This page contains a Flash digital edition of a book.
In drieën Het project is opgedeeld in drie trajecten: - het noordelijk deel tussen knooppunt Burgerveen en het Ringvaartaquaduct;


- het middendeel tussen het Ringvaartaquaduct en de Dwarswatering bij Leiderdorp


- het zuidelijk deel dat loopt tussen de Dwarswatering bij Leiderdorp en de afrit Leiden/Zoeterwoude-Dorp.


Twee bijzondere omstandigheden In het zuidelijk deel, bij de Oude Rijn, is de A4 verdiept aangelegd over een lengte van 1400 meter. De oude brug over de rivier is vervangen door twee stalen aquaducten. Eén aquaduct voor de verdiepte ligging richting Amsterdam en één voor de verdiepte ligging richting Den Haag. Het stalen aquaduct bestaat uit drie delen die over het water naar de bouwlocatie zijn getransporteerd. Na het in elkaar lassen is het aquaduct met grote kranen in de Oude Rijn geplaatst en op de juiste positie afgezonken. Met deze bouwmethode is de stremming van de Oude Rijn zeer beperkt gebleven.


Negen vertelt ook over een slimme oplossing van de aannemer: “Het fileprobleem is versneld in 2012 in het zuidelijk deel opgelost. Nadat de eerste verdiepte ligging richting Den Haag gereed was, zijn hier zes versmalde rijstroken aangelegd. Drie rijbanen richting Den Haag en drie richting Amsterdam. Met deze oplossing werd de doorstroming op de A4 ter hoogte van de kruising van de Oude Rijn verbeterd. Hierna kon de brug over de Oude Rijn worden gesloopt en worden gestart met de bouw van de tweede verdiepte ligging richting Amsterdam.”


Aanbesteding


Rijkswaterstaat heeft het project voor de delen Noord en Zuid in een Design & Construct-contract uitbesteed aan de ‘Combinatie A4 Burgerveen - Leiden’. Een samenwerkingsverband tussen BAM Wegen, BAM Civiel, Van Oord en VTN Verkeerstechniek. Negen vertelt over het voordeel een D&C contract: “Het biedt de aannemers de mogelijkheid technische oplossingen voor te stellen voor de bouw en hun uitvoeringsexpertise te gebruiken tijdens het ontwerpproces, zoals de unieke oplossing van het afzinken van een stalen aquaduct in de Oude Rijn.” Meuldijk noemt een nadeel: “In het D&C-contract was geen overgangsfase tussen oplevering en beheer opgenomen, waardoor het proces van de overdracht naar de toekomstige beheerders moeilijk liep. Het is beter om in het contract een overgangsfase in te richten zodat de beheerderpartijen in deze fase hun beheer-en onderhoudswerkzaamheden goed kunnen voorbereiden.”


32 Nr.3 - 2016 OTAR


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48