prima in de gaten wat voor gevaar wij voor hun eenheden vormden. Dan is het de kunst de bemanning scherp te houden en te voorkomen dat het gevoel van saamhorig- heid onder de bemanning wordt aangetast door oplo- pende spanningen en, wat wij noemen, akkefietjes: ver- velende incidenten tussen bemanningsleden onderling. Gelukkig heb ik dat nooit meegemaakt.”
Terug aan wal
In tegenstelling tot militairen die dienden tijdens ‘gewone’ vredesoperaties kregen tot voor kort de deelne- mers aan geheime missies na terugkeer geen herkenbare blijk van waardering en erkenning in de vorm van een
herinneringsmedaille. Hoe ervoer het personeel des- tijds het uitblijven van die medaille? Van Zaalen: “Voor mezelf heb ik zo’n medaille eigenlijk nooit zo belangrijk gevonden. De mensen die voor mij belangrijk waren, wisten immers wel wat ik zoal had gedaan en op basis daarvan krijg je erkenning binnen je eigen dienst. Ik ben daar anders over gaan denken toen ik voor het eerst mee- maakte hoe de bemanning van een teruggekeerde boot in het bijzijn van hun familie, vrienden en collega’s met alle ceremonieel door de Commandant Zeestrijdkrachten werd onderscheiden.” Kuin: “We zijn dus nu gelijkgetrokken met al onze andere militaire collega’s en op dit moment vindt er ook een inhaalslag plaats. Dat wil zeggen dat een groot aantal onderzeebootoperaties dat in het verleden heeft plaats- gevonden voor het betrokken personeel alsnog leidt tot de veteranenstatus. En wat mij betreft gaat er ook zo snel mogelijk een detachement van deze veteranen meelopen in Den Haag tijdens de viering van de Veteranendag. En over die veteranenstatus gesproken: ook binnen de Onderzeedienst horen we met enige regelmaat de oproep deze status ook te verlenen aan de collega’s die tijdens de Koude Oorlog actief zijn geweest. Het is niet aan ons om een waardeoordeel te geven over deze Koude Oorlog- operaties. De speciale onderzeebootmissies die tijdens deze periode zijn uitgevoerd, komen niet in aanmerking voor de veteranenstatus, maar dat neemt niet weg dat ook deze missies als superspannend werden ervaren!”
Intense periode Voor de mannen van de Onderzeedienst zijn dit soort
Henk-Jan Kuin als commandant van
Hr.Ms. Tijgerhaai. Foto: privécollectie Henk-Jan Kuin
geheime patrouilles markante momenten in hun marine- carrière. Van Zaalen: “Ja, voor mij waren het de meest intense periodes in mijn loopbaan. Ik heb ze heel nadruk- kelijk met de hele bemanning beleefd, waardoor ik er nog met regelmaat én met een goed gevoel op terugkijk. Zulke patrouilles dragen bij aan je professionele vorming als militair. Per slot van rekening zit je een maand onder oor- logsomstandigheden onder water waarbij je onder hoge spanning opereert. Je komt hooguit één keer per week ’s nachts eens even vijf minuten boven om, zoals dat heet in het jargon, snel ‘de ramen te lappen’, hetgeen neer- komt op het schoonmaken van de periscoop.” Kuin: “Ook voor mij was het heel bijzonder. Daarnaast heb ik zowel in de voorbereiding op als tijdens die geheime onderwateroperaties geleerd dat je geluk in belangrijke mate zelf kunt afdwingen, namelijk door ervoor te zorgen dat je materiaal in goede staat is en dat je bemanning en jijzelf perfect zijn getraind. Later ben ik in een walfunctie uitgezonden geweest naar Afghanistan. Hoewel het gevaar daar objectief gezien misschien wel minder was dan in de Adriatische Zee, voelde ik me in Afghanistan toch minder veilig. Ik vond het daar soms wel iets weg hebben van Russische roulette met links en rechts die inslaande raketten. Je hebt het zelf veel minder in de hand en feitelijk is het aftellen tot je een keer aan de beurt bent. Zo’n gevoel heb ik aan boord nooit gehad, en ik weet zeker dat dit ook geldt voor de collega’s die van- daag de dag worden ingezet in de antipiraterijmissie voor de kust van Somalië of de diverse inlichtingenoperaties die op andere plaatsen worden uitgevoerd.”
Medio 1994: Jeroen van Zaalen op de ‘sail’ (de toren) van
Hr.Ms. Walrus in de Straat van Gibraltar. Foto: privécollectie Jeroen van Zaalen
18 APRIL 2015
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65
