search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Op naar beter D


e melkveesector in Nederland was in de jaren zeven- tig van de vorige eeuw wereldkampioen weiden. Ont- wikkelingen als de groei van de veestapel, een hogere productie en een toename van automatische melksystemen veranderden het aanzicht van de weilanden. Maar de trend naar steeds meer opstallen is de laatste jaren drastisch om- gebogen. Steeds meer bedrijven weiden en bedrijven die het niet doen, zijn naarstig op zoek naar mogelijkheden om het toch op een of andere manier in te passen in hun bedrijfsvoe- ring. De Stichting Weidegang heeft een belangrijke aanzet gegeven tot deze ontwikkeling. Na tien jaar maken voorzit- ter Chris Kalden en secretaris Kees-Jaap Hin de balans op.


Wat was de reden om tien jaar geleden de Stichting Weidegang op te richten?


Kalden: ‘Er kwamen minder koeien in de wei en daarmee werden er kritische vragen vanuit de maatschappij gesteld. De gemiddelde burger vindt het vanzelfsprekend dat koeien in de wei lopen. De verplichting van weidegang lag dus op de loer. Met de oprichting van de Stichting Weidegang heeft de sector er zelf wat aan gedaan om te voorkomen dat weide- gang in de politieke arena terecht zou komen.’ Hin: ‘Als de sector het niet zou oppakken, dan zou weide- gang uiteindelijk verplicht worden.’


Wat is er in tien jaar veranderd rondom weidegang? Hin: ‘De trend naar meer en meer opstallen van koeien is compleet omgebogen. Meer bedrijven weiden en blijven wei- den. We zijn haast weer terug op het niveau van 2012.’ Kalden: ‘Weiden is de standaard.’


Wat zijn de succesfactoren geweest? Hin: ‘Dat meerdere partijen betrokken zijn bij het in de wei houden van de koeien, is een belangrijke reden van het suc- ces. De samenstelling van het stichtingsbestuur is ook be- wust heel divers. Naast vertegenwoordigers uit de zuivel, het NAJK, de NMV en LTO zijn in het bestuur de Dierenbescher- ming, de retail, de vereniging Natuurmonumenten en het ministerie vertegenwoordigd. De hele keten heeft geholpen om weidegang weer op de kaart te zetten.’


graslandmanagement


Tien jaar geleden was het oubollig, inmiddels is weidegang de ‘license to produce’. Een ommezwaai die mede door de Stichting Weidegang in gang is gezet. ‘De kans bestaat dat er meer weidezuivel gevraagd wordt dan verwerkers kunnen produceren’, zo stelt het huidige bestuur. TEKST ALICE BOOIJ


Kalden: ‘We gaan het succes niet claimen, maar we hebben wel gezorgd voor een beweging. Veehouders zijn onder- steund in hun keuzes, niet veroordeeld. Van de discussie zijn we weggebleven en we hebben ons heel sterk op de inhoud gefocust. Neem robotmelken. De veronderstelling dat je bij automatisch melken moet opstallen – zoals dat een jaar of zes geleden werd gedacht – is bestreden. Het is dui- delijk geworden dat weiden en robotmelken prima samen kunnen gaan.’ Hin: ‘Sterker zelfs, robotfabrikant Lely heeft een Engelstalige flyer gemaakt om de combinatie tussen robotmelken en weidegang in het buitenland uit te rollen. Nederlandse ken- nis en ervaring gaat weer de grens over.’


De stichting heeft er ook voor gezorgd dat er een definitie en een borging van weidegang is gekomen. Hoe belangrijk is de norm van 120 dagen en 6 uur? Kalden: ‘Wat je zegt moet je natuurlijk doen, maar de burger ligt op zich niet wakker van een dag meer of minder. De maat- schappij aanvaardt dat koeien ook een flink deel van het jaar binnen staan, terwijl het weidemelklogo jaarrond gewoon op de zuivelpakken staat. Het voldoet aan de verwachtingen.’ Hin: ‘Over het aantal dagen en uren is geen discussie meer, maar de neiging van de retail is wel om meer te willen. Dan kunnen ze zich blijvend onderscheiden. Maar of het nu 120 of 140 dagen is, het blijven kale getallen. Veehouders zouden echter niet tevreden moeten zijn met 120 dagen 6 uur per dag weiden. Wanneer je streeft naar efficiënt gras oogsten, is wei- den een prachtige methode. Het krachtvoer staat in de wei en de koeien geven meer melk. Daar valt nog meer uit te halen.’


Wat kan er nog beter met weidegang? Hin: ‘We hebben de neiging om steeds over koeien te praten als het over weidegang gaat en niet over het gras zelf, terwijl een goed graslandmanagement ook een succesfactor is bij beweiden. We moeten beter gebruikmaken van het gras; het vakmanschap en de vaardigheden rondom de grasteelt zijn in veertig jaar bij veehouders stil blijven staan. We hebben gelukkig de weidecoaches om hierbij te helpen.’ Kalden: ‘En het is goed dat er een hoogleraar graslandma-


veeteeltGRAS MAART 2018 21


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52