de extractie. Volgens het RTG valt het de tandarts tuchtrechtelijk ernstig te verwij- ten dat hij alleen is afgegaan op wat klaag- ster, van wier medische voorgeschiedenis hij niet op de hoogte was, hem over haar medicatiegebruik heeft verteld. Hij heeft bij klaagster extracties uitgevoerd, terwijl hij niet had vastgesteld of en zo ja wan- neer klaagster het gebruik van denosu- mab had beëindigd. De tandarts had dat bijvoorbeeld bij klaagsters apotheek kun- nen nagaan. Ook kan hem tuchtrechtelijk worden verweten dat hij zich niet op de hoogte heeft gesteld van de risicofactoren van denosumab (Xgeva) wanneer extrac- ties worden overwogen, bijvoorbeeld door het eenvoudig via het internet raadple- gen Farmacotherapeutisch Kompas. Het RTG acht het ook voldoende aannemelijk dat het wondje in de onderkaak bij klaag- ster vóór de extracties aanwezig was. De tandarts had dat bij zijn eerste contact met klaagster moeten opmerken en toen, gelet op het feit dat klaagster met denosumab (Xgeva) werd of was behandeld, moeten nagaan wanneer het betreff ende element was verwijderd. Dat de tandarts ook de elementen 31, 32, 41 en 42 heeft getrokken, acht het RTG niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klaagster had een diepe beet. Als de genoemde ele- menten niet zouden zijn getrokken, zou er, zoals de tandarts terecht aanvoert, een slechte prothetische uitgangssituatie zijn ontstaan.
– Beslissing –
Het RTG legt de tandarts een berisping op. NT
COMMENTAAR Mr. Inge Henkens
‘ Niet moeilijk om het even te vragen’
B
ij vrijwel iedere behandeling kunnen tijdens de ingreep of
DEZE RUBRIEK BEVAT SAMENVATTINGEN VAN UITSPRAKEN VAN DE REGIONALE TUCHTCOLLEGES (RTG) EN HET CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG (CTG) EN DE GESCHILLENINSTANTIE MONDZORG. IEDERE SAMENVATTING WORDT VAN COMMENTAAR VOORZIEN DOOR EEN ONAFHANKELIJK DESKUNDIGE.
erna complicaties optreden. De ene complicatie komt vaker voor dan de andere en sommige zijn ernstig, terwijl andere slechts tijdelijk licht ongemak opleve- ren. Of je een patiënt hierover van tevoren moet informeren, zodat deze kan besluiten niet met de behandeling in te stemmen, hangt onder andere af van de ernst van de complicatie, de kans dat deze optreedt en de nood- zaak van de behandeling. Over de noodzaak weten we in deze casus eigenlijk niets. De com- plicatie is echter zeer ernstig. Had deze misschien voorkomen kunnen worden door anders te handelen? Osteonecrose bij pa- tiënten met denosumab komt helaas voor. Gelukkig zelden, maar het is dermate ernstig dat er weloverwogen moet worden beslist of het risico het waard is. Dit is dan ook iets dat je altijd voorafgaand aan de behandeling met de patiënt moet bespreken en, uiteraard, moet noteren in
het dossier. Daarom moet je er dus ook altijd zeker van zijn of de medicatie nog steeds gebruikt wordt of niet. Zo moeilijk is het ook niet om dat aan de patiënt te vragen voordat je je extractie- tang ter hand neemt. Als de pa- tiënt het niet weet, kost het wel tijd om hiervoor met de apotheek te bellen, maar deze tuchtzaak heeft nog veel meer tijd gekost. Volgens het Raamplan voor de opleiding Tandheelkunde moet een net afgestudeerde tandarts op niveau 4 competent zijn op het gebied van medisch-tandheel- kundige interacties. Dit houdt in dat er inzicht is in het totaal en dat dagelijkse problemen zelf- standig kunnen worden opge- lost. De tandarts in casu lijkt niet goed op de hoogte van de geva- ren voor zijn behandelingen van het gebruik van denosumab. NT
Inge Henkens is tandarts in Amsterdam en jurist Gezondheidsrecht
51 NT
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56