search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Ethiek


41


ogen de doorslag. Maar dat de piloot daarmee onschuldige levens beëindigt om die van anderen te redden, leidt tot problemen zodra je daar een algemeen moreel beginsel van maakt. Mag je mensenlevens opoff eren om andere mensenlevens te redden? En ben je bereid daar ook zelf verantwoordelijk- heid voor te nemen? Als je daarover doorpraat, blijkt die utilistische intuïtie al snel minder vanzelfsprekend dan gedacht.’


‘Fake news’ Niet alleen ethiek, maar ook andere onderdelen van de fi losofi e zijn volgens Paulissen belangrijk voor de mentale vorming van militairen. ‘Ik denk dan vooral aan die onderdelen die een duidelijke verbinding hebben met het praktische leven. Naast ethiek zijn dat bijvoorbeeld logica en argumentatie- leer, vakken waarin je de geldigheid van argumenten leert beoordelen. In tijden van ‘fake news’ is dat een nogal belangrijke vaardigheid.’ Paulissen weet waarover hij praat. In 2019 rondde hij aan de Universiteit Utrecht een deeltijdstudie fi losofi e af. Een van de belangrijkste inzichten die hij daar opdeed, vertelt hij, is dat er voor de meeste morele vragen niet één onbe- twistbaar juiste oplossing is.


Schade Voor zijn eindscriptie onderzocht hij het stoïcisme, een praktische fi losofi e uit de Oudheid, en welke waarde dat heeft voor militairen. ‘Militairen kunnen bij een uitzending te maken krijgen met angst, geweld en dood en daarbij mo- rele schade oplopen. Dat uit zich vaak in gevoelens van schaamte en schuld. De leer van het stoïcisme zegt dat onze gevoelens niet op zichzelf staan, maar


het gevolg zijn van onze gedachten. Daarnaast moedigt het ons nadrukke- lijk aan om onderscheid te maken in za- ken waarop je wel of geen invloed kunt uitoefenen. Met die uitgangspunten kun je militairen bijvoorbeeld aanleren hun eigen emoties te analyseren en te beïnvloeden en met hen refl ecteren op wat binnen hun eigen invloedssfeer valt en wat niet.’


Preventief Paulissen zou graag zien dat al in de voorbereiding op een missie de vraag wordt meegenomen hoe je kunt om- gaan met de mogelijke gevolgen ervan. ‘We leren onze mensen nu van alles over het missiegebied, het klimaat, de culturele conventies, wat ze er militair gezien wel en niet mogen, maar we zouden ze ook mentale weerbaarheid moeten leren. Hoe gaat deze missie mij veranderen en hoe kan ik dealen met morele dilemma’s die ik tegenkom?’ Nederland, meent hij, zou op dit punt een voorbeeld kunnen nemen aan de ‘warrior resilience’ - trainingen die al jaren gangbaar zijn in het Amerikaanse leger. ‘Daar valt best wat op af te dingen, ze zijn bijvoorbeeld nogal Amerikaans van toon, maar het idee zoiets preventief en niet pas achteraf in te zetten vind ik erg goed. We vinden “vorming” van onze militairen heel belangrijk in Nederland, maar mentale weerbaarheid is daarbij een soort bijvangst. Terwijl het een volwaardig onderdeel van die vorming zou moeten zijn.’


Over Tobias Paulissen


Paulissen (1971) begon zij n militaire loopbaan in 1990 aan de KMA, waar hij werd opgeleid tot artillerist bij de landmacht. De eerste tien jaar na zij n opleiding zat hij bij parate eenheden. Daarna had hij verschillende staf- en adviesfuncties binnen Defensie. Zo was hij docent militaire operationele wetenschappen op de Nederlandse Defensie Academie en maakte hij deel uit van het Defensie Cyber Commando. Sinds een jaar werkt hij op de afdeling Trends & Concepts van het Land Warfare Centre, dat de invloed van ontwikkelingen op militair landoptreden onderzoekt en nieuwe concepten ontwikkelt. Paulissen werd twee keer uitgezonden: in 1999 naar Kosovo en in 2009 naar Afghanistan. In 2019 voltooide hij een filosofiestudie.


checkpoint


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76