search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Tekst: Gerda van Beek - Illustratie: Shutterstock


CONVENANT MEDISCH-GENERALISTISCHE ZORG: Gezamenlijke inzet voor alle Wlz-patiënten De toegankelijkheid van de medisch-generalistische


zorg voor patiënten met een Wlz-indicatie staat onder druk. Dit vanwege de toenemende vergrijzing, een


groeiende zorgvraag, meer complexe problematiek en nieuwe - vaak kleine of geclusterde - woonvormen, in combinatie met een tekort aan zorgprofessionals. Wijzigingen in de organisatie van zorg zijn nodig, zodat de schaarste die hierdoor ontstaat gezamenlijk wordt gedragen en kwetsbare patiënten de juiste zorg kan worden geboden. De betrokken partijen hebben afspraken hierover vastgelegd in het Convenant medisch-generalistische zorg.


J 18 - SEPTEMBER 2024


acqueline de Groot, voorzitter Verenso en specialist ouderengeneeskunde, en Barbara de Doelder, InEen-bestuurslid, bestuurder RHO en huisarts, noemen het convenant een goede stap voorwaarts. “Het is een goed kader om te komen tot regio- nale afspraken. Daarbij is het wel essentieel


dat daadwerkelijk aan de landelijk gestelde rand- voorwaarden wordt voldaan, zoals een passende vergoeding, de noodzakelijke ICT-mogelijkheden en het streven om niet-gecontracteerde en pgb-aanbieders te binden aan dit convenant.”


Gezamenlijke verantwoordelijkheid Gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de zorg van de thuiswonende kwetsbare patiënt met een Wlz-indicatie noemt De Doelder een van de belangrijkste pijlers van het convenant. “Nu is vaak niet duidelijk wie verantwoordelijk is en op welk moment. De noodzakelijke expertise is lang niet altijd beschikbaar. Terwijl mensen die thuis wonen net zoveel recht hebben op de benodigde zorg als mensen in een instelling. We moeten dus niet meer kijken waar iemand woont, maar welke zorg iemand nodig heeft.” De Groot valt haar bij: “Het bestendigen van de samenwerking tussen de huisarts en de specialist ouderengeneeskunde is inderdaad van groot belang. Dat betekent dat specialisten ouderengeneeskunde ook meer buiten de instelling zullen gaan werken. Dat gebeurt al, er wordt al veel samengewerkt met huisartsen, overdag en in de avond, nacht en weekenden. In het convenant staan landelijke kaders over hoe dat moet, voor welke doelgroep en wat daarvoor nodig is. Daarna volgen nog meer stappen. Want het gaat nu om patiënten met een Wlz-indicatie, maar hoe geef je zorg aan de groep mensen die nog geen indicatie heeft, maar wel de expertise behoeft van een specialist ouderengeneeskunde? Ook dat is een aandachtspunt.”


‘We moeten niet meer kijken waar iemand woont, maar welke zorg iemand nodig heeft’


Medische voorwacht “Je moet bestendigen dat voor elke patiënt de nodige expertise beschikbaar is”, stelt ook De Doelder. “Ik zeg expres ‘beschikbaar’ en niet ‘gegarandeerd’, gezien de nijpende schaarste aan de nodige expertise. Dat vereist dat steeds goed gekeken moet worden wie het beste de zorg wanneer kan leveren. In die schaarste moeten we dubbel werk absoluut voorkomen. Daartoe komt er ‘24/7 medische voorwacht’, die de klachten


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32