32
tijdlijn 1520
Een gravure van een landsknecht ten tijde van keizer Karel V. Hij is gekleed in een tenue met openvallende splitten. Hier zijn de wijd gepofte mouwen en broek nog goed terug te zien. Tekenaar onbekend, inv. nr. 00107692
1688
Een marinier in uniform rond 1688. Hij draagt hier een ‘justaucorps’, een lange grijze jas die qua comfort veel te wensen overliet. De neiging om de onderkant naar de zij op te binden was groot om meer bewegingsruimte te krijgen. Hieruit ontston- den de slippen van de latere rokjas. Bron: NIMH
1766
Een pagina uit het Jas- senboekje. Hier wordt een poging gedaan om de uniformen van het 2e Regiment Oranje Nassau in kaart te brengen. Bron: Joep van Hoof, De Ne- derlandse Militaire Uniformen 1752-1900.
Vanaf 1670 komt de justaucorps, een lange overjas, in zwang
Staand leger Huurlegers en lokaal georganiseerde schutterijen vormen geen basis voor een eenduidige, zichtbare herken- baarheid. Vanaf circa 1600 komt daar verandering in door de invoering van een ‘staand’ leger. Het leger werd niet meer ontbonden na een oorlog, maar bleef ook in vredestijd bestaan om zich te bekwamen in de krijgskunst. Er ontstond dus een beroepsgroep van militairen. De ontwikkeling naar unifor- me kleding en uitrusting is daarbij een logische stap. Er zijn pogingen gedaan om kleding van gelijke snit in te voeren en eisen te stellen aan de kwaliteit van de stof. In het Nationaal Archief zijn stalen stof (vaak van grove wol) bewaard die als een poging tot standaardisering kunnen worden gezien. Het kleurgebruik kende nog lang talloze variaties.
Jassenboekje Omdat het huidige Nederland werd bestuurd door verschillende gewesten, was de organisatie van de legers eveneens verdeeld. Het uniform werd bepaald per regiment. De commandant van het regiment had het toezicht op de kwaliteit en kleurgebruik. Omdat iedere twee jaar alles opnieuw werd bezien zijn er steeds veel veranderingen door- gevoerd. Er bestaat een boekwerkje uit 1766 waarin de uniformjassen per regiment in kaart zijn gebracht, mét alle veranderingen: het Jassenboekje.
Justaucorps Vanaf 1670 dragen de Fransen een lange overjas die op het bovenlichaam nauw aansluit en onder breder uitloopt tot aan de knie, de zogenoemde jus- taucorps. Omdat Frankrijk in Europa steeds meer overwicht kreeg, kwam dit kledingstuk ook in andere landen in zwang. Een lange jas is alleen niet echt praktisch en comfortabel in het veld.
checkpoint
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76