search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
24 apr. 1 mei 8 mei 15 mei 22 mei 29 mei 5 jun. 12 jun. 19 jun. 26 jun. 3 jul. 10 jul. 17 jul. 24 jul. 31 jul. 7 aug. 14 aug. 21 aug. 28 aug.


Z


owel de opbrengst als de voederwaarde van het kuil- gras waren in 2017 van een goed niveau. Met name het eiwitgehalte van de eerste snede was hoger dan in het voorgaande seizoen. Toch komt het volgens Leo Tjoonk nog te vaak voor dat veehouders zich laten verrassen door tegenval- lende eiwitgehalten in de graskuil. De kenniscoördinator ruw- voerteelt van Agrifirm is ervan overtuigd dat het ondanks de afhankelijkheid van het weer, mogelijk is om de kwaliteit van de grassilage naar een hoger plan te tillen.


Met name door een beter gekozen maaimoment valt er meer eiwit van eigen land te oogsten. ‘Eiwit dat je zelf kunt oogsten, hoef je voor de wintermaanden ook niet aan te kopen. Nu er afgelopen jaar veel ruwvoer gewonnen is, dreigt de aandacht voor de ruwvoerwinning te verslappen’, zegt Tjoonk, die aan de wieg stond van de door Agrifirm ontwikkelde maaimonitor.


Stand van het gewas


De maaimonitor is een hulpmiddel waarmee melkveehouders zich meer bewust worden van het ideale moment om gras te oogsten. Het is een update van de stand van het gewas, die Agrifirm wekelijks op de website publiceert. De monitor maakt gebruik van versgrasmonsters en groeicijfers die tijdens het groeiseizoen in meerdere regio’s verzameld worden (figuur 1). Er is ook informatie over de grashoogte en de ontwikkeling van de bodemtemperatuur. Tjoonk: ‘De beschikbare gegevens com- bineren we tot een advies. Stel dat de groei piekt naar 1000 kilogram droge stof per week en de langetermijnverwachting van het KNMI is matig, dan is het advies: begin maar met maai- en. Want stel je het maaimoment uit, dan is de kans groot dat het ruw eiwit in de kuil daalt naar minder dan 150 gram per kilogram droge stof. Bij een lagere groei – bijvoorbeeld 500 kilogram droge stof per week – en een lagere bodemtempera- tuur is de noodzaak om te gaan maaien minder groot.’


Wachten of maaien


De percelen die geselecteerd zijn voor de versgrasmonsters, variëren in grondsoort. De gekozen grondsoort is specifiek voor de regio waar het perceel ligt. Daarmee komt de informatie zo dicht mogelijk in de buurt van de werkelijkheid in die betref- fende regio. Helemaal bedrijfsspecifiek is de maaimonitor ech- ter niet. Tjoonk: ‘De verwachte groei, en daarmee het maaimo- ment, is ook afhankelijk van de bodemvoorraad aan stikstof. Daarnaast speelt het stikstofleverend vermogen van de grond een belangrijke rol. Dit soort gegevens zit nog niet in de maai- monitor, maar dat willen we wel gaan oppakken.’ De maaimonitor geeft volgens Tjoonk vooral handvatten aan de veehouder en zijn adviseur om het maaimoment bewuster te kiezen. ‘Stel dat het eiwitgehalte op 200 gram ruw eiwit per


Figuur 1 – Groei van grasgewas volgens maaimonitor 2016 en 2017 (bron: Agrifirm)


2016


1.050 1.150 1.250


250 350 450 550 650 750 850 950


datum 2017


kilo droge stof ligt en de groei is fors met 1000 kilogram droge stof per hectare per week. Dan is mijn vraag aan de veehouder: “Heb je veel mais in het rantsoen?” Dan kun je de komende week gaan maaien, omdat met zo’n forse groei het eiwitgehalte in het gras snel daalt. “Voer je weinig of geen mais?” Dan kun je nog een paar dagen langer wachten. Daarmee bereik je dat het eiwitgehalte in het gras niet te hoog is en voorkom je hoge ureumgehalten in de melk.’ Tjoonk gaat ervan uit dat elke veehouder zijn best doet om een zo goed mogelijk product in de kuil te krijgen. Het belang van een hoge ruwvoerkwaliteit is algemeen bekend. Toch vindt hij dat veehouders te makkelijk het weer de schuld geven van een tegenvallend resultaat. ‘Door eerder te maaien kun je de kwali- teit van de basis in het rantsoen verhogen. Je wilt geen kuilen van meer dan 200 gram ruw eiwit per kilogram droge stof, dat is te extreem. Maar kuilen met 170 tot 180 gram ruw eiwit per kilo droge stof zorgen er wel voor dat er minder eiwit nodig is van buiten het bedrijf. Bijkomend voordeel is dat daarmee ook de aankoop van fosfor binnen de perken blijft, dat is in het belang van de hele sector’, stelt Tjoonk. De maaimonitor infor- meert de veehouder over het verloop van het eiwitgehalte in de maaisnedes van zijn regio (figuur 2).


Splitsen van kunstmestgift


Een goede kwaliteit ruwvoer staat of valt met een vakkundige bemesting. Tjoonk noemt drie punten die bijdragen aan een hoge eiwitkwaliteit in het gras. Op de eerste plaats adviseert hij water bij de mest te doseren. Dat verhoogt de benutting van de stikstof uit drijfmest. Daarnaast is voldoende kali relevant. Dat begint met kennis van de kalitoestand in de bodem en de kali- gehalten in de drijfmest.


Het splitsen van de kunstmestgift is het derde punt dat Tjoonk wil benadrukken. Om ook uit deze mestsoort de stikstof zo goed mogelijk te benutten is het verstandig de voorjaarsgift in twee keer te verdelen. ‘Ik weet dat het extra werk is, maar als je kwaliteit en eiwit van het land wilt halen, is het wel een doeltreffende maatregel. Bij een bodemtemperatuur van zes graden kun je beginnen met het toedienen van (drijf)mest. Door daarna, afhankelijk van de weersomstandigheden, in de loop van maart de eerste helft van de kunstmestgift toe te die- nen, kan afhankelijk van de ontwikkeling van het gewas, twee tot drie weken later de andere helft worden toegediend.’ Door op deze wijze te bemesten kunnen veehouders volgens Tjoonk toe met minder stikstof, of kunnen ze met de beschik- bare stikstof een hoger ruw eiwitgehalte oogsten. l


Vanaf begin april gaat de maaimonitor weer van start. Bekijk deze op www.agrifirm.nl/maaimonitor


Figuur 2 – Verloop van ruweiwitgehalte volgens maaimonitor 2017 met rond week 19 een maaimoment (bron: Agrifirm)


125 150 175 200 225 250 275 300


14


16


18


20 week


22


24


26


veeteeltGRAS MAART 2018


45


grasgroei (kg ds/ha/week)


ruw eiwit (g/kg ds)


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52