de nabije toekomst. In het UMC Utrecht waar ik werk hebben we een 3D-lab om allerlei behande- lingen te kunnen simuleren en voorbereiden. Dat werkt fantastisch.”
6 Het beroep van de
‘ Medisch specialisten moeten de gnatholoog beter gaan vinden’
5 Technische
44 NT
het werk van de gnatholoog, de tandarts maxillofaciale prothetiek en de prothetisch restauratief tandarts in 2030 makkelijker en beter. “Voor de gnathologie klopt dat. Er zijn nu bijvoor- beeld draagbare systemen die kauwactiviteiten, klemmen en knarsen van een patiënt 24 uur per dag registreren. Die registratie is gekoppeld aan een app, zodat iemand realtime een pijndagboek kan bijhouden. Dit geeft inzage in bewuste en onbewuste kauwspieractiviteiten en helpt bij de diagnose en de behandeling. Ook zijn er knars- plaatjes die meten hoeveel kracht er wordt gezet tijdens het kauwen. Daarnaast zijn er de nodige ontwikkelingen op het gebied van 3D-beeldvor- ming om kaakgewricht en spieren te beoorde- len. Ook de tandarts maxillofaciale prothetiek en de prothetisch restauratief tandarts hebben veel baat bij de ontwikkelingen op 3D-gebied, die het werk voorspelbaarder, makkelijker en kwalita- tief beter maken. Ik verwacht nog veel van 3D in
ontwikkelingen maken
prothetiek en prothetisch restauratief tandarts wordt in 2030bedreigd door een tekort aan technici. “De prothetische restauratief tandarts werkt nauw samen met tandtechnisch laboratoria, die met name hun digitale hun kennis en kunde op dit vlak steeds meer bundelen en samenbrengen op een beperkt aantal plekken. De tandtechni- cus oude stijl verdwijnt steeds meer. Het is aan de tandtechnici zelf om wel of niet mee te gaan in de digitalisering. Op dit moment is er maar een beperkt aantal technici maxillofaciale prothetiek - waarvan acht lid van de NVGPT - die in of naast een centrum
tandarts maxillofaciale
voor bijzondere tandheelkunde functioneren en de tandarts maxillo- faciale prothetiek ondersteunen bij de behandeling van patiënten met trauma’s, oncologische aandoeningen, aangeboren afwijkingen en schisis. Het is wel zorgelijk dat er niet zoveel van deze technici wor- den opgeleid. Goed nieuws is wel dat de grote laboratoria de tandarts maxillofaciale prothetiek kunnen blijven ondersteunen, dankzij de mogelijkheden op digitaal gebied.”
7 In 2030 is de NVGPT gesplitst in
gnathologen en één voor prothetische tandartsen. “Mijn eerste reactie is dat dit een stap terug in de tijd is, want de NVGPT is in 1997 juist ontstaan uit een fusie tussen deze twee gebie- den. We zijn toen juist samengegaan omdat er zoveel raakvakken zijn tussen deze diff erentiaties. Onze bijna zeshonderd leden zitten er niet op te wachten om dit weer te splitsen. Ik denk eerder aan een nauwere samenwerking tussen onze vereniging en de NVVRT op prothetisch restauratief gebied . We zijn al hier al mee bezig, om er één vereniging van te maken, kost wat meer tijd.” NT
twee aparte verenigingen: één voor
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56