Analyse door Henk van der Brugge, uitgever Jachtbouw Nederland
Succesvol symposium, maar hoe nu verder?
H
et idee achter het symposium JBN 2.0 is dat de sterk onder druk staande jachtbouwsector door de crisis een inhaalslag zal moeten maken op het gebied van effectief en marktgericht ondernemen. Ik denk dat de problemen binnen de sector dáár liggen, veel meer dan op het gebied van het bouwen van jach- ten zelf, want dat kunnen ze van oudsher namelijk als de besten.
Tijdens de forumdiscussie op het symposium JBN 2.0 naast elkaar: links Michaël Steenhoff, manager jachtbouw van de HISWA Vereniging en rechts Gerwin Klok, branche manager van de Nederlandse Jachtbouw Industrie. Is een samenwerking mogelijk?
In Jachtbouw Nederland proberen we al vaker aandacht aan de ondernemerskant te besteden, maar het leek ons goed om de partijen eens uit te nodigen en te informe- ren over de huidige stand van zaken. Dit ook om een beeld te schetsen van wat hen in de nabije toekomst staat te wachten en welke strategische keuzes mogelijk zijn om de continuïteit van de onderneming te waarborgen.
Het symposium overtrof met een opkomst van 175 personen ruimschoots de ver- wachtingen. Naast behoefte aan duidelijke informatie over de stand van zaken in de sector en over de tijd die het nog duurt eer de economie zich herstelt - en in het bijzonder in de branche -, hoopten de be- zoekers natuurlijk op concrete oplossingen voor hun problemen. Die konden echter maar ten dele worden gegeven. Logisch ook; een markt in onbalans, die ook nog eens geteisterd wordt door een crisis van buitensporig formaat, laat zich niet oplos- sen in één middag.
De jachtbouwers kregen wel duidelijke handvatten aangereikt om het voortbestaan van hun onderneming een positieve impuls te kunnen geven. Meer marktgericht denken en opereren is noodzaak, in plaats
van gericht te blijven op eigen technische kennis en ervaring. Men zal meer concrete bedrijfs- en marketingstrategieën moeten ontwikkelen, vooral gericht op de combi- natie van het te ontwikkelen schip en een duidelijke en solide marktbenadering. Aan het einde van de dag werd misschien wat te nadrukkelijk de indruk gewekt dat staal als bouwmateriaal eigenlijk geen optie meer is. Feit is dat veel jachtbouwers op dit moment nou eenmaal staalbouwers zijn en dat het voor velen gewoon niet mogelijk is om binnen een redelijke termijn over te stappen op een ander bouwmateriaal. Moeten deze bouwers nu hun activiteiten staken? Ik vind absoluut van niet! Wel moet gekeken worden naar uitvoering en concept, die absoluut vernieuwend moeten zijn. Maar ik ben ervan overtuigd dat werven die de andere adviezen, zoals hierboven beschreven, ter harte nemen, nog een tijd lang met succes stalen sche- pen kunnen bouwen en verkopen. Door deze tussenstap te maken, winnen zij tijd, die gebruikt kan worden om desgewenst een overstap naar een ander bouwmateri- aal voor te bereiden.
Staal moet gezamenlijk worden gepro- moot, door de markt duidelijk en nadruk-
kelijk te tonen, dat het met behulp van moderne conserveringstechnieken tal van voordelen biedt, en zich defi nitief heeft ontdaan van de bekende nadelen. Ik wil de branche dan ook oproepen om gezamen- lijk een promotiecampagne op te zetten, waarmee staal als bouwmateriaal voor jachten opnieuw op de kaart wordt gezet. Als uitgever stel ik de kolommen van Jacht- bouw Nederland graag open voor meer informatie over dit onderwerp. Samenwerking was een woord dat herhaal- delijk terugkwam. Jachtbouwers hebben zich de afgelopen jaren geenszins het imago van vriendelijk samenwerkende col- lega’s weten aan te meten. De zeer terechte vraag uit het publiek of hier niet een taak is weggelegd voor de beide aanwezige bran- cheverenigingen NJI en HISWA, had door deze partijen direct met beide handen aan- gegrepen moeten worden. Want natuurlijk is dat een taak voor hen. Door die rol op te pakken en daar op korte termijn concrete voorstellen voor te ontwikkelen, doen zij namelijk écht wat hun leden van hen vra- gen: steun bieden op een plaats waar en in een tijd waarin dat keihard nodig is. Spreker Joost van Raaij formuleerde het overduidelijk: “Jullie vormen de branche- verenigingen zelf. Jullie zijn NJI en HISWA, niet zij. Jullie moeten hen dwingen om die rol te spelen, in plaats van ze het te vragen”. Ik sluit mij graag aan bij deze woorden. Opgemerkt werd ook de frictie die er nog altijd bestaat tussen beide bran- cheverenigingen. De gezamenlijke leden zitten niet te wachten op een competentie- strijd tussen beide brancheverenigingen. Zij pleiten voor meer samenwerking tussen de lidbedrijven onderling, maar zouden zelf misschien het eerste voorbeeld moeten geven.
Met een club voor bouwers (NJI) en een club die sterk is op het (marketing-) stra- tegische vlak (HISWA) zou een samen- werking niet alleen mogelijk, maar in mijn ogen zelfs zeer kansrijk zijn. Met het aan tafel brengen van beide vertegenwoordi- gers is een eerste stap gezet. Ik roep hen graag van harte op om tot een nauwere samenwerking te komen, waarbij de ver- schillende competenties het zonder meer mogelijk laten om zich van elkaar te blijven onderscheiden.