012 Interview Patholoog Frank van de Goot
E ‘Leren van
de doden’
De bekendste forensisch patholoog van Nederland is officieel geen forensisch patholoog meer. Omdat Frank van de Goot vindt dat óók nabestaanden van mensen die niet door een misdrijf om het leven zijn gekomen, antwoorden verdienen. “We moeten obductie standaard aanbieden.”
r hangen zo’n dertig stropdas- sen en een stuk of wat zwarte hoedjes aan de muur. Het heeft iets kunstzinnigs. ‘Van uitvaart- ondernemers die hier komen’, vertelt de secretaresse vanachter haar computer. Haar werkkamer
doet tevens dienst als pauzeruimte voor de me- dewerkers van het mortuarium en de afdeling pathologie. Frank van de Goot (52) neemt plaats aan een ronde tafel, met zijn rug naar de strop- dassen. De kelder van de Noordwest Zieken- huisgroep in Alkmaar is zijn werkterrein. Drie dagen in de week. De rest van de week kruist de patholoog het
land door om lezingen en onderwijs te geven en om ter plekke obducties te doen. Door zijn bekendheid van televisie wordt hij gebeld door nabestaanden uit het hele land. “In het zieken- huis mag ik alleen obductie doen op doden uit de regio. Als ik gevraagd word sectie te verrichten op een lichaam buiten de regio, dan ga ik daarnaartoe en doe ik mijn onderzoek in een uitvaartcentrum. Ik heb niet veel nodig.”
Hij doet dat allemaal pro deo. “Ik vind geld het stomste spul wat er is.” Voor een lezing vraagt hij een vrijwillige bijdrage voor de Stichting Forensisch Dieronderzoek, die hij een paar jaar geleden heeft opgericht met dierenarts Moni- que Verkerk. “Ik ben altijd een beestenmens geweest. We komen interessante dingen tegen. Laatst hadden we een staffordshireterriër. Ge- vonden langs de snelweg. De dierenpolitie dacht aan een road kill. Wij ontdekten afgezaagde tanden, een aanwijzing voor hondengevechten. Dan heb je ineens een spoor naar een internatio- naal goksyndicaat te pakken.” Forensisch dieronderzoek blijft Van de Goot
doen, meestal in de avond- en vroege ochtend- uren, en als een advocaat of officier van justitie hem vraagt, wil hij nog weleens een forensische obductie op een mens verrichten, maar zijn registratie als forensisch patholoog heeft hij na veertien jaar stopgezet. “Omdat ik niet langer kon verantwoorden dat ik me met misdrijven bezighield, terwijl er zo veel nabestaanden rondlopen met vragen over de doodsoorzaak van hun geliefden die geen antwoorden
<
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100