GESPONSORD ARTIKEL BEMESTING
Betrouwbare KAS voor voldoende gras
Stikstof bevordert de groei van gras en de fotosynthese. Voor een goede stikstofvoorziening is het niet nodig om speciale en vaak relatief dure meststoffen toe te dienen. Juist een betrouwbare en bewezen ‘simpele’ meststof als kalkammonsalpeter (KAS) zorgt voor de hoogste opbrengst en kwaliteit.
E
r zijn in Nederland veel verschillende stikstofmeststoffen verkrijgbaar. In essentie verschillen ze vooral door de vorm waarin de stikstof in het product aanwezig is: nitraat, ammonium of amide. Norbert Huveneers, bemestingsdeskundige en salesmanager bij OCI, legt de verschillen uit. ‘Gras neemt bij voorkeur stikstof op in de vorm van nitraat, dat na toediening di- rect en volledig beschikbaar is. Van de stik- stof uit ammonium kan slechts een klein deel direct door gras worden opgenomen.’ Het merendeel van het ammonium moet eerst door bodemmicroben worden omge- zet tot nitraat, volgens Huveneers. ‘Amide- stikstof wordt helemaal niet rechtstreeks opgenomen, maar moet eerst worden om- gezet in ammoniumstikstof en daarna in nitraatstikstof.’
Het ‘geheim’ van KAS
De bemesting van grasland is op bijna ieder veehouderijbedrijf een samenspel van basis- bemesting met organische mest, aangevuld met een aantal stikstofgiften met kunst- mest gedurende het seizoen. Met de organi- sche mest wordt al een behoorlijke hoeveel- heid voedingsstoffen aangevoerd. Het liefst op basis van een goede bodemanalyse kan dan aanvullend worden bemest. Zowel on- derzoek als praktijk wijzen keer op keer uit
dat KAS dan een van de beste keuzes is en blijft, alle nieuwe meststoffen ten spijt. Het ‘geheim’ van KAS zit volgens Huveneers in de aanwezige verhouding nitraat en am- monium (50:50). Huveneers: ‘Hiermee is vanaf het moment van toedienen de stikstof over een langere periode beschikbaar voor het gras. Zeker als je het over een heel sei- zoen bekijkt, zit je met KAS altijd in de hoogste regionen voor de totale drogestof- opbrengst.’ (Zie tabel 1.)
Depositie zwavel daalt Valt de keuze op KAS, dan is het nog de vraag of deze verrijkt moet worden met zwavel. Gras met een zwaveltekort resulteert in een lagere drogestofopbrengst en een lager ruw- eiwitgehalte. Aanvoer van zwavel vindt plaats via organische bemesting en via depo- sitie vanuit de lucht. Deze depositie is de afgelopen jaren afgenomen. Huveneers: ‘De teruglopende depositie is geen vrijbrief om jaarlijks standaard zwavel te strooien. Zeker op klei is voor de eerste en tweede snede vaak voldoende zwavel beschikbaar. Ik pleit voor een afgewogen beslissing op basis van een recente bodemanalyse. Als die analyse aangeeft dat aanvullend zwavel nodig is, kies dan voor een meststof die zwavel bevat, zoals Exacote. Want overdaad schaadt en kan voor gezondheidsrisico’s bij het vee zorgen.’ l
Tabel 1 – Kunstmestsoorten en grasopbrengsten op veengrond per snede in 2016 (kg ds per ha) (bron: Verantwoorde Veehouderij/KTC Zegveld)
soort kunstmest geen N-kunstmest
KAS (13,5% nitraat +13,5% ammonium)
Urean vloeibaar (7% nitraat, 8% ammonium, 15% amide) N-xt vloeibaar (24% complex amide)
Exacote (6% nitraat, 12% ammonium, 11% gecoat amide en 8% zwavel) ammoniumsulfaat (21% ammonium + 24% zwavel)
1e snede 2e snede 3e snede totaal 3168
4202 3509 4400 3987 4247
2292 2897 2866 2635 2900 2579
1181 6640 2189 9288 1943 8318 1812 8847 2322 9209 2023 8849
veeteeltGRAS MAART 2018 31
In samenwerking met OCI laat Vee- teeltGRAS zien dat een prima grasop- brengst mogelijk is met een verhou- dingsgewijs goedkope kwaliteits-KAS als aanvulling op organische bemes- ting.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52