search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Tekst: Paul Hanrath


Juridisch 023


VRAAG Concurrentiebeding


Een anesthesioloog wil een overstap maken naar een orthopedische en sportmedische kliniek, gevestigd in hetzelfde ziekenhuis. De anes- thesiologencoöperatie waarbij hij is aangesloten, beroept zich op het concurrentiebeding. De anesthesioloog start een kort


geding waarna de rechter oordeelt dat hij mag overstappen. Een van de overwegingen van de rechter is dat een anesthesioloog een onder- steunend specialist is, zonder eigen patiënten waardoor het concurren- tiebeding niet van toepassing is. Een anesthesioloog uit een ander


ziekenhuis wil óók bij deze kliniek gaan werken en zijn coöperatie van anesthesiologen beroept zich ook op het concurrentiebeding. Ook deze anesthesioloog start een procedure. Zijn coöperatie heeft in de geschillen- regeling bepaald dat geschillen wor- den voorgelegd aan het Scheidsge- recht Gezondheidszorg. Dit gerecht oordeelt dat het concurrentiebeding ruim moet worden uitgelegd. Het feit dat anesthesiologen geen eigen patiënten hebben, is hier níet door- slaggevend. De vordering van deze anesthesioloog wordt afgewezen. Hoe kan het dat deze zaken een verschillende uitkomst hebben?


ANTWOORD Ruimere uitleg


Natuurlijk staat voorop dat het hier om twee verschillende zaken gaat, met elk hun eigen feiten. Niettemin is het voorlopige resultaat dat de anesthesioloog in de eerste zaak met een ‘gerust hart’ de overstap kan wagen, terwijl dat in de tweede zaak niet het geval is. De (burgerlijke) rechter in de eerste zaak stelt om te beginnen vast dat


het belang van het concurrentiebeding alleen is om ‘het zorgaanbod van de coöperatie van medisch specialisten en de zorginstelling te bescher- men’. Het beding dient niet ter bescherming van een rechtstreeks eigen belang van de anesthesiologencoöperatie. Omdat het ziekenhuis niet meer zelf orthopedische zorg zal aanbieden, kan de orthopedische kliniek niet concurreren met het ziekenhuis. Tot zover begrijpelijk. Opmerkelijk is echter de overweging van de rechter dat anesthesiologie niet tot ‘het zorgaanbod’ van het ziekenhuis kan worden gerekend. Volgens de rechter is een anesthesioloog een ondersteunend specialisme en heeft een anesthesioloog in beginsel geen eigen patiënten, die hij dus ook niet kan ‘meenemen’. De slotsom van de rechter is dat de anesthesioloog niet aan het concurrentie- beding is gebonden. In de tweede zaak betoogt de anesthesio- loog ook dat hij geen poortspecialisme uit-


Het Scheidsgerecht Gezondheidszorg hanteert een andere maatstaf dan de burgerlijke rechter


oefent. Hierover oordeelt het Scheidsgerecht dat het ‘ongerijmd zou zijn als de aard van het medisch specialisme ertoe zou leiden dat het concurrentie- beding zo moet worden uitgelegd dat het geen reële betekenis meer heeft’. Het Scheidsgerecht hanteert daarmee een andere maatstaf dan de


rechter in de eerste zaak en legt het beding ruim uit, waardoor dit beding – anders dan in de eerste zaak – niet opzij wordt geschoven. Het is dus niet eenduidig hoe een concurrentie-


beding zal worden uitgelegd. Zaak is om bij een mogelijke verandering van werkomgeving eerst goed uit te zoeken welke consequenties het con- currentiebeding kan hebben.


Paul Hanrath is juridisch adviseur bij VvAA


Juristen en


advocaten van VvAA ondersteunen leden bij uiteenlopende problemen


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100