Column
15
Barry Hofstede
Het uniform M mijn identiteit’
‘Het uniform was deel van
Mijn eerste tenue was dat van de voetbalvereniging. Met mijn moeder toog ik naar de sportwinkel om het geel-zwart van de plaatselijke voetbalclub uit te zoeken, samen met een paar voetbalschoenen waarvan ik de veters niet kon strikken. Ik kon niet wachten tot het zaterdag was, het liefst was ik in mijn voetbaltenue naar school gegaan. Zodra ik het aantrok werd ik iemand anders - Johan Cruijf, Søren Lerby, Tscheu La Ling - om op het veld te worden gepoort door de werkelijkheid. Samen met mij renden nog eenentwintig blagen in een kluwen van armen en benen achter de bal aan. Iedereen wilde de bal en iedereen wilde scoren. De uitslag was bijzaak, de wedstrijd speelde zich voornamelijk af in onze fantasie, waar de wereld- beker voor het grijpen lag. Op mijn twintigste trok ik het uniform van de Koninklijke Landmacht aan en weer voltrok zich in mijn hoofd een soort transformatie, eentje die ook veranderingen teweegbracht in de echte wereld. Ik was geen burger meer, maar militair. Ik was lid van een samenleving binnen die andere samenleving. Het uniform vervulde mij met een gevoel van trots, ik zou liegen als ik anders zou beweren. Ik was drager van een wapen, waar
ik een pasje met een nummer voor had. Dat nummer heb ik lang weten te onthouden, om de een of andere reden vond ik dat belangrijk. Samen met het uniform was het deel van mijn identiteit. Toen ik was geselecteerd om te worden uitgezonden naar Bosnië, kreeg ik een blauwe baret, en om het feest compleet te maken mocht mijn lichting als eerste het spiksplinter- nieuwe camouflagetenue dragen. Ik was weer dat jochie van vijf dat zijn nieuwe voetbalkleren voor het eerst aantrok. Mijn blauwe baret was de kers op de uniform-taart. Tijdens de voorbereiding werd meermaals benadrukt hoe bijzonder die blauwe muts, en alles waar hij voor stond, wel niet was. Ik begon te geloven dat hij verborgen krachten bezat; als wij naar huis gingen dan was de oorlog voorbij en waren alle monden gevoed. Daar dachten de strijdende partijen toch anders over. Wat nou peacekeeper, de Verenigde Naties konden de boom in met hun morele superioriteit. Terug in Nederland verruilde ik mijn legerkloffie weer voor mijn burgerkle- ding. Het was de ochtend na mijn terugkeer uit de oorlog. Ik stond voor de spiegel, bekeek mijzelf in mijn oude vertrouwde spijkerbroek en T-shirt en Dr. Martens-schoenen, en het was alsof ik naar een vreemde keek.
Barry Hofstede vertrok als dienst- plichtig soldaat vrijwillig naar Bosnië. Hij was van november 1992 tot mei 1993 vrachtwagenchauffeur op een viertonner bij het 1 NL/BE VN Transportbataljon. Een halfjaar lang hebben hij en zijn kameraden door centraal Bosnië gereden om de lokale bevolking van hulpgoederen te voorzien, terwijl om hen heen een totale oorlog woedde. Barry heeft veel over zijn ervaringen geschreven. Tegenwoordig kan hij er ook over praten. Barry werkt als tekstschrijver.
checkpoint
Peter Bak
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76