van de strijd in Indië zakte het bewo- nersaantal tot onder de honderd. Ondanks een korte opleving rond de Tweede Wereldoorlog zou die dalende trend later doorzetten.
Moderne tijd Met het afscheid van Indië in 1949
en het vertrek uit Nieuw-Guinea in 1962 werd Bronbeek meer een relikwie uit een vervlogen koloniale tijd. Vanaf 1959 viel Bronbeek onder het ministerie van Defensie, dat enerzijds gehoor gaf aan de oproep tot modernisering, maar dat zich anderzijds vaker ging afvragen of het ‘runnen’ van een ‘militair bejaarden- huis’ wel haar taak was. Dit laatste ook doordat het bewonersaantal in de jaren zeventig tot onder de vijftig zakte en de steeds oudere bewoners steeds meer verzorging nodig had- den. Ondanks die bedenking kreeg de modernisering van Bronbeek gestalte. In 1970 werd Bronbeek ook voor oud-beroepsmilitairen van de Nederlandse krijgsmacht openge- steld en kreeg het een nieuwe naam: Koninklijk Tehuis voor Oud-Mili- tairen Bronbeek. Bewoners hoefden verder niet langer dagelijks het uni- form te dragen. Het quasi-militaire karakter van Bronbeek verdween. Wat bleef, was de rijsttafel op woens- dag en de snert op zaterdag. Wat ook bleef, was Bronbeek zelf. Rond 1980 leek een sluiting nabij. Bronbeek was volgens Defensie te duur geworden voor het kleine aan- tal bewoners, mede vanwege de hoge eisen die in Nederland aan bejaar- denzorg werden gesteld. Veteranen, bewoners en vertegenwoordigers van de Indische gemeenschap, alsmede de invloedrijke Stichting Vrienden van Bronbeek en diverse politici stelden zich uiteindelijk met suc- ces teweer tegen de aangekondigde sluiting. Bronbeek bleef open en het hoofdgebouw, met onder meer 48 woonruimten en de museumzalen, werd grondig gerenoveerd. Volgens geschiedschrijver Bevaart was ‘het ten dode opgeschreven Bronbeek in tien jaar tijd uit de as herrezen.’
Onderdeel veteranenbeleid In de jaren negentig werden de reno-
vatiewerkzaamheden voortgezet, waarbij het uiterlijk van het hoofdge- bouw in oude staat en kleur werd hersteld. Het in oude luister herstel- len van de ‘jas van nostalgie’ sloot
goed aan bij het plan van de Stich- ting Vrienden van Bronbeek om op Bronbeek meer aandacht te besteden aan het bewaren van het Indisch erfgoed, in 1992 uitmondend in de opening van de Kumpulan met res- taurant, toko en een ruimte voor exposities en manifestaties. De gro- tere aandacht voor het Indisch erf- goed ging weer hand in hand met het nieuwe veteranenbeleid, waarbinnen Indiëveteranen immers lange tijd centraal stonden. Bronbeek kreeg naast de traditionele functies van tehuis en museum nu ook officieel het ‘ondersteunen van het veteranen- beleid’ tot hoofdtaak. Hieraan werd met de ruime faciliteiten voor vetera- nenreünies en het toenemend aantal herdenkingen bij de vele (militaire) monumenten op het landgoed steeds
Overzicht Bronbeek met drie bewoners, circa 1900 (foto boven).
Landgoed Bronbeek telt vele (militaire) monumenten, waaronder dit KNIL- monument (foto onder).
nadrukkelijker invulling gegeven. Voor de huidige commandant, kolo- nel Gert Noordanus, zijn deze activi- teiten, alsook de komst van vetera- nen van vredesmissies als bewoner en reünist, een bevestiging dat Bron- beek niet langer een relikwie uit een vervlogen koloniaal verleden is, maar integraal deel uitmaakt van het hedendaagse veteranenbeleid (zie ook pag. 12 en 13).
JANUARI-FEBRUARI 2013 11
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64