Koolstofgehalte van organische stof in de bodem varieert sterk
VOEDING – Het koolstofgehalte van de orga- nische stof in Nederlandse bodems varieert van 40 tot 65 procent. Dit blijkt uit een ana- lyse van Eurofins Agro van meer dan 100.000 grondmonsters.
Sinds twee jaar meet Eurofins Agro bij bo- demonderzoek zowel de totale hoeveelheid organische stof als de samenstelling hiervan. ‘Het gedrag van een bodem hangt namelijk niet alleen samen met het percentage organi- sche stof, maar ook met de kwaliteit’, legt productmanager Arjan Reijneveld uit. ‘Hoe groter het aandeel koolstof bijvoorbeeld, hoe stabieler de organische stof.’ Tot nu toe werd aangenomen dat bodem- organische stof tussen de 50 en 58 procent koolstof bevat. Uit de meetresultaten van meer dan 100.000 grondmonsters blijkt dat in ruim 40 procent van de bodems het koolstof- gehalte in de organische stof inderdaad tus- sen de 50 en 55 procent ligt, met een gemid- delde van 53 procent. Maar in een groot deel van de monsters is dit aanzienlijk meer of minder. Zo is een variatie tussen de 50 en 65 procent gevonden. Volgens Reijneveld is het totale organische- stofgehalte in de Nederlandse bodems in de afgelopen jaren gemiddeld redelijk constant gebleven. ‘Maar de kwaliteit van de organi- sche stof lijkt te veranderen’, geeft hij aan.
Fonds voor jonge boeren
ECONOMIE – Per 1 januari 2020 opent het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de borg- stellingsregeling Vermogensverster- kend Krediet. Deze regeling maakt het voor jonge boeren gemakkelijker om financiering voor hun investeringen te krijgen. Dit schrijft minister Schouten in een brief aan de Tweede Kamer. Het fonds voor startende jonge boeren was al aangekondigd in het Regeerakkoord en is uitgewerkt in overleg met onder andere de Rabo- bank en het NAJK.
Voor de uitvoering van de regeling is in totaal 75 miljoen euro beschikbaar. Hiervan is 11 miljoen gereserveerd voor het opzetten van een traject voor opleiding en coaching bij het begelei- den van bedrijfsovername.
Meer melk in de EU
‘Een recente quickscan laat bijvoorbeeld een dalende trend zien voor het zwavel- en stik- stofgehalte. Een logisch gevolg is dat het koolstofgehalte is toegenomen’, aldus de bodemspecialist.
Minimaal 65 procent eiwit van ‘eigen’ land in 2025
MAATSCHAPPIJ – Vanaf 2025 moet op melkveebedrijven in Nederland minimaal 65 procent van het gevoerde eiwit afomstig zijn van eigen land of land uit de directe om- geving. Ook zullen melkveebedrijven in dat jaar moeten beschikken over een huiskavel met voldoende gras, dat wil zeggen een vee- bezetting van maximaal tien koeien per hec- tare beweidingsoppervlakte. Dat zijn enkele van de nieuwe doelen die de Duurzame Zuivelketen heeft vastgesteld voor de komende tien jaar. Een deel van de doel- stellingen die voor 2020 waren gesteld, is inmiddels namelijk behaald. Zo voldoet ruim 99 procent van de melkveehouders inmiddels aan de norm voor een verantwoord antibioti- cagebruik. Het aantal bedrijven met weide- gang lag in 2018 op 81,2 procent. Dit is hoger dan het streefpercentage. Naast de oorspronkelijke partners LTO en NZO werken nu ook de NMV en het NAJK
mee aan de Duurzame Zuivelketen. De uit- voering is ondergebracht bij ZuivelNL, de brancheorganisatie voor de Nederlandse zuivelketen.
In samenspraak met de Adviesraad van de Duurzame Zuivelketen en het ministerie van LNV zijn op zeven thema’s nieuwe doelen voor het jaar 2030 geformuleerd. De doelen op het thema klimaat en energie zijn overge- nomen uit het plan ‘Klimaatverantwoorde zuivelketen in Nederland’. De Duurzame Zuivelketen neemt ook het vorig jaar gepresenteerde advies over van de Commissie Grondgebondenheid. Dit omvat onder andere de ondergrens van minimaal 65 procent eiwit van eigen land of de directe omgeving.
Nieuw is dat de Duurzame Zuivelketen ener- gie wil steken in het realiseren van nieuwe, duurzame verdienmodellen voor melkvee- houders.
ECONOMIE – De melkaanvoer in Europa lag in het eerste half jaar van 2019 0,4 procent hoger dan in de- zelfde periode in 2018. Dat blijkt uit het Marktbericht Zuivel van ZuivelNL. Met name Ierland produceert meer melk dan vorig jaar. In de eerste zes maanden van 2019 realiseerden de Ierse melkveehouders een groei in melkvolume van tien procent. Ook Polen en Denemarken horen tot de groeiers met achtereenvolgens een plus van 2,3 en 1,0 procent. In Nederland nam de melkaanvoer juist af met een daling van 2,7 procent over het eerste half jaar. Wel zwakt de daling iets af. In juli kromp het Ne- derlandse volume met 1,5 procent, de kleinste daling in een jaar tijd. Duitsland (–0,7 procent) en Frankrijk (–1,1 procent) produceren in vergelij- king met 2018 eveneens minder melk. Anders dan in Europa werd buiten de EU minder melk geproduceerd. Vooral voor Argentinië (–5,8 procent) en Australië (–12,5 procent) pakt de vergelijking met 2018 negatief uit.
Meer nieuws op
veeteelt.nl veeteelt SEPTEMBER 1 2019 57
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60