1065 | WEEK 16-17 16 APRIL 2025
Maximale doorvaarthoogte hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl tot 2029 beperkt tot 7,10 meter Brug Uitwellingerga blijſt dit hele jaar nog gesloten
Maatregelen doorvaartroute
Sneek en IJlst In aanloop naar het vaarseizoen enige vragen aan wethouder Rietman van de gemeente SúdWest Fryslan over de ge- nomen maatregelen voor de omvaarroute.
De antwoorden doen vermoeden dat de gemeente eigenlijk niet precies weet wat er op hen af komt of kan komen.
De brug van Uitwellingerga met lichtkrant over de stremming.
UITWELLINGERGA Op 19 september 2024 besluit Rijkswaterstaat (RWS) per direct voor onbepaalde tijd te stoppen met het voor de scheepvaart openen van de brug Uitwellingerga over de Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl. Men vreest het ontstaan van scheuren in de staalconstructie van de klap, waardoor deze zou kunnen afbreken. Onderzoek door TNO, in opdracht van Rijkswaterstaat, staaſt dit besluit. RWS beoogt hiermee het veilig in gebruik kun- nen houden van de brug voor het wegver- keer. Sinds november mogen echter toch alleen nog maar fietsers en voetgangers over de brug.
JAN DOUWE TIEMERSMA
Ruim een halfjaar en diverse onderzoeken verder, besluit RWS in februari de brug per- manent gesloten te houden tot de vervan- ging door nieuwbouw in 2029; een andere oplossing is er volgens RWS niet. In 2025 blijſt de klap op haar plaats en dicht, in 2026 denkt RWS de klap zomers (1 april tot en met 31 oktober) geheel te verwijderen. Door de gesloten klap ontstaat een maxi- male doorvaarthoogte voor de scheepvaart op de Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl HLD) van 7,10 meter.
De meeste beroepsvaart ondervindt daar- van niet de meeste hinder; ook de contai- nerschepen voor de Noordelijke terminals passen er onderdoor. Anders wordt dit voor cruisesschepen en charterschepen in de zeilende beroepsvaart. Hun ‘staande-mast- route’ wordt hierdoor geblokkeerd. De om- vaarroute leidt door zeer nauw vaarwater.
Samen met de gemeenten De Fryske Marren, SúdWest Fryslân, en de provincie Fryslân, zijn omvaarroutes afgestemd (zeil-) schepen met een masthoogte tussen de 7,10 en 11,50 meter kunnen omvaren via de Langweerder Wielen en de Noarder Alde Wei, waarna ze weer op het Sneekermeer uitkomen. Schepen met een masthoogte boven de 11,50 meter rest maar één alter- natief: door de oude stadsgrachten van zo- wel IJlst als Sneek. Hiervoor gelden 40 x 6 x 1,9 meter als maximale afmetingen. Grotere schepen in de zeilende beroepsvaart kun- nen alleen aan de andere kant van de brug komen via het Van Harinxmakanaal, Kornwerderzand, het IJsselmeer, en Stavoren of Lemmer. Of omgekeerd vanuit het zuiden. Een groep die een weekje aan boord vertoeſt, kan deze omleiding waar- schijnlijk precies volbrengen.
Economische schade Lotte en Derk, varen samen op de tjalk ‘Middelsee’ en voorzien grote problemen wanneer zij als volg-/slaapschip varen met de wandel- en de SUP-Elfstedentochten. Die vinden midden in het seizoen plaats en dan ligt het altijd barstensvol met jach- ten aan de oevers van de stadsgrachten van IJlst en vooral Sneek. “Wij hebben er een hard hoofd in”, aldus het schippers- paar. Zij hebben hun zorgen via de BBZ ken- baar gemaakt. De uitbaters van de twee charterschepen van Friesland Charter, Jan Koopmans en Renske Henning-Koopmans, begrijpen niets van de door RWS geko- zen optie. Zij varen met hun schepen van- uit Akkrum meestal een weekroute door Friesland, waarbij elke reis de brug van Uitwellingerga minstens éénmaal wordt ge- passeerd. “Weekeindarrangementen naar Lemmer worden zo een uitdaging”, aldus Jan, die schipper is op klipper ‘De Hoop’ en tevens voorzitter van de FRO (Friese Rondvaart Ondernemers).
Het informatiebord van Rijkswaterstaat over de omvaarroutes.
Foto’s JDT
“Meestal maken wij dan een rondje door Sneek IJlst en het Prinses Margrietkanaal. Dat past precies in die twee dagen. Maar niet alleen voor ons pakt het onhandig uit. De grote (hogere) cruiseschepen die de
laatste jaren met grote regelmat Sneek aan- doen, kunnen daar nu ook niet meer ko- men. Zoiets is altijd schadelijk voor de lo- kale economie. Een raar beleid voor een provincie die graag de waterrecreatie promoot”.
Renske, die samen met haar man Holger de ‘Stella Frisia’ exploiteert en bestuurs- lid is van de afdeling Noord Nederland van de SchippersVereniging Schuttevaer (SVS), spreekt bovendien haar zorgen uit over de staat van de overige bruggen in de HLD. SVS heeſt regelmatig overleg met RWS en daaruit blijkt dat ook de andere bruggen in Friesland in slechte staat verkeren. “Als we niet oppassen, liggen we straks geboeid in Akkrum voor de wal en kunnen we geen kant meer op!”
Waterbedeffect Brug Uitwellingerga is, net als de andere omliggende bruggen, gebouwd rond 1939 volgens de maatstaven en met de staalkwa- liteit van destijds. Met de tijd is de brug- belasting door steeds meer en zwaarder verkeer alsmaar intensiever geworden. De gedeeltelijke stremming van de naastgele- gen Prinses Margriettunnel heeſt de brug de laatste jaren nog eens extra belast, met als gevolg een snellere slijtage dan voor- zien. Landbouwverkeer dat ook niet meer over de brugmag gebruikt nu de omlig- gende bruggen, Spannenburg en Aldskou (Oude Schouw). Beide bruggen, maar met name de laatste, verkeren eveneens in een deplorabele staat. Het is wachten op strem- ming van één van deze beide bruggen. Bij stremming van Ald Skou is Renske haar vrees al bewaarheid. Ook Joost de Ruijg, hoofdinspecteur-directeur van RWS Noord- Nederland zegt zijn hart vast te houden.
Toekomst Voor het zomerseizoen van 2026 heeſt RWS twee opties; optie 1: de klap wordt gedu- rende het seizoen verwijderd en in de win- ter teruggeplaatst. Voor fietsers en voetgan- gers vaart dan in de zomermaanden een pont; Optie 2: er wordt tussen nu en de zo- mer van 2026 voorzien in een nieuwe klap. Optie 2 heeſt niet de voorkeur van RWS van- wege de slechte algehele staat van brug en hoofden. Nieuwbouw van de brug staat ge- pland voor 2029. Gevraagd waarom dat niet eerder kan, heeſt RWS een vrij eenvoudig antwoord: ”Door procedures en vanwege de vele bruggen in de HLD die broodnodig aan vervanging toe zijn; daarvoor ontbreekt simpelweg de capaciteit”.
Waarschijnlijk is het noodzakelijk om de doorvaart door beide steden te re- guleren. Aan welke opties denkt u dan? Om het vaarverkeer te reguleren, kijken we naar de optie om waterstewards in te zetten, die daarbij helpen. Zij kunnen op verschillende locaties op het water de situatie monitoren en de scheep- vaart veilig door de binnenstad loodsen.
Die waterstewards, zijn dat scheepvaartmeesters? Als we waterstewards inzetten, zijn dit mensen die wel de nodige opleidingen/ ervaringen hebben opgedaan om alles zo soepel en veilig mogelijk te begeleiden.
Wordt er konvooivaart ingesteld door de steden en zo ja vanaf welke beginpun- ten dan?
We vinden een zo vlot mogelijke door- vaart erg belangrijk. Dus zoeken we een manier om wachttijden zo kort mogelijk te houden. Dit is uiteraard erg afhanke- lijk van het aanbod of blokvaren wense- lijk is. Dat kunnen we nu nog niet voorzien.
Moet de beroepsvaart rekening houden met vaste bloktijden voor de doorvaart? Het idee is om in eerste instantie niet met vaste tijden te werken. We zien voor ons dat de waterstewards per moment en situatie gaan bekijken wat nodig is.
Heeſt de gemeente nog afmeerverbo- den voor pleziervaart ingesteld in de stadsgrachten? Om aanvaringen te voorkomen is op 1 april een afmeerverbod ingesteld aan de Waterpoortsgracht. Hiermee willen we de bruinevloot/charters die vanaf de Houkesloot richting IJlst varen de ruimte geven; vooral met harde wind hebben zij die extra ruimte nodig om te manoeuvreren.
Heeſt u enig idee hoeveel beroepsvaart van uw omvaarroute gebruik zal moe- ten maken?
Hier hebben wij geen cijfers van.
15
Michel Rietman, PvdA.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44