volgens Wecke de Wereld Flip de Fluiter B
ronbeek, ‘Brombeek’ zeiden wij als kinderen, was een standaarduitje dat ons om de zoveel tijd ten deel viel. Dat
begon al vóór de Tweede Wereldoorlog, toen je je met de roomgele Arnhemse tram van de stad naar Velp of Ooster- beek kon begeven. Het was met lijn 1, waarop een grote vierassige tramwagen reed. De dag begon goed als je van de conducteur dan ook nog een ‘tram- blokje’ kreeg (het blokje papier waar de verkochte kaartjes vanaf gescheurd waren). Bronbeek had voor ons een bekend gezicht: de zijderupsen, waarbij een veteraan het verhaal van cocon tot damessjaal vertelde, de bloemenkalen- der in al haar kleuren en de grote vuur- monden waaruit kogels waren gekomen waarop Baron von Münchhausen een ritje had kunnen maken. En dan waren er de kolonialen, die in uniform op de gangen de levende omlijsting van de trofeeën uit ons Indië vormden. De gedachte aan koloniale uitbuiting was toen niet aan de orde, eerder de bevesti- ging van al dat groots waartoe een klein land en volk in staat was. En later, na de oorlog, was daar de levende legende, die Flip de Fluiter heette.
Flip was een geflipte oud-koloniaal, die in de jaren vijftig zijn onderdak in Bronbeek gevonden had. Pr-medewerker Niek Ravensbergen, die op zoek ging naar de identiteit van deze Arnhemse
Zouden we niet allemaal iets van Flip de Fluiter met ons meedragen?
straatfiguur, schrijft: ‘Hij stond op straat en in de kroeg bekend om zijn Bronbeek-uniform, kennelijke staat, Vitesse-petje en gefluit naar bijna alle Arnhemse meisjes.’ Het lukte Ravens- bergen om de persoon Flip de Fluiter op het historische spoor te komen. De man heette Frans Stevens en was in december 1932 op 43-jarige leeftijd uit Indië teruggekeerd. Op 2 mei 1947 nam hij zijn intrek in het militair invaliden- huis Bronbeek. Na herhaalde waarschu- wingen werd Flip door de toenmalige commandant Van Santen op 6 juni 1959 uit Bronbeek verwijderd. Het duurzaam overschrijden van de huis- regels was hem noodlottig geworden. Meerdere verzoeken nadien om terug te mogen komen, hadden geen succes. Frans Stevens, zo verhaalt Ravensber- gen, overleed in maart 1968, 79 jaar oud. Zijn begrafenis werd bijgewoond door vijf personen. Desalniettemin leeft hij tot op de dag van vandaag voort in de herinnering van vele Arnhemmers, waaronder uw columnist. Zouden er niet meer Flippen de Fluiter bestaan, zij het in een jasje van deze tijd? Of anders nog, zouden we niet allemaal iets van Flip de Fluiter met ons meedragen, ergens de vrijheid willen nemen en precies dat te doen waar je zin in hebt? De regels, en dat zijn er nogal wat, aan je laars lappen? Zou pre- mier Rutte niet die ene knappe secreta- resse van Buitenlandse Zaken – al was het maar één keer – willen nafluiten? Of
zou Opstelten zich niet een keer willen bezatten in een Haagse kroeg en met een kennelijk louche advocaat op de vuist willen gaan? Zou het zo gek zijn als de vicevoorzitter van de Raad van State, oud-minister Piet Hein Donner, een keer op de tafel zou klimmen en na een poging tot een rondedansje een aantal huichelachtige vroegere partijgenoten ongezouten de waarheid zou vertellen? Voor één keertje moet zulks toch kun- nen? Dat zou weleens naar meer kunnen smaken en dan is er weer een probleem geboren. Een probleem dat wel oplos- baar is als we – ondanks bezuinigingen – een tehuis gingen oprichten, met name voor politici en andere gezagsdragers die duurzaam de vrijheid van de straat hebben verkozen boven hun griezelige rol in het keurslijf van hun politieke partij, bedrijf of organisatie. Naar goed vaderlands gebruik zal er dan een com- missie moeten komen ter voorbereiding van een en ander. Moeilijk zullen ze het niet hebben; wat de behuizing betreft kan gekozen worden uit tienduizend of meer leegstaande kantoorpanden. Voor de leiding kan men aan twee topbe- stuurders van de Nederlandse Bank denken, mannen die straks – over vier jaar – niet meer dan de Balkenendenorm mogen verdienen en van die fooi hun huidig leven niet kunnen voortzetten. Met de politieke en andere veteranen kunnen zij zich de rest van hun leven bezatten. Naar een bonus kunnen ze fluiten en naar meisjes nog meer. De naam van het nieuwe tehuis? Flip de Fluiter, dat zou op de gevel niet mis- staan. En bij de opening zouden alle Flippen de Fluiter in Nederland via Facebook uitgenodigd moeten worden. Het wordt een succes, aan de opkomst zal het vast niet liggen.
Drs. Leon Wecke is docent aan de Radboud Universiteit Nijmegen en oud-directeur van het Studiecentrum voor Vredesvraagstukken.
JANUARI-FEBRUARI 2013
37
Column
Foto: William Moore
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64