search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Tekst: Bert Mol Beeld: Tamar Smit


021


E Aansprakelijkheid


De medische wereld 'worstelt' met e-health: het gebruik van internettechnologie om de zorgverlening aan patiënten/cliënten te ondersteunen en te verbeteren. Prachtig, al die technologie – medische hulpmiddelen, app's, webcam-consulting – die het mogelijk maakt om de patiënt en cliënt in de eigen thuissituatie te monitoren en te behandelen. Alleen, waar liggen de verantwoor- delijkheden? En bij wie komt de aansprakelijkheid te liggen?


-health is in zijn vakgebied niet meer weg te denken, zegt Roderick Scherptong. Hij is cardioloog van het Leids Universitair Medisch Centrum, een ziekenhuis dat op het gebied van


e-health veel onderzoek doet naar de mo- gelijkheden en implementatie van het gebruik ervan door patiënten met cardio- vasculaire aandoeningen. De cardiologie maakt al vele jaren gebruik van e-health: denk aan de inzet van pacemakers en icd's. Voor de gezondheidszorg is het gebruik van de moderne technologie letterlijk van levensbelang. “Door inten- sieve monitoring hoop je eerder in een ziektestadium te kunnen ingrijpen zodat je erger voorkomt. Voor veel ziektebeel- den geldt: hoe eerder je het behandelt, hoe beter het is voor de langere termijn.” En, zegt Scherptong, e-health geeft beter zicht op de gezondheid van de patiënt. “Een bloeddrukmeting verspreid over verschillende momenten van de week geeft een beter beeld dan die ene meting in het ziekenhuis.” E-health is, vanuit de optiek van kos- tenbeheersing, ook keihard nodig. “In


de vasculaire zorg gaat per jaar ongeveer acht miljard euro om. Als we niet uitkij- ken, explodeert dit bedrag de komende jaren. We moeten onze organisatie aan- passen om de kosten binnen de perken te houden. Dat kan alleen als we de patiënt beter in staat stellen meer zelfredzaam te zijn. Deze technologie kan daarbij helpen, al zal zij de standaardzorg nooit vervangen.” E-health is duidelijk nog in ontwikke-


ling; niet alleen in technische, maar ze- ker ook in juridische zin. Als cardioloog is Scherptong betrokken bij National eHealth Living Lab, Nell (nell.eu). Dat is een nationaal platform waarbinnen alle partijen en organisaties die op de een of andere manier te maken hebben met e-health, vertegenwoordigd zijn. Patiënten, zorgverleners, consumenten, studenten, juristen, wetenschappers, ondernemers, organisaties en instellin- gen werken samen om van e-health een effectief en geïntegreerd onderdeel van de zorg te maken. Scherptong zet zich met anderen in om “tot een handreiking te komen voor de juridische kaders voor e-health. We willen een plek creëren waar iedereen die een e-health-project


bij e-health onduidelijk


ontwikkelt, alle informatie vindt die hij nodig heeft om de implementatie, ook op het gebied van verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid, tot een succes te maken.” Die handreiking is er voorlopig nog


niet, weet hij. Vooralsnog is het in dichte mist zoeken naar de juiste weg. Neem nu The Box: dat is een pakket van het LUMC met verschillende apparaten voor het uit- voeren van thuismetingen. De afdeling cardiologie van het LUMC geeft patiën- ten, afhankelijk van de zorgvraag, een aantal hulpmiddelen mee: weegschaal, bloeddrukmeter, thermometer, stappen- teller, zuurstofmeter, hartritmemonitor en een mobiele hartmeter. Zo worden zij in de eigen omgeving gemonitord. “De patiënten ervaren dit als prettig”, weet Scherptong, “temeer omdat ze dankzij de webcam voor een consult niet elke keer naar het ziekenhuis hoeven te komen.” Twee maanden voor een operatie kan


de patiënt al in alle rust aan de hulpmid- delen wennen. “Voor ieder ziektebeeld hebben we een verpleegkundige specia- list e-health die de patiënt bijstaat. Dan hebben we nog twee techneuten die uitleggen hoe de apparaten werken. We vertellen keer op keer: ‘Deze apparatuur is bedoeld om uw gezondheid te moni- toren. Wij houden u niet continu in de gaten; als er iets aan de hand is, moet u zelf bellen. Deze apparatuur geeft geen medisch advies.’ We geven expliciet aan dat de patiënt zelf verantwoordelijk is, dat nemen wij niet over.” Dit gaat alleen nog maar over de relatie


tussen patiënt en zorgverlener. Er zijn veel meer partijen – producent, leveran- cier, ICT-dienstverlener, verpleegkun- dige, huisarts, thuiszorg en wie al niet meer – die in dit complexe vraagstuk


<


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84