Annick Strauven en Erwin Lowet
De melkkoeien uit de erfenis waren een mix van hol- stein en witblauw. De vader van Strauven had een voor- liefde voor witblauwe runderen en kruiste deze in zijn melkveestapel in, om naast melkproductie ook vlees te hebben. Lowet en Strauven zijn dit tweesporenbeleid trouw gebleven en zijn elf jaar geleden overgestapt naar fleckvieh-dubbeldoelkoeien die goed bij deze familietra- ditie pasten.
Verdubbeld in drie jaar Bij het uitbreiden van de veestapel waren ze de eerste jaren gebonden door een klein melkquotum. ‘Wij had- den besloten om niet te investeren in uitbreiding van ons melkquotum, maar om ons geld in uitbreiding van stallen en veestapel te steken. Op het moment dat het melkquotum werd afgeschaft, stonden we in de start- blokken met veertig vaarzen’, vertelt Erwin Lowet. De melkproductie verdubbelde in drie jaar tijd, van 540.000 kilo naar 1.100.000 kilo.
runt een melkveebedrijf met 120 melkkoeien en 140 stuks jongvee. Daarnaast hebben ze een koppel Belgisch witblauwe runderen (35 kalvingen) en telen ze aardbeien en kersen. Het gemengde landbouwbedrijf ligt in het epicentrum van de Belgische fruitteelt. Aan de ingang van hun bedrijf, aan de rand van het dorp, is parkeerruimte voor een aantal auto’s. Bezoekers verdwijnen voor korte tijd in de zelfbedieningswinkel van de familie. Ze verkopen ook nog aardappelen van een plaatselijke akkerbouwer, brood van de bakker in het dorp en maaltijden van een traiteur.
Dubbeldoel volgens familietraditie De hoeveverkoop vormt een aardige bijverdienste, maar de echte passie van de ondernemers ligt bij het vee. In 2001 nam het echtpaar het bedrijf van Strauvens ouders over. Het bedrijf met 40 melkkoeien, 30 varkens en 40 witblauwe vleeskoeien was te klein om een inkomen voor twee personen te genereren. Terwijl Strauven full- time op het bedrijf actief was, combineerde Lowet het boerenwerk met een baan als schilder. Hier kwam veran- dering in toen ook de boerderij van Lowets ouders een aantal jaren later vrijkwam.
Alhoewel de eerste (aangekochte) fleckviehkoeien niet de gewenste productie haalden, wil het echtpaar inmid- dels niet meer terug. Fleckviehkoeien zijn weinig gevoe- lig voor ziekten en de gemiddelde leeftijd van de melk- veestapel is ongeveer vijf jaar. ‘En als ze afgevoerd worden, krijg je er ook nog eens een goede prijs voor. De betere dieren brengen wel 1300 tot 1400 euro op’, ver- klaart Strauven de voorliefde voor de dubbeldoelkoe. De rustige, robuuste fleckviehkoeien waren in het vorige boekjaar goed voor een rollend jaargemiddelde van 8322 kg melk met 4,17% vet en 3,46% eiwit. Daarbij ligt de gemiddelde tussenkalftijd op ongeveer 380 dagen.
120 hectare stro vereist De veehouders volgen een duidelijke bedrijfsstrategie. ‘Wij gaan voor productie zonder veel kosten, maar wel met een optimaal comfort voor de koe’, zegt Lowet. Als
De dieren worden gehouden in zelfgebouwde stallen
veeteelt SEPTEMBER 1 2019
39
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60