search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
GESPONSORD ARTIKEL RUWVOERBENUTTING


Met het grasseizoen 2018 voor de deur zette VeeteeltGRAS in samenwerking met ForFarmers de vijf belangrijkste aandachtspunten voor komend seizoen op een rij. Alles is gericht op een zo hoog mogelijke kwaliteit van het eigen ruwvoer.


Focus houden op de kwaliteit van gras


Wie doelgericht aan de graskwaliteit wil werken, moet voorafgaand en tijdens het seizoen vele keuzes


maken. Bijvoorbeeld hoe vaak je gaat maaien en wat je gaat doen met de latere snedes. Basiszaken als een goede mestverdeling, een goed werkende ontwatering en tijdig bekalken moeten altijd goed geregeld zijn. Voor ForFarmers is graskwaliteit een van de speerpunten binnen Terra+, hun totaalaanpak voor meer melk uit ruwvoer. Voor de start van het ruwvoerseizoen selecteerde teeltspecialist Tom Niehof van ForFarmers vijf aandachts- punten voor een succesvol grasjaar.


Ken de zwavelbehoefte van het gras


Gras heeft zwavel nodig om eiwit te maken, maar in het voorjaar is de hoeveelheid zwavel in de bodem nihil. De verhouding tussen zwavel en stikstof in de plant is optimaal wanneer in de grasplant tien keer zoveel stikstof als zwavel aanwezig is (de N/S-verhouding). Is deze verhouding groter dan 15:1, dan is er een acuut zwavelgebrek in het gras. In tabel 1 is te zien hoe de verhouding tussen zwavel en stikstof uitpakt. Teeltspecialist Tom Niehof: ‘In het voorjaar is de levering van zwavel uit de bodemvoorraad nihil. Mineralisatie van organi- sche stof zorgt later in het seizoen voor voldoende zwavel, maar voor de eerste grassneden is dit meestal ontoereikend. Kies daarom voor de eerste snede voor stikstofunstmest met zwavel.’


Tabel 1 – Optimaal zwavelgehalte (S) van de graskuil afankelijk van het ruweiwitgehalte (re) omgerekend naar stikstofgehalte (N)


re-gehalte (g/kg ds)


100 125 150 175 200 225 250


N-gehalte (g/kg ds)


16 20 24 28 32 36 40


N/S < 10 > 1,6


> 2,0 > 2,4 > 2,8 > 3,2 > 3,6 > 4,0


S-gehalte (g/kg ds) N/S 12


1,3 1,7 2


2,3 2,7 3


3,3


N/S > 15 < 1,1


< 1,3 < 1,6 < 1,9 < 2,1 < 2,4 < 2,7


Investeren in extra voeropslag


Melkgevende koeien, droge koeien en pinken, elke doelgroep heeft een eigen voerbehoefte. ‘Als je een hoge benutting van het eigen gras wilt realiseren, is het zaak om elke doelgroep de juiste kwaliteit ruwvoer te geven’, stelt Niehof. Een goed voorbeeld is volgens hem het specifiek “transitiegras” maken voor de droog- staande koeien en dat opslaan in balen. Voor een hoge voerbe- nutting is een flexibele voeropslag nodig. Niehof: ‘Dit betekent dat veehouders altijd één voerplaat extra zouden moeten hebben om het voer volledig te kunnen plaatsen. Dat geeft ook de ruimte om het te kunnen voeren wanneer het nodig is. Door gebrek aan voeropslag ontbreekt het nog wel eens aan deze flexibiliteit.’


28 veeteeltGRAS MAART 2018


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52