Veteraan in de Klas
51
Fotocollage Wat is een veteraan, wie kent er eentje, wat is oorlog, wat zijn redenen om oorlog te voeren, hoeveel oorlogen hebben we tot nu toe gehad, noem er eens een paar? Tijdens zijn les stelt Rob veel vragen aan de leerlingen. ‘Mijn opa is veteraan. Hij moest de koningin beschermen tijdens de Tweede Wereldoorlog’, vertelt een jongen. ‘Eerste Wereldoorlog!’ klinkt het uit de klas, als Rob naar oorlogen vraagt. Al snel klinken ook de Tweede Wereldoorlog en het gewapende confl ict tussen Ierland en Engeland. ‘De Koude Oorlog!’ roept iemand. ‘Da’s een mooie. Dat was eigenlijk geen echte oorlog, maar een gewapende vrede’, legt Rob uit. ‘Weten jullie wie dit allemaal zijn?’ vraagt hij bij een collage van foto’s uit de Tweede Wereldoorlog. ‘Stalin!’ roept een jongen achter in de klas. Hij doelt op de man naast Adolf Hitler. Iemand anders weet dat dat Anton Mussert is. ‘Ja, heel goed, je weet het wel!’, moedigt een van de docenten aan.
Veteraan in de Klas
Veteranen bezoeken scholen en gaan in gesprek met leerlingen
over hun uitzending. Deze gast- lessen zijn een goed voorbeeld van levend en bevraagbaar
onderwijs. De kracht zit in de per- soonlijke verhalen over militaire ervaringen en de gevolgen
daarvan. Gastsprekers van het Veteraneninstituut verzorgden vorig schooljaar ruim 1581
gastlessen, waarmee meer dan 50.000 leerlingen werden bereikt.
Tijdens zijn presentatie van anderhalf uur staat Rob stil bij oorlog, vrede, vrijheid, zijn deelname aan de UNIFIL- vredesmissie in Zuid-Libanon en de militaire training die daaraan vooraf- ging. Hij vertelt over het gebrek aan privacy en hoe hij contact onderhield met zijn familie. ‘We stuurden brieven, die waren een paar weken onderweg. Op duizend man was er één satelliette- lefoon. Poepen deden we in een gat in de grond, en eens in de zoveel tijd staken we de inhoud van dat gat in de brand.’ De klas huivert. ‘Douchen deden we alleen als er genoeg water was, en soms hadden we dat dus een week niet. Maar als je allemáál een week niet doucht, ruik je elkaar niet. Probeer het maar eens met zijn allen’, grapt hij. Ondertussen stellen de leer- lingen vragen. ‘Heb je weleens iemand neergeschoten?’ ‘Gelukkig niet’, zegt Rob, en hij legt uit dat militairen die mensen hebben moeten doodschieten, daar nog jarenlang nachtmerries en psychische problemen van kunnen hebben. ‘Heb je spijt dat je gegaan bent?’ ‘Nee.’ ‘Wat vond je moeder ervan?’ ‘Verschrikkelijk’, zegt Rob. ‘Wat deden jullie nou eigenlijk precies daar?’ ‘Patrouilles lopen en de bevolking helpen, bijvoorbeeld als ze een dokter nodig hadden.’ ‘Bent u een keer terug geweest?’ ‘Nee, maar dat ga ik zeker nog doen.’
Machteloos ‘Wat is je het meest bijgebleven?’, vraagt een van de docenten. Rob valt stil. Hij slikt en krijgt tranen in zijn ogen. ‘Jongens, sorry.’ Hij vertelt over de aanslag die hij meemaakte, vlak bij zijn post. Hoe hij en zijn maten een klap hoorden, hun wapens en EHBO-spullen pakten en ernaartoe snelden. Hoe ze jongens zagen liggen van hun eigen leeftijd, waar ze niks meer voor konden
‘Sinds mijn uitzending waardeer ik zoveel meer wat we hier allemaal hebben’
doen. Hoe machteloos hij zich op dat moment voelde. En hoe het, ook na 37 jaar, nog steeds niet went om zoiets gezien te hebben. De klas is muisstil. ‘Oorlog is een smerig bedrijf, jongens. Sinds mijn uitzending waardeer ik zo- veel meer wat we hier allemaal hebben. Gewoon op een schone wc kunnen zitten. Warm water uit de douche. En onze vrijheid. Ik zie de vanzelfspre- kendheid waarmee onze welvaart, luxe en vrijheid ervaren worden. We leven in Nederland al 75 jaar in veiligheid en in vrijheid, weet je hoe bijzonder dat is? De meeste mensen in dit land beseff en dat niet. Maar denk maar eens aan je telefoon, die is zo vanzelfsprekend, dat je je niet kunt voorstellen dat je ooit zonder moet doen. Totdat je hem een tijdje moet missen, omdat hij wordt afgepakt of kapot is. Je weet pas wat je mist als het weg is. Koester jullie vrij- heid en neem die nooit voor lief.’
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77