50
Het Spinoza Lyceum in Amsterdam- Zuid, 10 uur op een woensdagmorgen in oktober. Havoklas 2ha3, een groep van 29 leerlingen van 13 en 14 jaar, heeft zich samen met drie docenten in lokaal L011 verzameld om van Rob van Beek te horen hoe het is om op vredes- missie te zijn, wat oorlog eigenlijk is en waarom er oorlogen worden gevoerd in de wereld. Alle tafels zijn tegen de mu- ren geschoven en een deel van de leer- lingen zit boven op die tafels. De rest zit in het midden. Het lokaal is klein voor de grote groep, maar het gaat net.
H
Vrijwillig Rob vindt het prettig om geen tafels tussen hem en de leerlingen in te hebben, vertelt hij terwijl we even in de lerarenkamer wachten tot de leerlingen klaar zijn met het voorbereiden van hun vragen. ‘Openheid, geen obstakels,
vind ik het prettigst. Waarom ik aan Veteraan in de Klas meedoe? Iets doen voor een ander, voor de maatschappij, vind ik belangrijk’, legt hij uit. ‘Daarom heb ik me tijdens mijn dienstplicht ook vrijwillig aangemeld om naar Zuid-Libanon te gaan. Geen idee waar ik aan begon natuurlijk. Ik was 20. Na mijn dienstplicht ben ik het burgerleven ingegaan. Ik verzorg nu zo’n 35 gastles- sen per jaar, soms meerdere op een dag op dezelfde school. Op basisscholen zit er vaak veel beweging in de klas. Daar willen ze natuurlijk allemaal het kogel- werende vest passen. Dat weegt vijftien kilo hè, sommige van die kleintjes vallen bijna om als ze het aankrijgen! Lesgeven kost best wat energie, maar meestal kom ik moe en tegelijk positief opgeladen uit een klas.’ Als we naar het lokaal gaan, trekt Rob zijn colbert aan. De revers zijn bespeld met het Draaginsigne Veteranen, een witte anjer, een Nederlandse herinne- ringsmedaille, een VN-medaille en het
‘Iets doen voor de maatschappij, vind ik belangrijk’
draaginsigne van de Nobelprijs voor de Vrede. Dat laatste is onder meer toege- kend aan UNIFIL, de vredesmacht in Libanon waarvan Rob deel uitmaakte. De klas is rumoerig, maar Rob begint onverstoorbaar met zijn les, erop ver- trouwend dat hij met zijn presentatie de aandacht van de leerlingen vanzelf vangt. Een ‘shhhh’ van een van de do- centen maant de klas tot stilte.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77