search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
078 Reacties


Reacties op artikelen in Arts en Auto of op de website zijn welkom. De redactie behoudt zich het recht voor brieven te wei- geren of brieven langer dan 150 woorden in te korten. U kunt uw brieven sturen naar: Redactie Arts en Auto, Postbus 8153, 3503 RD Utrecht of: brieven@artsenauto.nl


dergelijke landen, die van de gezond- heidszorg in het bijzonder. Kennelijk neemt onze regering het


verlies van BIG-registratie voor lief bij die artsen die zich belangeloos inzetten voor de bevolking van lage-inkomenslan- den. Het zal daardoor mogelijk minder aantrekkelijk kunnen worden voor Ne- derlandse artsen om elders in de wereld, waar het meer nodig is dan hier, te gaan werken. R.J. Vierhout, arts, oud-chirurg en tropenarts


Artsentitel (25) Het feit dat artsen die om verschillende redenen niet in aanmerking komen voor herregistratie, de academisch verworven artsentitel niet meer mogen gebruiken zon- der daaraan de woorden ‘niet praktiserend’ toe te voegen, roept veel reacties op. In Arts en Auto 10 publiceerden we een artikel over de kwestie.


Naast het verlies van de artsentitel voor gepensioneerden en anderen, die niet meer (voldoende) werken, is er nog een groep wel degelijk werkende artsen die na 1 januari 2018 hun BIG-registratie makkelijk en onterecht kunnen ver- liezen. Het betreft die artsen die nu, meestal fulltime en voor enkele jaren, in een ontwikkelingsland werken of gewerkt hebben. Ondanks hun inzet, harde werken en de vele uren die ge- maakt worden is het vrijwel onmogelijk om de vereiste 2080 gewerkte uren over de laatste vijf jaren te bewijzen, vanuit dergelijke ongestructureerde landen. Dit geldt dan vooral voor de niet-AIGT artsen die vaak niet aan een officiële organisatie gebonden zijn. Deze artsen werken vrijwel altijd


onbezoldigd of met slechts geringe ver- goeding, maar worden bij terugkeer naar Nederland getrakteerd op het verlies van hun BIG-registratie en hun artsentitel. Dit terwijl er vanuit de Nederlandse maatschappij toch royaal steun is voor deze vorm van hulp aan ontwikkelings- landen. Daarbij laat het CIBG (de uitvoerende


instantie aangaande BIG van het minis- terie van VWS) keer op keer blijken geen enkel idee te hebben over de situatie in


Artsentitel (26) Met grote blijdschap lees ik de laatste weken de reacties op het niet meer mo- gen voeren van de artsentitel. Het is een onderwerp wat gelukkig onder de colle- ga’s erg leeft en ik denk er net zo over. Belachelijk dat je de met veel en hard werken verkregen titel niet maar mag voeren. Een grote omissie van de KNMG , dat zij zich door Hoogervorst destijds zo het bos in heeft laten sturen. Ik zie ook veel oproepen er iets aan te


doen , maar niemand neemt het voor- touw. Bij deze mijn oproep aan de KNMG - wellicht dat ook Arts en Auto hiervoor een beroep kan doen op de KNMG en een oproep kan doen in dit tijdschrift - om iedereen te vragen reacties te sturen naar de minister en de KNMG, zodat ook echt stappen worden ondernomen. J.H.P.Slothouber, gynaecoloog ( niet praktise- rend, schijn ik te moeten schrijven)


Tuchtrecht In Arts en Auto 12 (2018) verscheen een achtergrondartikel over de beleving van (para)medici wanneer zij met maatregelen uit het medisch tuchtrecht te maken krijgen.


In het artikel in Arts en Auto legt Martin Appelo de vinger op de zere plek; maat- regelen van het tuchtcollege kunnen door professionals als beledigend en kwetsend worden ervaren, met name als een maatregel leidt tot publicatie in een lokale krant (met naam en toenaam). Ook mij overkwam dat bij de eerste klacht na ruim 25 jaar praktiseren als huisarts, en het is een bijzonder nare ervaring. Het nut van deze ‘naming en shaming’, is niet duidelijk en wordt ook niet uitgelegd door het tuchtcollege. Tuchtrechter Van Sandwick ziet het als ‘een zakelijke terechtwijzing’, maar ik zie het als een Middeleeuws gebruik; het aan de schandpaal nagelen van een reeds


gestrafte . De privacy van een veroordeel- de crimineel wordt nog beter beschermd dan de privacy van een zorgprofessional. A.J.J van Eerden, huisarts


Euthanasie Onder de titel ‘Mijn ambivalentie rond eu- thanasie’ schreef kunstenaar, publicist, Arts en Auto-blogger en huisarts (niet praktise- rend), Ignace Schretlen, in Arts en Auto 01, een persoonlijke analyse rond het thema euthanasie


Ik ben gegrepen door de zeer gedegen en heldere analyse over euthanasie die colle- ga Schretlen schrijft over de Nederlandse praktijk van de afgelopen decennia en zijn eigen mening en gevoel daarbij. Het helpt mij zeer om mijn eigen standpunt daarin voortdurend te blijven controleren aan de ethiek en ook het grote verschil van verschillende patiënten daarin, met elk hun eigen achtergrond. Ik hoop dat Schretlen zelf nog lange tijd in staat is een bijdrage aan deze discussie te blijven leve- ren, zodat euthanasie, terecht natuurlijk, geen ‘standaardbehandeling’ wordt. Ik wens hem alle goeds en wijsheid. Bart Coppens, huisarts Balk


Euthanasie (2) Als voormalig huisarts is het verhaal van collega Schretlen voor mij heel invoel- baar. Het begeleiden van patiënten en familie tijden de stervensfase was voor mij een wezenlijk en dankbaar onder- deel van mijn taak als huisarts. Na de felle maatschappelijke discussies


in de jaren tachtig werd de uitvoering van de euthanasie bij de huisarts als een nieuwe taak op zijn bordje gelegd. Mel- dingsplicht en het volgen van de juiste procedure moesten de arts in kwestie juridisch vrijwaren van de beschuldiging van actieve medewerking aan vrijwillige levensbeëindiging (i.c. moord). Als hier volgens justitie aan was voldaan, volgde er na enkele weken een schriftelijk bericht van vrijspraak. Naast de persoon- lijke verwerking van het gebeuren is dit voor een arts een onbehaaglijke periode. Een gevoel van oneerlijkheid komt hier bij mij op. Hoe zit het dan juridisch met de passieve medewerking van de erbij aanwezige familie? Collega Schretlen vraagt zich in het


artikel af wat er in de loop der jaren met zijn (lees ook: mijn) morele kompas is gebeurd. Ik denk dat het onbewust is


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92