search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
52


Ooggetuige


zelf die sokken hadden aangedaan en toen die sokken nooit meer uit konden doen.’


Direct na het incident verschijnen er soldaten in de straten van Kigali en worden de eerste mensen vermoord. Omdat Van Putten vanaf dat moment een aantal nachten niet slaapt, vindt hij het lastig om alle gebeurtenissen chronologisch op een rij te zetten, maar hij herinnert zich in ieder geval dat het al snel duidelijk is dat het goed mis is. ‘We zagen dat groepen mensen met de handen omhoog of met de handen op het hoofd, apart werden genomen’, aldus Van Putten.


Belgische blauwhelmen Na een doorwaakte nacht met tal van incidenten breekt de ochtend van 7 april aan. De radicale Hutu’s gaan over tot iets wat ze een paar weken daarvoor al hebben aangekondigd: het vermoorden van tien Belgische VN-militairen. Met als doel het Belgische VN-contingent uit Rwanda te laten vertrekken. Want dat zou hen vrij spel geven voor verdere moordpartijen. En zo geschiedt. Die avond bezoekt Van Putten, samen met luitenant-generaal Dallaire, het mortuarium, dat niet meer is dan een bijgebouwtje van het ziekenhuis. Voor de deur liggen de lijken van de Belgische militairen. Vooral de aanblik van de sokken van deze vermoorde militairen maakt op Van Putten een onuitwisbare indruk. ‘Vooral het idee dat ze ’s ochtends


Lijklucht Wat ook indruk maakt, zijn de telefoontjes die Van Putten krijgt van doodsbange mensen. ‘Dan kreeg ik opeens een fluisterend persoon aan de telefoon die iets zei van: “Hallo, ik zie ze hier en ze lopen om het huis heen. Kan iemand mij komen redden?” Dat noteer je dan en geef je door, maar je kon niet veel doen. Of ze belden met de noodkreet: “Komt er al iemand? Ze zitten aan de deur te morrelen.” En hoe het dan afloopt? Daar kun je alleen maar naar raden. Die situaties, de hulpeloosheid, zal ik nooit meer vergeten.’ Het staat Van Putten nog altijd helder op het netvlies. De typerende lijklucht, een dikke zoete geur, mensen die zo toegetakeld waren dat hun voorkant


‘Hallo, ik zie ze hier en ze lopen om het huis heen. Kan iemand mij komen redden?’


niet meer van hun achterkant te onderscheiden was en de executies die hij indirect zag gebeuren. ‘Dan zag je een groepje de bosjes ingaan, hoorde je wat schoten en kwamen ze er met minder uit. Dan weet je wel hoe laat het is.’


Falen van de VN Vanaf die 7e april loopt het contingent VN-militairen achter de feiten aan. De volkerenmoord - ‘een sinistere orgie van bloed en geweld’ - kunnen ze niet tegenhouden. De Belgische militairen worden al snel teruggeroepen en met de overgebleven VN-eenheden kon je volgens Van Putten niet veel. ‘In die periode tot 21 april was de VN een speelbal.’ Het VN-contingent wordt teruggebracht in grootte en de inter- nationale gemeenschap lijkt niet echt


geïnteresseerd. Op 19 april vertrekt Rob van Putten naar Oeganda. Zijn ervaring met de VN – ook in latere missies – zorgen ervoor dat hij geen hoge pet op heeft van deze organisatie. ‘De blauwe baret staat voor mij voor compleet falen. Wat ik met name verwijtbaar vindt, is dat de VN in Rwanda uit was op goedkoop succes, na eerdere debacles. Het zijn ervaringen waar ik mij voor schaam. Ik heb mijzelf altijd voor honderd procent gegeven en zie de waarde van uitzendingen, maar ik zie ook het politieke falen. Bij uitzondering bezoek ik een reünie en ik zal nooit met een baret gaan rondstappen. Dat wil niet zeggen dat ik negatief terugkijk op Defensie of mijn diensttijd, integen- deel, daar ben ik trots op, maar die VN …’


Herbelevingen Als gevolg van zijn ervaringen in Rwanda zit Van Putten in 2000 een halfjaar ziek thuis. ‘Ik kreeg ieder jaar herbelevingen in de maanden waarin ik mijn uitzending had gedraaid.’ Later kwamen daar woedeaanvallen bij en toen hij in 2000 van zijn derde uit- zending terugkwam, ging het na een paar maanden helemaal mis. ‘Mijn huisarts stuurde mij naar huis. Mijn toenmalige vrouw haalde mij op en op het moment dat ik haar zag, moest ik enorm huilen. Thuis sliep ik vervolgens eindeloos en daarna barstte alles los. Gordelroos, nekklachten, veel slapen, woedeaanvallen.’ Hij heeft deze ervaringen in de jaren daarop een plek kunnen geven. ‘Ik ben wel blij dat ik onder oorlogsomstandigheden kon blijven functioneren. Ik zou graag diepgelovig willen zijn. Dat zou het leven zoveel fijner maken, denk ik. En ik zou veel meer vrede ervaren ... maar daarvoor heb ik echt te veel gezien.’


Voor het hele interview met Rob van Putten, zie de interviewcollectie op www.veteranenvertellen.nl.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76