search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
14 over Serge:


BETROUWBAAR GRAPPIG LOYAAL


Serge en Arnold ontmoetten elkaar bij de voorbereidingen voor hun uitzending naar Bosnië, in 1996. Maar ze leerden elkaar pas goed kennen tijdens de vele uren die ze samen doorbrachten in de cabine van de vrachtwagen.


Tekst Anne Salomons Fotografi e Peter Bak Arnold


Serge van Dijk (47)


BOSNIË 1996/1997


FUNCTIE Takelwagenchauffeur


‘ We blèrden keihard mee met Rob de Nijs en Hazes’


Serge: ‘In de takelwagen hebben we heel Joegoslavië door gecrost. Twee keer per week moesten we vanuit Busovača naar Split om bij de luchthaven spullen op te halen. Als we dan klaar waren, altijd eerder dan al die andere jongens, gingen we meteen naar de bar van het hotel om rum-cola te drinken, met die Joegoslavische rum. Het klikte meteen met Arnold; dezelfde humor en grappen, en we wisten meteen wat we aan elkaar hadden. We hadden aan een half woord genoeg. Hij is wat rustiger en bedachtzamer dan ik. Ik kon nog weleens ondoordacht reageren en dan remde hij me af. Zo vulden we elkaar prima aan.


We sliepen in dezelfde prefab en deden ook alles samen; zaten altijd met z’n tweeën op de vrachtwagen. Om de zoveel uur wisselden we van plek. En we draaiden constant muziek. Nederlandstalig, dan kon je zo lekker hard meezingen. Arnold zong heel erg vals, die zal nooit Holland’s Got Talent winnen. Maar dat maakte niet uit, niemand kon ons toch horen. Ik vergeef het hem. Alleen die eeuwige sambal van hem, dat doet hij werkelijk overal op. Van die heel hete sambal. Gingen we pizza eten, dan kwakte hij er een hele pot sambal op, ook op zijn pasta, boterhammen, maakte niet uit. Op alles. Het leuke is dat we elkaar na de


diensttijd gewoon weer tegenkwamen bij hetzelfde sleepbedrijf, waar we allebei voor hebben gewerkt. En onafhankelijk van elkaar zijn we ook reservist geworden. Echt toeval. Nu zien we elkaar in ieder geval maandelijks bij de kazerne in Stroe. Maar hij komt ook regelmatig naar het Veteranen Ontmoetingscentrum in Eefde dat ik drie jaar geleden samen met mijn vrouw heb opgezet. Daar organiseer ik onder andere wandeltochten, lezingen en verzorg ik natuurlijk maaltijden. Je hoeft maar tegen Arnold te zeggen dat er eten is, en dan komt hij. En ja, de pot sambal staat altijd voor hem klaar.’


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77