ECONOMIE CO2
VASTLEGGEN Henk Hoefnagel: ‘Voor elke tien koeien een hectare bos’
Melkveehouder Henk Hoefnagel in Beneden- Leeuwen zag dat twintig jaar geleden zijn vruchtbare rivierklei door gangbaar land- bouwgebruik langzaam maar zeker uitgeput raakte. Hij gooide het roer om, verruilde drijf- mest en kunstmest voor stalmest, bouwde een potstal en investeerde in maatregelen voor een gezondere bodem met meer orga- nische stof.
De nieuwste maatregel is het pachten van vijf hectare bos. De houtsnippers uit het bos zijn gebruikt als stalstrooisel in de compoststal, wat volgens hem het welzijn van de koeien ten goede komt. De elzen, wilgen en populie- ren in het bos worden na twee tot acht jaar gerooid. ‘Met de oogst van hout voer je welis- waar koolstof af, maar de stobben en wortels
van de bomen leggen weer CO2 vast’, vertelt Hoefnagel.
De houtsnippers worden gecomposteerd in de stal. ‘Verse houtsnippers trekken behoor- lijk stikstof uit de grond met kans op verzu- ring, daarom moeten ze eerst composteren. De houtsnippercompost levert vervolgens extra organische stof aan de gras- en akker- landen van mijn bedrijf. En ik leg hiermee extra koolstof vast in de bodem’, aldus de
veehouder. Hij wil ook zijn eigen krachtvoer telen, zodat er een klimaatneutraal bedrijf ontstaat. Centrum Landbouw en Milieu (CLM) rekent de komende drie jaar aan de koolstof- balans op zijn bedrijf. ‘Door de maatregelen zijn zowel de bodem als de koeien veel weer- baarder geworden. Dat is voor mij het allerbe- langrijkste.’
Hoefnagel melkt nu 50 koeien en wil groeien naar 75 stuks. ‘Deskundigen zeggen dat je de uitstoot van elke tien koeien neutraliseert met een hectare bos. Met vijf hectare ben ik dus op de goede weg’, zegt hij. De melkveehou- der heeft goede hoop dat er in de nabije
toekomst een vergoeding komt voor CO2- opslag op melkveebedrijven. Hij denkt dat in het verlengde daarvan agroforestry – dat is een verzamelnaam voor landbouwsystemen waarin bewust gestreefd wordt naar het intro- duceren van bomen en struiken op gras- of akkerland – de komende jaren vaker te zien is op melkveebedrijven. ‘Vijftien jaar geleden legde ik de eerste zonnepanelen op mijn dak. Collega’s verklaarden me toen voor gek; dat kon nooit uit. Bomen zouden over tien jaar ook best eens normaal kunnen zijn op een melkveebedrijf.’
De kosten hiervoor worden opgehoest door bedrijven die hun
CO2-belasting willen compenseren door de aankoop van certifi- caten, uitgegeven vanuit de besparing die op de veengronden wordt gerealiseerd.’ Volgens De Vries zijn veel bedrijven, zoals energiemaatschappijen, overheden en financiële instellingen, geïnteresseerd. Voor Nederland zijn in een rapport van Alterra en CLM een paar jaar geleden al wat vingeroefeningen voor een koolstof- toeslag gedaan. De onderzoekers rekenen met minimaal 10 euro per ton CO2: een klein deel voor het vastleggen van nieu-
we koolstof en het grootste deel voor het voorkomen dat kool- stof weer uit de bodem ontsnapt. Voor een bedrijf met 30 hec- tare gras- en maisland komen ze zo tot een bedrag van 2000 tot 3000 euro per jaar. LTO hoopt en ijvert ervoor dat daar vanuit Brussel, waar binnenkort wordt gepraat over het nieu- we landbouwbeleid dat in 2021 ingaat, een extra bonus voor koolstofvastlegging bij komt. Daarnaast lobbyt LTO bij de Ne- derlandse regering voor een subsidieregeling waarbij boeren die aantoonbaar koolstof vastleggen in hun grond, worden beloond. l
300 euro per hectare voor CO2 De Oostenrijkse overheid stond twee jaar
geleden een pilot toe waarin boeren CO2 vastleggen in de bodem door het organi- schestofgehalte te verhogen. Bedrijven kopen hun maatschappelijke plicht af door afname van certificaten van deelnemende boeren. ‘Verschillende bedrijven, onder an- dere de in Oostenrijk grote supermarktketen Höfer, doen mee. Er is inmiddels een wacht-
lijst aan bedrijven die CO2-certificaten willen vastleggen via boeren’, vertelt manager Tho- mas Karner van Ecoregion Kainkorf, de orga- nisatie die het project begeleidt. In totaal brengen de boeren 1700 hectare in.
34 veeteeltGRAS MAART 2018
-opslag in Oostenrijk
Bij de start worden op de bedrijven grond- monsters genomen om het organischestof- gehalte te bepalen. Na twee tot vijf jaar – vrij te kiezen door de boer – worden opnieuw monsters genomen. Die bepalen de toe- name van organische stof. Een stijging van 0,3 procent organische stof staat voor 11 ton
CO2-opslag. Per ton betaalt een bedrijf dat een certificaat afneemt, 45 euro. Van de opbrengst gaat 30 euro naar de boer. De rest is bestemd voor programmakosten en belastingen.
Gemiddeld behalen de boeren een jaarlijkse toename van 10 ton aan CO2-equivalenten
door vastlegging in de bodem per hectare. Dat levert hen gemiddeld dus 300 euro per hectare op. Bij een hogere vastlegging en veel hectares resulteert dat in een interes- sante bijverdienste. Verschillende deelne- mers haalden vorig jaar zo’n 10.000 euro op en de topper zelfs 26.000 euro. De uitbetaling volgt voor twee derde direct na de meting van de vastlegging. De boeren moeten na vijf jaar bewijzen dat het organi- schestofgehalte minimaal op hetzelfde ni- veau ligt. Pas dan wordt het overige derde deel uitgekeerd.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52