64
In het najaar verschijnt het boek Informatiemakelaar en schietschijf, over inzet en effectiviteit van waarne- mers in vredesoperaties op de Balkan tussen 1991-1995. Dat presenteren we tijdens een symposium en misschien kunnen we dan een dergelijke vereni- ging lanceren. Dit boek legt overigens de vinger op de zere politieke fouten en het gebrek aan aandacht voor deze categorie waarnemers.’
Audrey Prins (58) Luitenant-kolonel MISSIES: EGYPTE (UNTSO, 2007/2008), ISRAËL (UNTSO, 2015/2016), ISRAËL (USSC, 2019/2020)
Toen Audrey Prins als VN-waarnemer naar Egypte werd uitgezonden, was het meer dan tien jaar geleden dat er een Nederlandse militair op die post had gezeten. Dat zorgde zowel voor als na de missie voor de nodige uitda- gingen en teleurstellingen. ‘Voor mijn eerste uitzending werden we als groep van elf militairen opgeleid. Ik vond het fijn om hen op die manier te leren kennen, want ik
‘Ik moest goed zoeken naar eten dat niet over de datum was’
diende die dertien maanden ook als Senior National Representative. Mijn collega’s werden als VN-waarnemer uitgezonden naar Syrië, Libanon en Israël, landen waar vaker Nederlandse militairen komen. Ik merkte tijdens die voorbereiding al snel dat er over de missie in Egypte maar heel weinig bekend was. Daar moest ik zelf
checkpoint
achteraan gaan. Eenmaal in Egypte mocht ik zelf huisvesting zoeken en voor het dagelijkse levensonderhoud zorgen. We woonden en leefden in een vrij arm gebied en ik moest goed zoeken naar eten dat niet over de datum was. In die maanden heb ik veel uit blik gegeten. Behoorlijk eenzijdig, met weinig vitamines. Ook was er maar weinig vertier als ik geen dienst had. Als je drie keer per week internet aangeslingerd kreeg, was dat al veel, sportfaciliteiten waren er niet en via de televisie kon je alleen Arabische zenders ontvangen. In mijn vrije tijd heb ik dus veel gewandeld en puzzels gemaakt op mijn eigen kamertje. Ik gaf tijdens de missie leiding aan een klein internationaal team en was binnen UNTSO de allereerste vrouwelijke commandant van een groep waarnemers. Dat was voor de lokale autoriteiten wel wennen en ik heb er veel energie in gestoken om hun vertrouwen te winnen, zodat ik mijn taken kon uitvoeren. Het gaf ook regelmatig hilarische momenten. Op een gegeven moment kwamen we in de woestijn een groep Egyptische
militairen tegen die lichtelijk panie- kerig reageerden, een vrouw in uniform hadden ze daar nog nooit gezien. Na afronding van mijn missie zou ik vanuit het bedrijfsmaatschap- pelijk werk nog een gesprek krijgen, alleen vergaten ze om mij hiervoor op te roepen. Toen ik daar zelf achteraan ging, kreeg ik als reactie dat het in Egypte toch allemaal wel meegevallen zou zijn. Daar heb ik wel wat van gezegd, want dat is een voorbarige aanname. Tijdens de medaille-uitrei- king werd Egypte ook niet genoemd, dat was best teleurstellend, zeker omdat mijn thuisfront er ook bij aanwezig was. Ik moet zeggen dat de voorbereiding en begeleiding van individueel uitgezonden militairen sindsdien enorm verbeterd is. Zowel de militair als zijn of haar thuisfront krijgt in de vorm van workshops veel meer informatie op maat over het missiegebied. Dat is ontzettend waardevol.’
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76