014 Interview
krijgen.” Van de 150.000 doden per jaar in Nederland wordt op circa 3.000 sectie verricht, waarvan 250 tot 300 gerechtelijke secties. “Wat dus betekent dat we van 98 procent niet precies weten wat de doodsoorzaak is. Als iemand thuis dood wordt gevonden en er zijn geen aanwij- zingen voor een misdrijf, dan fantaseren we er gewoon een doodsoorzaak bij. Een oorzaak die in ruim 20 procent van de gevallen faliekant fout is, blijkt uit verschillende studies.” Hart- en vaatziekten doodsoorzaak nummer
één? Een slag in de lucht, volgens Van de Goot. “Op basis van wat ik tegenkom, zeg ik: infectie- ziekten. Mensen hebben een slecht hart, maar gaan dood door een virus. Ik heb mensen op mijn tafel gehad die zijn overleden aan Creutzfeldt-Jakob en de bof. Nou, die ziekten kom je niet tegen op een doodsoorzakenformu- lier. In de week dat bekend werd dat het aantal mannen met longkanker daalde, heb ik bij drie mannen postmortaal longkanker ontdekt, zon- der dat die diagnose was gesteld.”
In de vangrail Dat er beleid wordt gemaakt op basis van statis- tieken waarvan maar de vraag is of ze kloppen, vindt Van de Goot bespottelijk. “Het kabinet wil het aantal verkeersdoden terugbrengen naar nul in 2030. Daarvoor worden allerlei verkeersvei- ligheidsmaatregelen genomen, maar ik denk: ga eerst al die doden eens onderzoeken. Je kunt een weg veiliger maken, maar daarmee voor- kom je niet dat iemand met een hartinfarct de vangrail inrijdt.” Met verbazing kijkt de patholoog ook naar
de campagne die de overheid heeft opgetuigd omdat het aantal zelfdodingen in Nederland nog nooit zo hoog was. “Nee, het aantal mensen met de diagnose zelfdoding was nog nooit zo hoog”, verbetert Van de Goot die stelling. “In de afgelo- pen jaren heb ik tientallen mensen onderzocht die onterecht het stempel zelfdoding hadden gekregen. Een tijdje terug nog. Een jonge dame, depressief, dood in bed. Lege pillensetjes er- naast. Eén en één is drie: zelfdoding. De familie kon het niet geloven, want het ging juist zo goed met haar. Ik maak het lichaam open: hersen- bloeding.” Terwijl de patholoog voor de derde keer
opstaat om zijn koffiebeker te vullen, zegt hij: “Van dat geld van die overheidscampagne had ik tot mijn pensioen alle doden van Nederland kunnen onderzoeken.” Het is een grap, maar Van de Goot pleit voor veel meer obducties. “In elk geval bij alle verkeersdoden en veronder- stelde zelfdodingen. Nog beter zou het zijn om alle mensen die thuis dood worden gevonden te onderzoeken. Want reken maar dat daar erfelij- ke doodsoorzaken bij zitten die rechtstreekse consequenties hebben voor nabestaanden.”
CURRICULUM VITAE
Frank van de Goot
(1967) geboren in Meppel 1982-1984
lts en mavo, Amersfoort 1984-1988
Middelbare laboratorium- school, Amersfoort 1988-1989
Hogere laboratoriumschool, propedeuse, Nijmegen 1989-1998
geneeskunde, Vrije
Universiteit, Amsterdam 1998-1999
arts-assistent, afdeling fo-
rensische pathologie, Johan Wolfgang Goethe Universität, Frankfurt
1999-2004
klinisch patholoog in oplei- ding, VUmc, Amsterdam 2003-2004
internship forensische patho- logie, Nederlands Forensisch Instituut (NFI), Den Haag 2004-2010
forensisch patholoog, Ne-
derlands Forensisch Instituut (NFI), Den Haag 2005-2012
klinisch patholoog en onder- zoeker, afdeling pathologie,
Vrije universiteit, Amsterdam 2005-heden
docent en gastdocent
forensische pathologie, diverse instituten 2009-heden
docent forensische
dierenpathologie, opleiding diergeneeskunde,
Universiteit Utrecht 2014-heden
medeoprichter en onder-
zoeker, Stichting Forensisch Dierenonderzoek 2014-heden
klinisch patholoog (neuro-on- cologie, obductiepathologie), Noordwest ziekenhuisgroep Alkmaar
Jaarlijks worden er tien- tot vijftienduizend mensen dood gevonden in huis. Is het niet onbetaalbaar om die allemaal te onderzoeken? “Het is een mythe dat een obductie tienduizen- den euro’s kost en maanden duurt. Dat geldt alleen voor gerechtelijke secties die door het NFI worden gedaan. Het NFI heeft met allerlei dure procedures te maken en moet voor twee- tot driehonderd zaken per jaar een hele afdeling draaiende houden. Wij draaien mee op de routi- ne van het ziekenhuis. Als we hier een lichaam onderzoeken, kost dat 500 euro. Hoe lang we ermee bezig zijn?” Zijn blik gaat naar de klok. Het is even na elf uur. “We zijn vanochtend om negen uur begonnen en hebben twee obducties gedaan.” Nu betaalt het ziekenhuis die 500 euro als
‘een soort van service’, maar in de ogen van Van de Goot zouden zorgverzekeraars klinische obducties moeten vergoeden. “De zorgverzeke- ring zou niet moeten stoppen bij het overlijden, maar moeten doorlopen tot de uitvaart. Dat betaalt zich dubbel en dwars terug. We kunnen zoveel leren van de doden. Bijvoorbeeld wat een dure kankertherapie werkelijk met tumoren heeft gedaan. We kunnen een erfelijke hartaf- wijking ontdekken, waardoor we broers, zussen en kinderen kunnen screenen en misschien al een pacemaker kunnen plaatsen. En voor nabe- staanden is het een enorme opluchting als zij horen dat de ‘zelfdoding’ van hun dierbare toch een natuurlijke dood blijkt.”
Alles of niks Bekostiging van obducties door de zorgverze- keraar zou volgens de patholoog hand in hand moeten gaan met een systeemwijziging. “Als je wat mankeert, ga je naar de huisarts. Volgende halte is het ziekenhuis en daarna volgt een aca- demisch centrum. Die constructie is gecreëerd om de zorg betaalbaar te houden. Maar wordt iemand dood aangetroffen in huis, dan stuurt justitie een schouwarts langs en is het alles of niks. Bij verdenking van een misdrijf gaat het lichaam naar het NFI. Geen verdenking? Geen onderzoek. Ik vind dat daar een laag tussen moet: een paar plekken in Nederland waar we laagdrempelig klinische obducties kun- nen doen, met forensische ervaring. Zodat we nabestaanden antwoorden kunnen geven en zo nodig kunnen opschalen naar het NFI. Het onderwerp doodsoorzaak zou niet bij justitie, maar bij de gezondheidszorg moeten liggen.” Het is niet Van de Goots bedoeling obductie
te verplichten. “Het moet verplicht worden aangeboden. Bij thuisvindingen, maar ook in het ziekenhuis, door een nurse practitioner die hierover in gesprek gaat met nabestaanden. Nu wordt obductie in het ziekenhuis vaker niet dan wel aangeboden. Want hoe minder je kijkt, hoe
<
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100