KAMPEERAUTO


Tekst en foto’s Douwe de Vries


Camper, man en hond. Het camperduo komt er weer aan… Hulphond op campercursus


Minstens drie uur per dag zijn Bert en Hennie Mast uit Schoonebeek in de weer met het socialiseren van honden. Ze leren de honden zich onder alle mogelijke omstandigheden als hulphond voor een gehandicapte te gedragen. “Het camperduo komt er weer aan…”, klinkt het in het centrum van de Stichting Hulphond in Herpen, waar het echtpaar regelmatig met hun Knaus C-liner naartoe rijdt.


De relatie met de stichting begon zeven jaar geleden, toen Bert (60) door een reorganisatie bij zijn toenmalige werkgever met vervroegd pensioen kon gaan. Samen met Hennie (58) heeft hij intussen als gastgezin vier honden opgevoed tot hulphond. Ze hebben circa veertien maanden de tijd om hun gast het gewenste gedrag aan te leren. Bert is in de beleving van de hond de eerst aangewezen baas en Hennie is de tweede in de hiërarchie. Hij legt uit dat er een klik tussen baas en hond moet zijn. “Anders gaat de match niet


40 | Kampeerauto nr. 2/2013 NKC


door. Dat geldt ook voor de gehandicapte die uiteindelijk eigenaar wordt van het dier. Die verblijft enige tijd dag en nacht samen met de hond in de trainingsschool. Als je ziet wat de hond voor de gehandicapte gaat betekenen, sta je echt versteld. Er gaat een wereld voor hem open. De hulphond betekent vrijheid voor de gehandicapte om aan het sociale leven te kunnen deelnemen en ook een stukje rust en stabiliteit in het gezin waar hij deel van uitmaakt”, aldus Bert. Ook Hennie, die in de thuiszorg werkt, is enthousiast over de


prestaties van de honden. “Je krijgt hier zo veel energie van.” Toen de kinderen het huis uitgingen, besloot het stel een kampeerauto aan te schaffen. “Daarmee kun je gemakkelijker trekken en bovendien geeft de camper ons werk voor de Stichting Hulphond een extra dimensie”, licht Bert toe. “De hond moet zich, waar hij ook heen gaat, netjes gedragen en dat is in de kleine ruimte van een camper extra moeilijk. Als we met de camper ergens aankomen, moet hij niet meteen naar buiten rennen. Fout


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84