Vaandeldragers
27
‘Ik ben niet verbonden aan het vaandel, wel aan mijn divisie’
Leo van Bohemen (96) ‘Ik voel niet zozeer verbondenheid met het vaandel, maar wel met mijn divisie en mijn bataljon. Niet voor niets hebben we met een groep in 1986 erevelden in Indonesië bezocht.’ Leo van Bohemen vertrok met 5-8 RI in 1948 als dienstplichtig militair naar voormalig Nederlands-Indië. In 1950 nam het Regiment Infanterie Oranje Gelderland de plaats in van het 5de Regiment Infanterie (5-RI) en nam de tradities van het 8ste Regiment Infanterie (8 RI) over. De naam en de krijgsverrichtingen van 8 RI staan vermeld op cravates, die aan het vaandel van Oranje Gelderland zijn vastgemaakt. ‘Ik had uitstel gekregen, omdat ik in het bedrijf van mijn vader werkte. Daardoor scheepten mijn broer en ik op hetzelfde moment met hetzelfde regiment in op de Zuiderkruis, richting Sumatra. We waren twintig kilometer van elkaar gelegerd, we zagen elkaar praktisch ieder weekend. In maart waren we aangekomen, in juli kreeg mijn broer tyfus, in augustus is hij overleden.’ Pas veel later begreep Van Bohemen wat dat verlies voor zijn ouders betekend moest hebben. ‘Toen mijn eigen zoon in dienst ging, stelde ik me opeens voor hoe het zou zijn als hij zou sneuvelen. Verschrikkelijk.’ Vanwege het overlijden van zijn broer mocht Van Bohemen na acht maanden naar huis. Hij bleef altijd contact houden met zijn oude strijdmakkers. ‘Eenmaal met pensioen hadden we alle tijd voor reünies. Maar toen kregen we ook tijd om te piekeren. Er kwamen onderzoeken en boeken over onze tijd in Nederlands-Indië en naar mijn mening zijn die grotendeels eenzijdig. Dat doet pijn. We waren daar echt niet met 200.000 schuldig aan excessen.’ Het vaandelopschrift doet recht aan het regiment, vindt Van Bohemen. ‘Militairen doen wat ze moeten doen.’ In voormalig Nederlands-Indië en in Uruzgan.
Het Regiment Infanterie Oranje Gelderland: ‘Sar Regin 2008’ voor de gevechten in de omgeving van Sar Regin in de Mirabadvallei.
checkpoint
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76