36
‘Moet je er zwaar aan tillen?
Vergeten missies
Libanon, Joegoslavië, Afghanistan, en misschien wordt Nederlands-Indië ook genoemd. Veel meer missies kan een willekeurige Nederlander waarschijnlijk niet opnoemen. Tal van uitzendingen genieten maar bar weinig bekendheid. Drie veteranen over hun ‘vergeten’ missie. Tekst Johan Kroes Fotografie Paul Tolenaar
KROATIË
Jean Limbourg: ‘Ik had er net een missie naar Cambodja op zitten, toen ik al vrij snel daarna werd uitgezonden naar Kroatië om met de commis- sie-Kalshoven in voormalige Servische enclaves onderzoek te doen naar schending van het oorlogsrecht. Deze opdracht, die weliswaar onderdeel was van UNPROFOR, vond plaats onder de radar. Waarschijnlijk om bepaalde landen niet voor het hoofd te stoten. Het was erg schimmig allemaal. In eerste instantie werd ons ook verboden om over deze missie te spreken. De Verenigde Naties hadden dit onderzoek ingesteld. Nederland stuurde een detachement dat was opgebouwd rondom kapitein Harry Jongen. Jongen was een specialist van de toenmalige gravendienst en werd ook wel De Neus genoemd.
De Serven stonden het toe om te zoeken naar massagraven, op voorwaarde dat er ook onderzoek gedaan zou worden naar illegaal gedumpt nucleair afval. In die tijd leidde ik mili- tairen op het gebied van nucleaire, chemische en biologische oorlogvoering op en ik werd aangewezen om dit onderzoek samen met een collega te doen. Door de lokale autoriteiten werden we op allerlei manieren tegengewerkt. De missie duurde dan ook niet twee weken, maar bijna twee maanden. Uiteindelijk hebben we niets gemeten. Het kwam erop neer dat we onderdeel waren van een diplomatiek schaakspel, waarbij weinig rekening werd gehouden met onze veiligheid. Zo hoorden we pas achteraf dat we in een gebied zijn geweest waar veel mijnen lagen. We hebben geen nucleair afval gevonden, maar ons team heeft wel een aantal massagraven blootgelegd. Ik heb in die graven gestaan. Ik zag het skelet van een vrouw en haar kind. Ze hielden elkaars hand vast en beiden hadden een kogelgat in het hoofd. De verbijstering is dan enorm, maar als militair ga je toch door, ook al voelt het niet goed. Eenmaal thuis viel onze eenheid uit elkaar en vanuit Defensie was er weinig nazorg. Maar dat beeld staat op mijn netvlies gegrift, dat vergeet je nooit meer. Later heb ik daar problemen mee gekregen. Hoe kunnen mensen elkaar zoiets aandoen? Dat onze missie bewust buiten de publiciteit werd gehouden, hielp ook al niet. Mensen weten niet dat je er bent geweest. Je mist een stuk erkenning. Na tien jaar ben ik er toch over gaan praten, hoe moeilijk dat ook was. Eigenlijk ben ik verbaasd dat ik er überhaupt weer over kan praten.’
checkpoint
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76