search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
medewerkers zorgt ervoor dat je gemakkelijker vrij kunt nemen. Je speelt jezelf vrij, maar tegelijkertijd draag je grotere financiële lasten.’ Daar komt ook extra verantwoordelijkheid bij die de veehouder draagt voor zijn medewerkers. Vrijheid is er op klei- nere bedrijven ook, maar dan vooral in de bedrijfs- voering en doordat je minder verantwoordelijkheid voor anderen draagt. ‘Het is dus maar net wat je het beste ligt. Voor beide wegen is een toekomst’, denkt Hoksbergen. Volgens Johan Achten, adviseur bij Liba, is diezelfde trend in Vlaanderen te zien. ‘Los van die maatschap- pelijke ontwikkeling zie je in Vlaanderen ook dat de meeste bedrijven geen reserve meer hebben om ar- beidspieken op te vangen. Daardoor zijn de boeren eigenlijk te veel aan het werken.’


Terugkomend op de verschillen tussen begin deze eeuw en nu, vallen ook de HAR-lasten op. De HAR- lasten – zo noemt Alfa Accountants de verzameling aan lasten voor huur en pacht, afschrijving en be- taalde rente – zijn de enige kosten die de afgelopen jaren zijn gedaald. Volgens Hoksbergen gaan deze de komende jaren verder zakken, bijvoorbeeld door minder afschrijvingen en door de lage rente. De financieringslast zelf is wel flink gestegen. Ge- middeld zijn de financieringslasten (rente en aflos- sing) sinds 2000 bijna verdubbeld, van 43.000 naar 80.000 euro. ‘De financiële lasten hakken er wel in. Je bouwt een nieuwe stal om meer te kunnen melken, maar die melkproductie heb je vervolgens ook echt nodig om geld te verdienen. De toename in financiering en melkproductie gaan hand in hand’, verklaart Hoksbergen de stijging in financie- ringslast.


Vlaanderen minder zwaar gefinancierd Die hoge financieringslast is, naast de hoge directe kosten, een belangrijke verklaring voor het uitlopen van de Nederlandse kostprijs vergeleken met omrin- gende landen. Volgens Achten is het in Vlaanderen economisch minder zwaar dan in Nederland. De gemiddelde schuld is in Vlaanderen ongeveer 50 cent per kg melk, in Nederland is dat in 2018 1,25 euro. ‘Ik denk dat de Vlaamse boer veel meer economisch mag en kan denken dan de Nederlandse. Hier gaat het om zoveel mogelijk inkomen genereren per koe, terwijl de Nederlandse boeren vooral inkomen per kilogram fosfaat moeten maximaliseren.’ Achten voegt daar nog aan toe dat aan het eind van het quotum in Vlaanderen veel stallen nog niet hele- maal vol stonden, waardoor zonder veel te investeren werd uitgebreid. Ook is de melkproductie per koe flink gestegen. De financieringslast is daardoor voor- namelijk aan het dalen op de Vlaamse bedrijven. Niet alleen Vlaanderen staat er beter voor, ook in ver- gelijking met andere Europese landen loopt Neder- land er in negatieve zin uit. Volgens cijfers van EDF zit het break-evenpunt van de meeste landen tussen 26 en 34 cent, waarmee de 37 cent van Nederland hoog uitvalt.


De situatie van Nederland lijkt vergelijkbaar met die van Denemarken zo’n vijf jaar geleden. Dat leverde daar veel stoppers en faillissementen op. Volgens Hoksbergen wil dat niet zeggen dat Nederland ook


kritieke melkopbrengst in cent/kg melk directe kosten


niet-toegerekende kosten pacht/aflossingen/rente privékosten


vervangingsinvesteringen overige opbrengsten kritieke melkprijs


2000 9


8,5


10,8 4


2,1 5,2


30,2 Tabel 1 – Opbouw van de kritieke melkopbrengst in 2000 en 2018


binnenkort te maken krijgt met faillissementen. ‘Tot nu toe is de verkoopprijs van een bedrijf nog altijd hoger dan de financiering, maar met de hui- dige bedragen kan een koper er ook niet veel mee beginnen. De vraag is dus hoe lang het zo blijft.’ De melkprijs is de afgelopen jaren goed, zodat er in de liquiditeit een buffer zit. Maar als de melkprijs daalt en de druk op de liquiditeit toeneemt, kunnen banken wel eens een hardere opstelling aannemen. ‘De andere kant van het verhaal is natuurlijk dat je het als veehouder ook wel doorhebt wanneer je laat- ste vermogen aan het verdampen is. Je kunt ook zelf besluiten uit te stappen.’


Kortere aflossingsperiode


In Nederland is de aflossingstermijn verkort. ‘Ban- ken hebben in de jaren hiervoor de aflossingstermijn te veel laten oplopen, ze zijn meegegaan met wat gevraagd werd. Nu proberen ze daarop terug te ko- men’, vertelt Hoksbergen. Hierdoor stijgen de jaar- lijkse aflossingen en krimpt de bestedingsruimte. ‘Eigenlijk is een kortere aflossingstermijn voor ieder- een beter, je moet toch een keer aflossen. Maar voor uittreders kan de verkorte aflossingstijd je wel voor de voeten rijden.’


Zo kan volgens Hoksbergen ‘even’ wat fosfaat bij- kopen terwijl je weinig marge hebt voor investerin- gen, leiden tot daling van de financieringscapaciteit. Dat kan in de weg zitten bij bedrijfsovernames en de overnames beperken en daarmee het pensioen van de uittreders. Tip van Hoksbergen is daarom om ervoor te zorgen de kostprijs goed in beeld te hebben en vooral hoe deze is samengesteld. ‘Als je dit helder hebt, kun je bewuster ondernemen en bijsturen. Op die manier is het hopelijk mogelijk de kostprijs van Nederland niet verder te laten oplopen.’ l


2018 14,2


11,9 10,5 4,3 1,9 5,5


37,3


verschil + 5,2


+2,6 –0,3 +0,3 –0,2 +0,3 +7,1


Samenvatting


– De kritieke melkprijs is volgens Alfa-gegevens inmiddels 37 cent, waar dat in 2000 nog 30 cent was.


– De verandering in kritieke melkprijs is voor tweederde te verklaren door de stijging in directe kosten als gevolg van intensivering.


– De financieringslasten zijn sinds begin deze eeuw bijna verdubbeld, van 43.000 naar 80.000 euro.


– De aflossingstermijn is verkort, wat bij uittreders in de weg kan zitten voor het krijgen van een goede overnamesom.


veeteelt SEPTEMBER 1 2019


9


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60