968 | WEEK 30-31 28 JULI 2021
Prominente ligplaats voor lichtschip West-Hinder III
7 NOELIA ROMERO CABRERA
ANTWERPEN Voormalig lichtschip West- Hinder III heeſt een definitieve ligplaats ge- kregen in Dok 1 van de historische droogdok- ken van Antwerpen. Vanaf volgend jaar zal men het gerestaureerde schip kunnen bezoe- ken, zodra de droogdokkensite voor het pu- bliek toegankelijk wordt; de voorlopige da- tum is 22 maart 2022.
Op de Noordzee lagen vroeger naast een groot aantal boeien ook enkele lichtschepen voor de Belgische kust. Zij waren de grote bakens die zeeschepen moesten helpen om langs de diver- se zandbanken veilig naar de havens te varen.
Eén van die lichtschepen was de West- Hinder III, het derde van drie identieke sche- pen die beurtelings op de Noordzee bij de Westhinderbank en Wandelaarsbank dienst- deden om de aanloop naar de havens aan te duiden.
De drie zusterschepen werden omstreeks 1950 gebouwd in Oostende op de werf van Béliard- Crighton. Twee van hen deden permanent
dienst als lichtschip en een derde was reserve. De schepen (42 x 7,8 meter) werden ook ge- bruikt als observatieschip. Elk schip was ook uitgerust met een motor van 400 pk.
Vervangen Toen ze nog operationeel waren, verbleven er negen bemanningsleden aan boord gedu- rende twee weken, die dan werden afgelost en twee weken thuis waren. De lichtschepen wer- den uit dienst genomen in 1994 en vervangen door elektrische lichtplatforms.
Eén van de schepen ligt nu aan de kade in Zeebrugge en is daar te bezichtigen met een toegang via een uitgezaagd gat in de romp. Een tweede is afgemeerd aan de steigers in Rupelmonde, maar onderging enkele veran- deringen. Het derde schip - de West-Hinder III - lag geruime tijd als blikvanger in het Bonapartedok naast het MAS (Museum aan de Stroom) in Antwerpen, maar heeſt sinds afge- lopen 22 juli dus een prominente definitieve ligplaats gekregen in Dok 1 van de historische droogdokkensite.
Fluctuaties Schippers zijn uiteraard niet anders gewend om zich aan te passen aan het water. Of het nu hoog, laag of ‘normaal’ staat in de rivieren en kana- len: varen kan altijd. Tenminste, meestal dan. De afgelopen weken was er zoveel water van bron naar zee gestroomd dat er grote delen van de vaarwegen toch onbevaarbaar werden verklaard, zoals de Maas die enkele dagen gestremd was. Dat was wel een flinke aanpassing die behoor- lijk roet in het eten heeſt gegooid voor de bin- nenvaart. Het was iets dat deze keer ook goed te merken was door de niet-varenden: het was- sende water heeſt gewonden, doden en vele dui- zenden euro’s aan schade tot gevolg gehad in Duitsland, België en ons eigen landje. Het geeſt te denken over hoe dat zal zijn als de gevolgen van klimaatverandering steeds duidelijker wor- den, als de waterstanden meer zullen fluctueren door aanhoudende droogtes, gecombineerd met toenemende regenval en aanvoer van smeltwa- ter door stijgende temperaturen. Daar wordt na- tuurlijk al op ingespeeld met het ontwerpen en bouwen van schepen die ook met laagwater kun- nen varen. En ook op ander gebied: het is goed
te merken geweest de afgelopen weken dat sinds de laatste grote overstroming dijken zijn aange- past en het water door verbreding van rivieren meer de ruimte heeſt gekregen. Daardoor is mo- gelijk de schade nog beperkter gebleven dan en- kele jaren geleden het geval zou zijn geweest. Maar aanpassen kan uiteraard maar tot een be- paalde hoogte – in dit geval nog letterlijk ook. Ik kwam het als niet-varende ook tegen afgelo- pen week tijdens mijn weekje weg in eigen land. Onze fietsroute leidde langs de Lek, in normale tijden al een heel fijne weg om te volgen op de tweewieler, maar nu extra bijzonder vanwege het hoge water. We zagen bomen midden in het wa- ter en watervogels vlakbij terwijl we verder trap- ten. Klein nadeel: onze route zou ons oorspron- kelijk met de veerdienst het water over brengen, maar de pont lag nu een kleine tien meter van ons af in het water, het pad ernaartoe alleen nog zichtbaar door de bankjes en de twee prullen- bakken die net met de bovenranden nog boven het water uit kwamen. We hebben de route dan ook uitgebreid met een stukje omfietsen via een brug verderop over de rivier. Zo flexibel waren we dan gelukkig wel.
Zoektocht naar verdwenen jacht
ROTTERDAM Peter van Zoest is op zoek naar meer informatie rondom de Nero IV, een dubbelschroefs stalen motorjacht dat in 1948 van de bankier mr. N.E. Rost Onnes bij de Wolfratwerf in Amsterdam van stapel liep. Van Zoest wil de informatie gebruiken voor een artikel over het schip.
STL Kalkar 2021 op 21 en 22 september
KALKAR Shipping Technics Logistics 2021, Duitslands enige vakbeurs voor de bin- nenvaart vindt en ontmoetingsplaats voor de maritieme branche, is dit jaar op 21 en 22 september in het beurscentrum Messe Kalkar. De voorbereidingen zijn in volle gang.
Als een van de weinige vakbeurzen heeſt de STL vorig jaar toch nog kunnen plaatsvinden dankzij een goed uitgewerkt hygiëneconcept. Zowel exposanten als gasten stelden hun ver- trouwen in Messe Kalkar en haar organisatie. De editie van dit jaar zal zeker ook zijn bijdra- ge kunnen leveren aan de verdere ontwikke- ling van de industrie.
De STL is intussen uitgegroeid tot een inter- nationaal knooppunt. Als enige evenement in zijn soort in heel Duitsland verenigt het alles wat belangrijk is onder één dak: de nieuwste producten, diensten en innovaties, maar ook grensoverschrijdende netwerkmogelijkheden. Bekende motorfabrikanten en -leveranciers uit Europa zullen in 2021 opnieuw aanwezig zijn op een totale expositieruimte van onge- veer 9.000 m2, net als scheepsbevoorraders en andere aanverwante bedrijven.
Het beurs- en congrescentrum Messe Kalkar ligt direct aan de Rijn en is de geschikte loca- tie voor alle deskundigen: op minder dan ze- ventig kilometer afstand ligt de grootste bin- nenhaven van Europa, Duisburg en in minder dan twee uur met de auto vanaf de haven van Rotterdam.
De STL wordt gesteund door verschillende verenigingen van de binnenvaartindustrie. Ongeveer 94 procent van de besluitvormers vindt regelmatig de weg naar de beurs, die in- middels in heel Europa bekend is. Degenen die hier komen, zijn niet alleen op zoek naar een gesprek, maar weten ook dat zij aan het eind van hun bezoek nieuwe, waardevolle
contacten zullen hebben gelegd voor verdere samenwerking op lange termijn.
Op dag 1 vindt s’ avonds in het pas gereno- veerde buffet-restaurant weer de beursborrel het zogeheten DockTober plaats: “Hier kunt u in een ontspannen sfeer actuele thema’s be- spreken. Een gezellig onderonsje dat de af- gelopen jaren zeer succesvol is gebleken”, zo zegt de organisatie.
Ook het Duitse Bondsministerie voor Vervoer en Digitale Infrastructuur (BMVI) zal dit jaar met een stand vertegenwoordigd zijn. Medewerkers van de afdeling WS 25 (Internationaal binnenvaartbeleid, Veiligheid en milieubescherming in de binnenvaart, Recreatievaart) zullen vragen over financie- ringsprogramma’s en binnenvaarttechnologie ‘uit eerste hand’ beantwoorden.
Als aanjager van centrale thema’s van de toe- komst biedt de STL beurs een hoogwaardig platform voor diverse deskundigen en hun presentaties. De aandachtspunten van dit jaar zijn onder meer:
- Waterstof in het vrachtvervoer
- Autonoom rijden - op weg naar een geauto- matiseerd binnenschip
- E-mobiliteit - tussen weg en waterweg
Ook het Schifferberufskolleg - Rhein zal aan- wezig zijn met de SANDRA 2-simulator.
Protocol Voor de STL beurs zal een (corona)hygi- eneconcept worden opgesteld, dat geldt voor exposanten, bezoekers en perso- neel. De huidige voorschriſten van de deelstaat NRW zijn van toepassing.
“De bouw van de Nero IV was in 1948 een kunststukje. Het was immers zo kort na de oor- log lastig om aan goede materialen te komen om een luxueus schip van bijna 16 meter te kunnen bouwen. De Wolfratwerf wist echter door relaties in defensiekringen ongebruikt le- germateriaal te bemachtigen, zodat het schip onder meer met twee krachtige schroeven uit- gerust kon worden. Ook de zeer solide bedra- ding vond haar oorsprong in militaire kringen. Het schip trok veel aandacht en er verscheen dan ook een artikel in de Waterkampioen, waarin uitgebreid werd stilgestaan bij de technische snufjes die in het schip ver- werkt zaten. Rost Onnes liet de Nero IV in het
scheepvaartkadaster opnemen en voer daarna met zijn gebrandmerkte schip in nationale en internationale wateren”, vertelt Van Zoest.
Hij vervolgt: “Na zijn dood verwisselde het schip enige keren van eigenaar. Een tandarts uit Schiedam, een fabrieksdirecteur uit Gouda, een directeur van een Zeeuwse scheepsslo- perij en een markthandelaar. In 1998 werd de Nero IV uit het register geschrapt, waardoor een zeer belangrijk hulpmiddel om het schip te kunnen traceren wegviel.”
Dat is voor hem nu ook de uitdaging: het is las- tig om informatie te vinden over de Nero IV van ná 1998. Van Zoest weet wél wat de laatste lig- plaats was: het schip heeſt als laatst bekende jachthaven in de Westergoot in Dordrecht ge- legen. De toenmalige eigenaar heette Willem van den Berg.
Degenen met informatie kunnen contact opne- men via
berneval@online.nl
Extra monitoring waterkwaliteit van grote rivieren
NIJMEGEN Rijkswaterstaat houdt de water- kwaliteit van de grote rivieren extra goed in de gaten. Er stromen momenteel grote hoeveelheden water door het Nederlandse stroomgebied. Vanwege de overstromin- gen van de afgelopen periode voert dit wa- ter allerlei obstakels mee, zoals huisraad en boomstammen.
“Maar ook plastic, slib en modder en misschien ook wel schadelijke stoffen bevinden zich in het rivierwater. Door de hoge waterafvoeren in de Maas en Rijn stroomt er van alles mee dat niet in het water thuishoort”, meldt de dienst. Zo mag het water niet te veel afvalstoffen be- vatten. Dit betreſt de chemische waterkwaliteit. Het water uit de rijkswateren (rivieren, meren en zeeën die het Rijk beheert) wordt namelijk ook gebruikt voor de productie van drinkwa- ter, de landbouw en recreatie. In alle regio’s van het rivierengebied zijn aannemers bezig om met onder meer werkschepen zoveel mo- gelijk obstakels uit de rivieren te halen en af te voeren.
Troebeler Uit recente metingen bij Lobith komen geen overschrijdingen van normen. Wel is het water nu troebeler als gevolg van de enorme kracht
De opgezwollen Maas van half juli ter hoogte van Borghaven.
Foto Rijkswaterstaat
waarmee het water richting Nederland is geko- men. De verwachting is dat deze troebelheid, die overigens geen kwaad kan (dit is zand), de- zer dagen stap voor stap vermindert. Daarnaast worden de komende dagen aan- vullend monsters genomen op verschillende plaatsen in de rivieren om de kwaliteit van het water te onderzoeken. Ook drinkwaterbedrij- ven en waterschappen monitoren continu de waterkwaliteit en besluiten daarop zelf om wel of niet te stoppen met de inname van water. Het kan zijn dat er behalve obstakels ook scha- delijke stoffen in het water terecht zijn geko- men (industrieel afval, diesel, stoffen van het omliggende land). Door de enorme hoeveel- heid water wordt dit evenwel sterk verdund.
AVERECHTS
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48