34 32 in totaal
De krijgsmacht kent in totaal 32 vaandels en standaarden. Veruit de meeste vaandels en standaarden – 24 in totaal – horen bij regimenten en korpsen van de landmacht. De marine volgt op afstand met 6 exemplaren. Luchtmacht en marechaussee hebben elk 1 vaandel of standaard dat dienstdoet voor het hele krijgsmachtdeel. Het verschil tussen een vaandel en standaard is dat een standaard een kleinere vlag en kortere stok heeft en wordt gebruikt door de van oorsprong ‘bereden wapens’. Het formaat was beter te hanteren op een paard.
Het vaandel gered
een traditieverband en onze nieuwe bataljons gaan we in die traditieverbanden onderbrengen.’ Zo leven het Garderegiment Grenadiers en Jagers, het Regiment Huzaren van Boreel, het Korps Veldartillerie, het Regiment Genietroepen en vele andere tot de dag van vandaag voort in de namen van moderne eenheden.
Nauwe band De huidige vaandels en standaarden gaan terug op de beginjaren van het Koninkrijk der Nederlanden, dat in 1815 tot stand kwam. Ze werden en worden uitgereikt door het staatshoofd en zijn voorzien van een koninklijk monogram. Met dat alles wordt de nauwe en persoonlijke band benadrukt tussen vorst en krijgsmacht. Opschriften kwamen er – na actieve bemoeienis door toenmalig koningin-regentes Emma – pas aan het einde van de negentiende eeuw. Zoals de vermeldingen die verwijzen naar het gevecht bij Quatre Bras aan de vooravond van de slag bij Waterloo of naar de Tiendaagse Veldtocht tegen de opstandige Belgen. Later kwamen daar de vermeldingen bij over militair optreden in de Tweede Wereldoorlog en tijdens de dekolonisatiestrijd met Indonesië. Essentieel is dat een opschrift een onderscheiding is. Ergens geweest zijn, is niet voldoende. De eenheid moet zich ‘boven andere hebben onderscheiden’, zoals de officiële omschrijving luidt.
checkpoint
Het 8ste Regiment Infanterie speelde in mei 1940 een hoofdrol bij de strijd op de Grebbeberg. Op 13 mei, de derde dag van de veldslag, braken de Duitsers door de laatste linies. Regimentscommandant luitenant-kolonel Hennink, die later zou worden onderscheiden met de Militaire Willems-Orde, bleef met een groep militairen zijn commandopost hardnekkig verdedigen. Hennink maakte zich echter zorgen over het regimentsvaandel dat in de nabijheid werd bewaard. Dat mocht niet in vijandelijke handen vallen. Aan een sergeant en een soldaat gaf hij ’s avonds de opdracht het vaandel veilig naar de Vesting Holland te brengen. Dat lukte. Het is een actie die veel zegt over de grote waarde die aan het regimentsvaandel werd toegekend. Een recent voorbeeld van die gevoelswaarde, zij het onder minder dramatische omstandigheden, is het feit dat een van de naar Afghanistan uitgezonden bataljons het eigen regimentsvaandel meenam. Dat was geheel tegen de voorschriften in, maar werd welbewust toch gedaan.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76