Verzekeringsgeneeskunde 027
gaan naar de afronding van de specialisa- tie. Dat moeten er 50 per jaar zijn.” Tijdens de werving gaat de aandacht
voor een belangrijk deel uit naar artsen van 36 tot 46 jaar oud. “Die leeftijds- groep is sterk ondervertegenwoordigd. Twee derde van de populatie verzeke- ringsartsen is ouder, een derde is jonger dan die groep. Daardoor is een generatie- afstand gecreëerd die de jongere arts het idee geeft dat hij begeleid wordt door z’n vader of moeder. Dat is niet wenselijk.” Roorda stapt op die specifieke artsen-
groep van (vroeg)middelbare leeftijd, de zogenoemde midcareers, af. “Ik benader ervaren artsen die in een ziekenhuis of kliniek werken om hen te vertellen wat dit vak inhoudt en of zij op een punt in hun carrière zijn gekomen waarop zij een overstap willen maken.” Ook het CBR zoekt versterking buiten
de deur. Inmiddels heeft het bij twee organisaties die met veel keuringsartsen werken - Expereans en Bureau Rijbewijs-
keuringen – enige versterking gevonden. Twintig artsen van deze organisaties hebben zich gemeld om op deeltijdbasis – 4 tot 12 uur per week – keuringen voor het CBR te verrichten. Dingeldein: “En- kelen van hen zijn inmiddels aan de slag, anderen moeten hun verkorte CBR-oplei- ding nog afronden. Deze artsen keuren op een beperkt aantal ziektebeelden - visus, diabetes en hart- en vaatziekten - en werken onder directe verantwoorde- lijkheid van de hoofdarts van de divisie Rijgeschiktheid van het CBR.”
Geen aandacht Voor Roorda schuilt de grootste uitda- ging in het curriculum van de univer- siteiten. “Het is jammer dat binnen de opleiding geneeskunde geen aandacht is voor de sociale geneeskunde, laat staan de verzekeringsgeneeskunde; studenten hebben geen idee wat dit vak inhoudt, wat hier allemaal kan. Die aandacht is er niet omdat de opleiding ervan uitgaat
dat de arts mensen geneest en behandelt in huisartsenpraktijk of ziekenhuis. Alle andere mogelijkheden binnen de geneeskunde komen echt pas veel later in beeld, als de arts zijn keuze al heeft gemaakt. Terwijl de veelzijdigheid en de voordelen van dit werk – reguliere werktijden zonder avond- en weekend- diensten, een goede cao met een goed salaris – evident zijn.” Hij benadrukt dat de werving ook
onder jonge basisartsen onverminderd doorgaat, ook al ziet het UWV jonge artsen na hun specialisatie tot verzeke- ringsarts met enige regelmaat verdwij- nen. “Ze willen bijvoorbeeld toch nog die wereldreis maken voordat ze aan een gezin beginnen. We leiden een hele generatie verzekeringsartsen op. Waar- schijnlijk profiteren we daar over vijf jaar van, als zij in de levensfase zitten die om meer vastigheid vraagt. Dan zit- ten zij hier goed met een vast contract, interessant werk en een goede beloning.”
<
´Hartstikke leuk vak´
Charelle Willems, 28 jaar en moeder van een dochter van 3 jaar, heeft in 2014 haar studie medicijnen afgerond. “Ik droomde van een carrière in de chirurgie. Maar dat werk, het ouderschap en een druk gezinsleven - mijn man heeft een eigen medische praktijk - bleken lastig te combineren. Voor mij is een carrière be- langrijk, maar er zijn ook andere belangrijke zaken in de wereld.” Nu volgt zij binnen het UWV de opleiding tot verzekeringsarts.
“Ik kwam sceptisch binnen, wist dat over het UWV niet positief werd bericht.” Binnen enkele weken was ze om. “Het UWV is een topwerkgever. Flexibel als het om werktijden gaat, een veilige plek om een opleiding te doen, mogelijkheden om een volgende stap te zetten, ondersteuning op alle vlakken.” Willems werkt in een team met een arbeidsdeskundige, een
re-integratiebegeleider, een sociaal-medisch verpleegkundige en een administratief ondersteuner. Het werk heeft meer dan alleen een puur medische kant. Verzekeringsgeneeskunde is allesomvattend, weet ze. “We kijken niet alleen naar bijvoorbeeld de vaten of het bewegingsmechanisme, we kijken naar de hele mens en naar de sociale context. Privéproblemen, schulden; het kan allemaal een rol spelen. Als wij iemand ondersteuning kunnen bieden, geeft dat voldoening. Daar bovenop werken we binnen een juridisch kader waar we rekening mee moeten hou- den. Alles combineren, dat maakt dit vak zo interessant.” De medische beoordeling heeft invloed op het inkomen van een cliënt. “Bij de beoordeling kan ik daar geen rekening mee
houden, mijn taak is een medisch objectief oordeel geven.” Dat leidt niet altijd tot begrip. “Agressie komt sporadisch voor. Daarvoor zijn we getraind. Ik kan altijd terugvallen op het team en bespreken of we vervolgstappen moeten zetten.” Onder haar vrienden en kennissen heeft Willems veel artsen.
“Er wordt nog wel eens negatief tegen dit werk aangekeken. Maar als ik vertel wat het werk inhoudt en waarom ik het zo leuk vind, zie je meningen veranderen en raken ze geïnteresseerd. En terecht. Ik heb geen stoffige saaie kantoorbaan. Het is gewoon een hartstikke leuk vak!”
<
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100