige innovaties wilde realiseren om de positie van de binnenvaart in transport en bij de energietransitie vast te houden en waar mogelijk uit te breiden. Een geboren Rotterdammer, die in zijn woon- plaats Maasbracht zijn eigen Erasmusbrug de toegang tot zijn huis liet zijn.
PETER DIRKS
Misschien staat de door Martin Seine gebouw- de maquette van de Erasmusbrug in de voor- tuin van de familie Seine in Maasbracht wel symbool voor de ‘bruggenbouwer’ die hij was. Besturen en organiseren waren hem naast het ondernemerschap op het lijf geschreven. De binnenvaart bij elkaar brengen, verbinden, ontwikkelen en klanten bij de binnenvaart brengen; dat was waar Martin dagelijks lol in had en zich vol voor inzette.
Binnenvaartgezin Martin Seine werd in 1951 aan boord van mvs Pax in de Maashaven in Rotterdam gebo- ren in het gezin van Martinus en Teunissina Wilhelmina Seine. De vier broers en twee zus- sen zouden later, op de jongste zus na, net als Martin ook allen weer gaan varen. Martin deed dit in 1971 met zijn vrouw Riek op de Kempenaar Mar Teun, toen zijn ouders aan wal gingen. In 1974 werd dit schip vervangen door de Teunissina-S, het schip waarop hun kinderen Monique en Martin werden gebo- ren die later ook weer zouden gaan varen. Dat het water een belangrijk element in zijn le- ven was, bleek ook uit zijn ‘woonboot’ Bijou die tot 2018 het ‘thuis’ van Martin en Riek in Maasbracht was - voordat een woning aan wal werd betrokken.
Met het overnemen in 1980 van de Teunissina-S in Seine VOF kreeg het onder- nemerschap en de betrokkenheid bij het be- lang van de binnenvaart bij Martin verder vorm. Samen met de ‘Seine traditie’ waarin je nooit alleen keuzen voor jezelf maakte maar ook aan anderen dacht, leidde dit voor hem tot bestuursfuncties in Noord-Zuid en ONS. Met deze functies deed Martin ervaring op in het besturen en overleggen en werd een voor
hem duidelijke visie op de toekomst van de binnenvaart ontwikkeld. Daarin was het voor hem toen al belangrijk dat de binnenvaart het belang zag van een samenwerking met verladers.
Zoeken van een collectief De roerige jaren tachtig in de vorige eeuw leg- den voor Martin Seine de basis in het zoe- ken van samenwerking. Hierbij kwam hij op voor de rol van de binnenvaart en het belang van de individuele schipper als ondernemer in het transport over de Europese binnen- wateren. Martin Seine was een van de ‘zes van Gorinchem’ waarin hij als schipper, sa- men met broer Nico, Jan Dingemanse, Peter Huizinga, Harry Lubbers en Ger Veuger na- mens de schippers die deelnamen aan de ac- ties, tekende voor het einde van de Granaria- blokkade in 1988 en aanpassing in het wetsontwerp voor vervoer binnenvaart. Mooie en spannende momenten beleefde hij in het belang van de binnenvaart, maar groot was zijn teleurstelling toen bleek dat minister Maij- Weggen zich niet gebonden voelde aan het ge- sloten akkoord met haar voorgangster Smit- Kroes. De zaak werd daarom doorgegeven aan de schippersbonden.
Voor Seine was het belang dat erachter zat daarmee echter niet verdwenen. Toen Brussel zich later ging bemoeien met de af- spraken in de Wet Vervoer Binnenvaart werd dit het einde van het stelsel van Evenredige Vrachtverdeling, wat ook het einde van de schippersbeurs betekende. Martin pakte van- uit de ontstane situatie het voortouw om sa- menwerking tussen schippers in een coöpera- tie te realiseren. Eind 1993 nam Martin, samen met schippers Wim Bennik, Frits de Bruijn, Harry Lubbers en Dick Middelkoop het initia- tief tot de oprichting van een nieuw commer- cieel samenwerkingsverband, dat later een groot succes bleek te zijn.
Oprichting PTC ‘Samen sterk’ was het idee bij de oprichting van de Particuliere Transport Coöperatie (PTC) in 1994. Gesteund door schippers en hun ge- zinnen werd een samenwerking gerealiseerd, waarin Martin een belangrijke rol speelde. Hij maakte vanuit de overtuiging van het voor- deel van collectiviteit en ondernemerschap in de binnenvaart deel uit van een kleine groep initiatiefnemers. Met afgesloten vervoerscon- tracten en vervoerszekerheid voor klanten werden in die tijd al snel de eerste schepen in- geschreven in het nieuwe collectief.
Ruim vijfentwintig jaar later is PTC zonder het ladingvolume van HVC en Den Breejen Bevrachtingen mee te rekenen, uitgegroeid tot een vloot van 4.600.000 ton. Den Breejen Bevrachtingen BV werd door Martin op de drempel van het 25-jarig bestaan van PTC aan de organisatie toegevoegd. Reden voor deze overname was de wens van Martin en zijn organisatie om verdere versteviging van de positie en uitbreiding van het ladingpak- ket te realiseren.
Martin vervulde bij de PTC functies als alge- meen bestuurslid, penningmeester, finan- cieel directeur en zaakvoerder. Alle jaren combineerde Martin deze functies met de commerciële verantwoordelijkheid voor de klanten van deze coöperatie. Tekenend voor de wijze waarop dit door hem vorm werd gegeven, zijn de persoonlijke oorkonden voor verdiensten bij de klanten TATA Steel IJmuiden BV en OCI. Bij TATA Steel betrof dit zelfs een interne oorkonde van het bedrijf dat eenmalig aan een extern persoon werd toe- gekend. De familie Seine werd na het 25-ja- rig jubileumfeest van PTC erelid. Martin bleef daarbij tot zijn overlijden aan als adviseur van het bestuur.
Vergroening binnenvaart Dat vergroening van de binnenvaart mede zou leiden tot verbetering van de marktposi- tie van de sector was een van de speerpunten van Martin in het zoeken naar een verdere optimalisering van de binnenvaart. Zijn uit- gangspunt daarbij is steeds geweest dat in- vesteringen daarvoor aan boord zich moes- ten kunnen terugverdienen. In 2012 startte Martin daarvoor een nauwe samenwerking met een aantal partners om Mexdiesel als additief in gasolie te gebruiken en daarmee brandstof te besparen en uitstoot van CO2, fijnstof, NOx en SO2 te verminderen.
Seine ondersteunde Blueco, een Zwitsers be- drijf om dit product in de markt te zetten en zette het mvs Hendrika in voor de praktijk- test. Daarbij toonde Martin zich zeker geen tegenstander van de initiatieven die in die tijd genomen werden op de gebieden van LNG, dieselelektrisch, hybride of nabehandelings- technieken. Martin keek vooral naar de toepas- sing van deze technieken op bestaande sche- pen. Deze werden niet gerealiseerd, dus was in zijn ogen een alternatief nodig.
Daarnaast was de verwachting dat ten tijde van de economische recessie de nieuwbouw
zou achterblijven en de binnenvaart op ach- terstand zou zetten. Ombouw van de bestaan- de vloot was naar zijn mening te duur en slo- pen geen optie. Additieven werkten aan de voorkant, zodat aan de achterkant minder vervuiling ontstond. Daarvoor moest, zo stel- de Martin echter wel, aan de ‘pijp’ worden gemeten.
Met de doorkijk naar strengere regels maakte Martin zich met PTC, overheid, bedrijven, ha- vens en organisaties zich hard voor realistische scenario’s in de mogelijkheden van verduurza- ming van de binnenvaart. “Het is niet de milieunorm die de overheid aan onze sec- tor stelt die ons zorgen baart, maar de weg er naartoe”, zo stelde Martin Seine als zaakvoer- der van PTC in 2014. Eind dat jaar nam hij het initiatief voor een symposium in Rotterdam, waarin binnen het thema ‘Binnenvaart: Van Groen Naar Groener’ een gezamenlijke stap te zetten in een begaanbare route met behoud van de positie van de binnenvaart.
Ook hierin werd door Martin Seine het collec- tief gezocht. “PTC, NPRC en ELV hebben, on- dersteund door Koninklijke BLN-Schuttevaer één milieuvisie. Als we geen oplossingen vin- den voor de weg er naartoe zal dat niet alleen onze organisaties raken, maar de hele sector”, zo lichtte hij toentertijd de aanpak toe om ken- nis te delen en faciliterende wetgeving te re- aliseren. De bijeenkomst gaf een aanzet voor een beweging naar haalbare oplossingen en zette de innovatiekracht van de binnenvaart op de kaart voor beleidsmakers, -beslissers, de politiek, havens, verladers en de media. Een aanloop die hard nodig bleek na de later in Europees verband afgesproken Stage V-norm.
Oplossingen voor de klant Stelde Martin Seine in de vergroening van de vloot altijd al dat deze eerlijk beoordeeld moet worden; naar klanten toe richtte hij zich ook op een eerlijke beoordeling van de inzet van vervoer over water. TATA Steel IJmuiden BV is er een mooi voorbeeld van. Het staalbedrijf waarvoor PTC transporten uitvoert, motiveer- de Martin Seine niet alleen in het realiseren van een nog betere footprint binnen een scho- ne binnenvaart, maar ook voor maatwerk in transport.
Zo werd door PTC, onder leiding van Martin Seine, een unieke voorbereiding van een pro- ject gestart. TATA Steel IJmuiden zou hier- in één van de vaste verladers worden, het Havenbedrijf Amsterdam en de Technische
967 | WEEK 28-29 14 JULI 2021
‘VERBINDEND REGISSEUR’ VOOR GRENSOVERSCHRIJDEND HAVENGEBIED North Sea Port presenteert strategische toekomstvisie
TERNEUZEN/GENT Havenbedrijf North Sea Port heeſt zijn strategische toekomstvisie ‘Connect 2025’ voorgelegd aan zijn aandeel- houders. Met acht strategische programma’s bouwen de grensoverschrijdende havens van Vlissingen, Terneuzen en Gent verder aan een sterke Europese positie. De aandeel- houders buigen zich medio oktober hierover.
Het Nederlands-Vlaamse havenbedrijf heeſt van zijn acht publieke eigenaren een dui- delijke opdracht meegekregen: een strate- gisch plan opstellen met als horizon 2025 op basis van de aandeelhoudersstrategie. Evenwichtige waarden creëren binnen het ka- der van economische ontwikkeling en werkge- legenheid, duurzaamheid en klimaat en een fi- nancieel gezonde basis staan hierbij centraal.
De strategie richt zich op de ontwikkeling van bedrijventerreinen en infrastructuur, de nau- tische dienstverlening en de rol van regis- seur in het havengebied. De relatie met be- drijven, overheden en omgeving staat daarin
centraal. En er wordt gefocust op de sectoren chemie, staal, bouwmaterialen, energie, auto- en trucksector, voeding en (vee)voeder, en logistiek met toegevoegde waarde. Met acht programma’s wil het havenbedrijf het plan realiseren.
Kerntaken Het havenbedrijf pakt de komende vijf jaar verder zijn drie kerntaken op. Het aanbieden van vrije bedrijventerreinen en haveninfra- structuur is de eerste. Daarnaast stelt het ha- venbedrijf nautische dienstverlening ter be- schikking, zoals scheepvaartbegeleiding. Een derde - bijzondere - taak is die van ‘connec- tor’: verbindend regisseur voor het havenge- bied. Het uitbouwen en verder invullen van deze rol vormt de rode draad in het strate- gisch plan en is één van de acht programma’s om het te realiseren.
Ook de wijze waarop het havenbedrijf wil om- gaan met de omwonenden van het havenge- bied en de inwoners van de wijde regio past
Troef voor de toekomst: de nieuwe grote zeesluis bij Terneuzen.
binnen de filosofie van klantpartnerschap: in contact zijn, met oog voor elkaars belangen en op zoek naar consensus. Klantpartnerschap
Foto North Sea Port
betekent bovendien krachtige allianties reali- seren waarin elke partner doet waar hij goed in is.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48