search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Tekst: Wout de Bruijne Beeld: De Beeldredaktie/Jasper van Overbeek


‘Oorlog doet veel met een mens’


afleiding en te veel tijd voor nare herin- neringen. Tot mijn 25ste had ik geleefd in een land waar het vrijwel altijd oorlog was. Eerst was er de oorlog tussen de Sovjet-Unie en de Moedjahedien en daarna volgden de burgeroorlog en de Taliban. Op weg naar school zagen wij als kind lijken op straat liggen en in de bomen hangen. Ik vergeet nooit dat ik eens uitgehongerde mensen gras zag eten. En ook raak ik nooit de beelden kwijt van een nieuwjaarsviering in onze woonplaats Mazar-I-Shariff. Opeens werd de feestvierende menigte bescho- ten. Mijn broertje en ik ontkwamen aan het bloedbad door ons in een greppel te verstoppen. Het gepieker in het asielzoekers-


centrum verminderde snel toen wij eindelijk een permanente verblijfsver- gunning kregen. Ik voelde mij bevrijd en was weer wat ik eerder was geweest, een volwaardig mens. We konden een nieuw bestaan opbouwen. Maar nog niet helemaal. Onze be-


roepsdiploma’s waren hier niet geldig. We werden op een integratietraject gezet en gekoppeld aan een begeleider. Ik noem geen plaats en naam, maar ik kan me zijn gezicht nog zo voor de geest halen. Hij zou twee jonge gretige mensen begeleiden die de taal wilden leren en zo gauw mogelijk in de zorg wilden werken. Maar in plaats van ons te motiveren, stelde hij voor dat we bij een kipverwerkingsbedrijf zouden sollicite- ren. Ik heb hem gezegd dat ik hem nooit meer wilde zien. Uiteindelijk kwam ik via via terecht bij het UAF. Die stichting


helpt hoogopgeleide vluchtelingen om de studie hier te voltooien of gedeelte- lijk over te doen. Ik werd door het UAF gesteund en gesponsord en studeerde opnieuw geneeskunde in Groningen, vanaf het vijfde jaar. Inmiddels ben ik huisarts in Staphorst


en werkt mijn vrouw in het Isala zieken- huis in Zwolle, de stad waar we met onze twee dochters wonen. Ik heb ook een tijdlang bij de ggd in Zwolle gewerkt. Daar kreeg ik veel te maken met dak- en thuislozen. Ook toen ik daar al niet meer werkte, werd ik op straat regelmatig


‘Als kind zag ik lijken in de


bomen hangen’


aangesproken door hulpzoekenden, zoals illegalen die onverzekerd waren en nergens terecht konden. Als een mens in nood mij om hulp


vraagt omdat hij elders wordt gewei- gerd, dan help ik. En ik nam in een en- kel geval weleens iemand mee naar huis om een luisterend oor en een tijdelijk onderdak te bieden. Mijn vrouw vond dat goed, wij overleggen alles met elkaar en verschillen niet van inzicht wanneer het op hulpverlening aankomt. Een leven lang oorlog doet veel met een mens. We weten beiden uit eigen ervaring hoe belangrijk hulp op zo’n moment is.


Maar toen bekend werd dat een ‘straat- dokter’ in Zwolle gratis onderdak bood, nam het aantal ‘gasten’ toe en werd dat te belastend voor ons gezin. Ik ging op zoek naar een ruimte waar ik cliënten profes- sioneel kan helpen en sinds dit jaar mag ik een aangepast vergaderkamertje in de WRZV-(sport)hallen in Zwolle gebruiken als praktijkruimte. Daar geef ik één mid- dag per week basale zorg. Zwolle heeft zo’n veertig permanente daklozen. Het zijn vooral mensen die financieel aan de grond zitten en de verzekering niet meer kunnen betalen. Daarnaast hebben we een ongeveer gelijk aantal ‘passanten’, zoals uitgeprocedeerde asielzoekers. Ik werk nu nog alleen en moet het qua


medische apparatuur doen met donaties. Overtollige, ongebruikte apparaten zijn van harte welkom. Ik heb een aanvraag ingediend om te worden erkend als stich- ting. Als dat lukt, wil ik er graag een verpleegkundige bij hebben. In diverse grote steden zijn al langer


straatdokters. Ze zijn er omdat er steeds meer mensen zijn die niet in de regulie- re zorg terechtkunnen. Op papier staat dat ook onverzekerden medische zorg moet worden verleend. Maar ik hoor van mijn cliënten dat ze niet naar de huisarts kunnen of geen medicijnen bij de apotheek krijgen. Ik weet niet waarom ze worden geweigerd. Ik ga niet onderzoeken waarom het systeem blijkbaar niet goed werkt. Als ik word gevraagd, help ik. Ieder mens heeft recht op hulp.


r_zoubin@hotmail.com


ArtsenAuto september 2016


” 031


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92